Hoofdstuk 3

28 1 0
                                    

Terwijl Julia's oma ligt te slapen in de bruine kapotte stoel, voelt ze opeens iets aan haar hand snuffelen. Ze schikt wakker en dan ziet ze dat de kleine husky blij met zijn staartje kwispelt. Lachend aait ze Max over zijn bol. Ze kijkt op en roept: 'Juliaa, ben je alweer thuis?' Geen reactie. 'Julia!' