Hoofdstuk 11

15 3 0
                                    

Ik verplaats mijn gewicht rusteloos heen en weer in een poging mezelf warm te houden. Hoewel de temperatuur hier binnen een stuk aangenamer was dan buiten in de kou, was er nog een koude bries die door openstaande ramen en kieren naar binnen kwam. Ik realiseer me dat het niet langer zinvol is om mijn tijd te verspillen. Ik weet dat zolang ik hier blijf en onder mijn vaders gezag blijf, er nooit iets zal veranderen. In ieder geval niets wat Junipers dood niet voor niets heeft gemaakt. Ik ben er klaar mee om maar stil te zitten en anderen het vuile werk op te laten knappen. Het werd eens tijd dat ik zelf ook de handen uit de mouwen ging steken.

Ik kwam van mijn plek tegen de wand af trok mijn mantel wat dichter om me heen. Ik droeg eronder nog steeds het dunne nachthemd en ook mijn voeten waren zo koud als ijspegels in de dunne schoentjes. Ik was op zoek naar iets warmers om aan te trekken, en wie zou dat beter weten dan het personeel? Teruggekomen bij de grote, overdekte binnenruimte was de situatie nog steeds hetzelfde. De geur van verse bouillon bereikte mijn neusgaten en ook mijn maag knorde in afwachting van de goddelijke hete vloeistof. Ik schudde mijn hoofd. Focus Dawn, eten komt later wel.

Ik liep een beetje onzeker naar een groepje met kamermeisje toe. Ze stonden om elkaar heen, nerveus pratend met elk een beker soep. Ik tikte er een op haar schouder. Ze draaide zich om en zodra ze zich realiseerde wie het was schoot ze terug in haar rol. 'My- my lady. Waarmee kan ik u van dienst zijn,' vroeg ze vragend. Een en al manieren. 'Alsjeblieft, noem me maar Dawn.' Antwoordde ik het meisje. In de hoop dat ze me zou helpen. Tenslotte was ze wel in dienst van mijn vader, en wat ik van plan was vil niet onder goedgekeurde bezigheden van mijn vader. Ze glimlachte, eentje die haar hele gezicht oplichtte. Ze was jong, waarschijnlijk een paar jaar jonger dan ik. Zoals het van alle dienstmeisjes, en die in opleiding, werd verwacht had ze haar haar in een strak knotje. Op deze manier kwamen haar gelaatstrekken tot bloei en werd duidelijk dat ze pas net in de puberteit was geraakt. Het deed mijn hart pijn om te zien dat het jonge meisje al dit werk moest verrichten. In plaats van mijn vuile was te doen, zou ze bij haar familie moeten zijn en avonturen te beleven met haar vriendinnen.

Ik realiseerde me dat ze me een vraag had gesteld en snel gaf ik antwoord. 'Zou een van jullie misschien eten of hier nog wat warme kleren te vinden zijn?' Ik zorgde dat ik mijn stem ontspannen hield en zonder een sprankje zenuwen die op dit moment door me heen raasde. Een van haar vriendinnen gaf antwoord. 'Hier liggen denk ik niet gepaste kleren, maar ik heb zojuist gehoord van een van de wachten dat we in enkele ogenblikken weer kunnen terugkeren naar het huis. Daar kunnen we wel een warm bad en comfortabele kleding voor u klaarleggen.' Natuurlijk had ik dit kunnen verwachten, want ze zouden me natuurlijk nooit in burgerlijke kleding hijsen die niet waardig genoeg was voor mijn status. Ik schudde mijn hoofd. 'Ik bedoel eigenlijk of er hier misschien ergens kleding van de staljongens te vinden is. Een warme broek en trui misschien? Ja dat zou fantastisch zijn.'

