Een hel - Deel 1

2 2 0
                                    

Ik schoot overeind en deed vlug mijn joggingpak over mijn pyama aan. Snel zocht ik wat spulletjes die me dierbaarwaren bij elkaar. Doordat ik stijf van de adrenaline stond liet ik geregeld spullen vallen. Mijn knuffels waren al een aantal keer gevallen en mijn geboorteketting was me ook al vaker ontglipt. Ik besloot dus snel alles in een tas te doen. Ik propte mijn meest dierbare knuffels ering, duwde de ketting in een zijvakje en dumpte mijn lievelingsgames en cd's erbij. Ik hoorde buiten al mensen schreeuwen. Ik had geen idee waar de brand vandaan kwam, maar ik was ook niet van plan om mijn deur open te doen, bang om een steekvlam tegen mijn gezicht aan te krijgen, of om te zien wat voor ravage de brand al had aangericht. Ik had zo'n geluk dat ik mijn telefoon had meegegrist de nacht ervoor. Ik wilde namelijk de laatste dingen nog doen voor school, maar s' nachts was ik dus ingedut met mn telefoon naast me. Die nam ik dus ook mee. Mijn laptop nam ik mee en toen dacht ik aan mijn gameconsoles. Shit, die waren ook duur geweest. Ik zou ze alleen nevernooit zo snel kunnen meenemen. Zelfs mijn gamepc was nog beneden! Oh nee nee nee! Ik had zoveel wat ik niet kwijt wilde. Daar stond ik dan. Enorme paniek kwam over me heen. Ik besloot om mijn tas vast naar buiten te gooien. Dan was die veilig. Ik bedacht me daarna pas dat mijn laptop er ook in zat. Hopelijk was die niet stuk. Snel pakte ik een andere tas en deed ik daar mijn games en cd's in. Ik probeerde ook mijn gameconsole erin te proppen, maar hij paste niet. Toen besloot ik mijn oortjes, koptelefoon en een paar schoolspullen erin te doen. Dat ging net wel. Ondertussen begon ik doof te worden van het brandalarm. Shit, ik had het warm. Ik besefte me dat dat dus de brand was. Waren mijn ouders okey? En mijn zusje? Nee, shit, zij had een hoog raam en kon dus niet naar buiten. Was ze misschien al buiten? Ik propte snel nog een paar leesboeken in mijn tas te proppen en toen gooide ik ook die tas naar buiten. Toen besloot ik al mijn moed bijeen te rapen en naar de kledingkamer te gaan. Daar lagen nog een paar tassen en ik kon zo wat meer kleren meenemen. Ik nam twee tassen. Één porpte ik vol met mijn kleren en de ander met die van mijn zusje. Toen ik terug de overloop op kwam, kwam ik mijn zusje tegen. Ze staarde me in volle paniek aan. Stotterend probeerde ze me duidelijk te maken dat ze wat had gehoord. Ik begreep haar niet, maar trok haar mee naar mijn kamer. Haar tas met spullen viel bijna uit haar handen.

Eenmaal in mijn kamer duwde ik mijn bed tegen mijn bureau, zodat we makkelijk bij het raam konden. Ik deed mijn rechterraam van de dievenklem en gooide hem open. Ik was al een keer eerder stiekem naar buiten geweest. Op het platte dak alleen. Ik durfde namelijk niet verder naar beneden, bang dat ik niet meer omhoog kwam. Ik gooide Evie's tas op het platte dak. Toen duwde ik haar op het stukje hout voor het raam van mijn dakkapel en instrueerde ik haar hoe op het platte dak te komen. Ze vond het eng, maar er was brand in ons huis, dus moest ze wel. Ik vertelde haar dat ze via de kliko's naar beneden kon. Ze moest naar de overburen toe en daar hulp halen. Waarschijnlijk waren zij al wakker, dus kon ze daar terecht. Ze knikte alleen maar en ik zag haar handen trillen. 'Zorg dat jij en de spullen in orde blijven.' riep ik naar haar. 'Wat ga jij dan doen?' vroeg ze piepend. 'Ik ben zo terug.' Zei ik alleen. Ik moedigde haar aan en ik ging toen terug de gang op. Overal had zich nu rook gevormd. Mijn instinct vertelde me dat ik weg moest, maar ik kon niet weg zonder dat ik wist dat mijn ouders ook weg waren. Ik kroop onder de rook door naar de kamer van mijn ouders. De deur deed ik open en ik keek in bed. Niemand te zien gelukkig. Voor de zekerheid keek ik in de kasten. Ook niets. De koffers met belangrijke papieren waren ook weg. Mooi zo. Ik kroop zo snel ik kon weer naar mijn kamer en daar was ik bij het raam aangekomen. Snel greep ik toch nog een dierbare knuffel mee en ik sprong bijna uit mijn raam, glijdend over de dakpannen, het platte dak op. Ik viel bijna over de richel die me iets te snel bij de grond zouden brengen, maar gelukkig behield ik mijn evenwicht. Ik zag dat de kliko's waren ingedeukt. Evie was dus al beneden. Ik liet me voorzichtig zakken aan het dak. De ijzeren richel waaraan ik me vasthield was scherp en dun, waardoor ik mijn vingers één voor een kapot aan sneed. Het deed pijn, maar ik kon nog niet loslaten. Dan zou ik te pletter storten op de kinderkopjes onder me. Pijnlijk pakte ik over en zo ging ik, hand voor hand, richting de kliko's. Het ijzer werd glibberig. Waarschijnlijk bloedde ik. Ik ging door. Eindelijk kwam ik aan bij de kliko's. Ik liet me beheerst vallen. De kliko leek het te begeven toen ik neerkwam. Hij wankelde. Toen viel hij om. Gelukkig was ik nu op een redelijke hoogte, dus deden alleen mijn knieën zeer toen ik neerkwam. Een druppel bloed van mijn vingers was op mijn neus gevallen. Ik stond snel op, greep de knuffel, checkte of mijn telefoon nog steeds op zijn plek was. Niet het geval. Ik wilde er niet meer over nadenken. Ik rende naar de overburen, niet omkijkend, bang om te zien wat ik verwachtte en ik stortte halverwege in op straat. Op dat moment hoorde ik de brandweer. Ik zag fel blauw gloeiende lichten weerkaatsen op de bomen en de huizen. De lucht had een roodachtige gloed en je zag door deze mix van kleuren de rook paarsachtig oplichten. 

The BecomingWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu