Ik verveel me. Er zijn al een paar uur verstreken sinds Adam en ik op zijn kantoor zijn aangekomen. Sinds hij is weg gegaan om "eerst iets te doen", is hij niet meer teruggekomen.
Ik slaak een zucht en draai rondjes op mijn bureaustoel. Ik had niet al te veel studeerwerk meegenomen, omdat ik had verwacht dat Adam me meer over het bedrijf zou vertellen. Dat was een fout, want nu heb ik dus niets te doen.
Na nog tien minuten naar buiten te hebben gekeken, ben ik klaar met niets doen en nutteloos tussen deze vier muren in te zitten. Ik kom overeind van de stoel en besluit dan maar zelf het gebouw te verkennen.
Ik schenk Amelie geen blik waardig - zo kinderachtig ben ik wel - als ik langs haar kantoor weer weg loop. Ik wandel naar de lift toe, waar ik dit keer gelukkig wel alleen sta. Haast automatisch ga ik naar dezelfde verdieping als waar ik de vorige keer het koffieapparaat heb zien staan.
Met een heldere ping gaan de liftdeuren open en stap ik rustig de lift weer uit. Er lopen niet veel mensen, maar her en der kom ik toch wat personen tegen in de gangen. Geen van hen is Adam, al verwacht ik ook niet dat ik hem zomaar tegen ga komen.
Als ik de hoek om loop, zie ik het koffieapparaat al bij de muur staan. Ik loop erheen en probeer koffie te maken, maar dit lukt me niet, net zoals de vorige keer.
Ineens herinner ik mij de blonde jongen die me de vorige keer had geholpen, Jesse. Ik moet automatisch glimlachen als ik aan zijn vriendelijke houding terugdenk.
Ik tuit mijn lippen en beslis dat ik hem op ga zoeken. Ik heb immers mijn koffie nodig en ik vind het leuk om hem weer te zien. Daarnaast heb ik toch niet veel andere dingen te doen.
Zei hij niet dat hij bij de communicatieafdeling werkte?
'Ruimte één, ruimte twee, ruimte drie,' mompel ik als ik de gang doorkruis.
De wanden zijn gemaakt van glas, waardoor ik makkelijk een blik de ruimtes in kan werpen. In elke ruimte staan meerdere rijen met bureau's, waar belangrijk-uitziende mannen en vrouwen achter zitten. De meesten zijn bezig met lange lappen tekst te typen, of hebben een gesprek aan de telefoon.
Eindelijk, na een tiental minuten, kom ik aan bij ruimte twaalf, waar een bordje naast de deur hangt met "commumicatieafdeling".
Ik loop door de opening heen en wandel de ruimte in. Het is er druk en lawaaierig. Overal praten mensen aan de telefoon of met elkaar. Mensen lopen tussen de bureau's door heen en weer, met in hun handen stapels papieren of boeken.
Ik kan het niet laten om te grinniken bij het zicht. Dit is precies hoe ik me een druk kantoor voorstel.
Ik laat mijn blik door de ruimte razen, tot ik Jesse's blonde haren boven een muurtje uit zie komen. Ik glimlach triomfantelijk en stap op hem af.
'Hey daar,' groet ik hem als ik naast zijn bureau tot stilstand kom.
'Ik zei toch dat de printer- o, hey!' staakt Jesse zijn zin als hij opkijkt en ziet dat ik het ben. 'Jou had ik hier niet verwacht'.
JE LEEST
Liefde zoals bloesem
ChickLitDe negentienjarige Imogen is de dochter van een invloedrijke en steenrijke zakenman. Ze wist dat niet alles waar hij zich mee bezig hield precies volgens de regels ging, maar ze heeft zich nooit bemoeit met zijn zaken. Daar was dan ook nooit een red...