Deel 4
Ik druk haar geïrriteerd weg. Ze bemoeit zich altijd met mij op de verkeerde momenten. Altijd. En dan daarna zeiken dat ik haar altijd zo afsnauw. Moet zij mij maar niet zo op mijn huid zitten. Ik probeer geld te verdienen,zodat ik mooie cadeautjes voor haar kan kopen. Vervolgens is ze daar ook weer niet blij mee en moet ze gelijk weten waar ik het vandaan heb gehaald en hoe ik het betaald heb. Man, wees toch eens blij.
"Zeg, help je nog mee met haar optillen of niet?" hoor ik Zayn zeggen.
"Houd je bek, man. We hebben gewoon alle tijd." Ik zie dat hij een beetje nerveus kijkt.
"Je weet dat ik nog niet zolang voor hem werk." Even was ik vergeten dat ik dit al bijna twee jaar doe. Twee hele jaren en nog nooit gezeik gehad. Ik ben ook een van de weinigen die zolang al voor hem werkt.
"Dus help je nog of laten we haar gewoon liggen?" Zijn stem klinkt nog steeds nerveus.
"Jaja, het busje is al open, je moet alleen even kijken of de kust veilig is." Ik moet lachen terwijl ik het zeg. Wie is er zo gek om midden in een afgesloten natuurgebied te wandelen.
"Rijd jij of ik?" vraagt hij mij.
"Ben je dom, ik ben degene die altijd moet rijden, anders komen we de storthoop toch niet op." Ik heb zin om hem een klap te verkopen.
"Sorry man, dit is ook de eerste keer dat ik met jou een klus doe," zucht hij als hij de achterdeuren van de bus probeert open te krijgen. Onhandig pakt hij haar weer vast bij haar benen en we leggen haar op het blauwe zeil. Ik zwiep de deuren dicht en ga achter het stuur zitten. Na ongeveer twintig minuten rijden komen we aan... De lucht begint grijs te worden en kleine druppels vallen op de voorruit van de bus. De hele weg hebben we niks tegen elkaar gezegd. Waar zouden we het ook over moeten hebben?Het pad waar we over rijden is smal en we zouden een probleem hebben als we een tegenligger tegenkwamen.Het pad is omringt met bomen en een hoog hek. Als je wist waarom ze het de storthoop noemen, weet je waarom de hekken er staan. Zayn verplaatst zich ongemakkelijk op zijn stoel zodra we dichter bij de poort komen.
"Rustig man, het zijn politieagenten." Ik irriteer me zwaar aan deze idioot.
"Ik ben hier nog nooit geweest, ik kan het toch ook niet weten." Ik verbaas mij door zijn antwoord. Tuurlijk, hij komt van een andere 'afdeling' om het zo maar te zeggen, maar hij zou dit toch wel vaker moeten hebben gedaan.We worden tegengehouden door twee mannen die eruitzien als politie agenten. Maar ik weet beter.
"Identiteitsbewijs graag, heren." Ik pak het pasje van Zayn over en geef mijn eigen pasje. Een paar minuten kijken ze ons strak aan en maken vervolgens het hek open. Ik neem de pasjes weer aan en rijd rustig door.
"Ik was even bang dat ze ons door hadden," hoor ik hem veelste diep zuchten.
"Jij denkt serieus dat nu je dit baantje hebt, alles slecht geregeld is? Geloof me, hij kan dingen die niemand kan."Ik begin langzamerhand geïrriteerd te worden.
"Jeetje Dylan, mag ik niet een beetje nerveus zijn." Dylan. Even was ik vergeten dat hij mij kent als Dylan en niet als Braedan. Niemand bij deze hele organisatie weet hoe iemand echt heet. Iedereen gebruikt nep namen en valse identiteitsbewijzen. Alleen hij weet wie we allemaal echt zijn. En niemand weet wie hij is.Langzaam rijd ik de open plek op. Hier en daar liggen enorme bergen met troep. Van alles zit ertussen, van oude banken en stoelen tot vuilniszakken vol met kleren en speelgoed van kinderen, waar nooit meer mee wordt gespeeld. Het pad loopt slingerend tussen de metershoge bergen door tot een gebouw dat verscholen staat tussen de bomen. Het gebouw heeft een grasdaken geen bovenverdieping, zodat je op satellietbeelden niet kunt zien dat er een gebouw staat.Ik rijd naar de zijkant van het gebouw en druk op een knopje van de auto. De garagedeur rolt omhoog en ik rijd de enorm grote ruimte in. Er staan nog een paar andere zwarte bestelbusjes geparkeerd. Elk busje heeft zijn eigen parkeerplaats met daarachter een grote band die leidt naar achteren. Wat daarachter is, weet ik nog steeds niet, dat is weer een andere afdeling waar eigenlijk niemand komt, behalve de mensen die er moeten zijn. En wat die mensen daar met de lichamen doen, zal mij niet uitmaken. Ik geef ze alleen af.
JE LEEST
De laatste nacht
Short StoryWie kan je vertrouwen en wie niet? Jenna van Dam is een doodgewoon meisje met een rustig leventje. Ze heeft een eigen appartementje waar ze trots op is, ze studeert als ieder ander persoon van haar leeftijd en ze heeft een vriendje Braedan. Haar lev...