Ze keken me allemaal aan alsof ik twee hoofden had. 'Weet u dat zeker mevrouw- ik bedoel Dawn-. Het is echt geen probleem hoor, als u even wacht...' Aarzelend sprak ze me aan. Verwoed knikte ik. 'Nee nee, ik heb het echt nodig. Alsjeblieft jullie zouden me enorm helpen.' Ik haakte mijn vingers om de sluiting van mijn dure, diamanten halsketting en maakte hem los. Het soepele zilver viel in mijn hand en de steen die er aan hing was zwaar. Ik hield mijn hand naar haar uit. 'Alsjeblieft, neem deze in ruil voor de gunst. Hiermee zou je weer terug naar je familie kunnen, en niet je even hier verpesten.' Ze gaapte me aan. Haar ogen gleden heen en weer tussen mijn gezicht en het prachtstuk in mijn hand. Niet goed wetende of ik serieus was of niet. Uiteindelijk pakte ik haar hand en legde hem er maar in. Ze vouwde haar vingers er stevig omheen, alsof het elk moment uit haar greep kon verdwijnen. Zodra ze het aannam haalde ik ook mijn oorbellen en armbanden af en deelde het uit aan de andere meisjes. Ik had ze toch niet langer gebruiken en voor mij hadden ze geen enkele waarde. Zij konden ze veel en veel beter gebruiken besloot ik. Ik wist dat het een manier was om mijn geweten iets te verlichten, en het werkte. Althans voor dit moment.

Ze brachten me naar de hooizolder, waar we eerst nog een gammele trap op moesten klimmen. Het ding zag er niet echt betrouwbaar en stabiel uit, maar ik zette me erover heen en volgde hen als laatste de treden op. De strobalen schermden ons af van nieuwsgierige blikken van anderen. Helemaal achterin stond een houten kist waar een van de meisjes in begin te rommelen. 'Als het goed is moet hier-... Ah.' Ze slaakte een kreet en kwam terug overeind na bijna met haar hele lichaam in het ding verdwenen te zijn. Breed glimlachend kwam ze terug met een stapeltje wasgoed in haar handen. Het zat onder het stof maar toch nam ik het aan. Het was geen tijd om kieskeurig te zijn, en al helemaal niet in iets onzinnigs als kleding.

Na haar bedankt te hebben zonderde ik me iets af en gebruikte een stapel hooi als een soort kleedkamer. De stof en vliegende deeltjes stro kriebelde aan mijn neus en rillend van de kou schoot ik snel in de kleding. De groene wollen trui was verwassen en schuurde op sommige plekken langs mijn ledematen. Ik moest de mouwen oprollen om mijn handen er door heen te steken en ook de zwarte broek was te groot. Ik moest telkens aan de zoom sjorren om het ding niet af te laten zakken en na even gefrutseld te hebben met een veter bleef het ding eindelijk op zijn plek zitten. Ik verruilde mijn dunne ballerina's voor dikke wollen sokken en zwarte laarzen, die me verbazingwekkend met de sokken erin best goed paste. Om het geheel af te maken sloeg ik ook nog mijn mantel om en bond mijn haar in een staart. Het elastiekje was dun en uitgelubberd en ik wist niet zeker of het mijn dikke haarbos wel zou houden. Maar het werkte. Voor nu althans.

Zodra ik weer tevoorschijn kwam keek het overgebleven meisje, Mila zoals ik had geleerd, me met een glimp van afschuw aan. 'Ik weet het , ik weet het, waarschijnlijk zie ik eruit als een zwerver. Maar dat maakt nu even niet uit,' Lachende strikte ik de veters van de leren laarzen. 'Niet wat ik wilde zeggen, maar ja dat komt er enigszins op neer.' Grinnikend lachte ze om mijn vreemde vertoning. 'Als ik zo vrij mag zijn om het te vragen my l- Dawn, wat ben je eigenlijk van plan. Want het is overduidelijk dat je niet van plan bent om jezelf hierin aan je vader te laten zien.'

 Even bracht haar rechtschapenheid me van mijn stuk. Ik aarzelde echter niet om het pientere meisje de waarheid te ontzeggen. Ik keek op van mijn schoen. 'Ik heb besloten om me aan te sluiten bij het leger. Het werd eens tijd dat ik stopte met toekijken en mijn eigen steentje begon bij te dragen Ik zal niet langer stilzitten en mijn status misbruiken terwijl anderen vechten voor onze toekomst. Een toekomst waar ik ook zeggenschap in heb en kan helpen te veranderen' Het was duidelijk dat dit antwoordt niet hetgene was wat ze had verwacht. Ze slikte en veegde met haar hand over haar voorhoofd. 'U blijft me steeds weer verbazen,' welgemeend sprak ze de woorden, die voor mij als een compliment waren, uit. Nadat ze van de schok was bekomen, sprong ze gelijk naar de details van mijn plan. Iets waar ik nog niet alle dingen van had uitgevogeld om eerlijk te zijn.

'Dus, hoe gaan we je hier wegkrijgen?'

Emperor of Death | DutchWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu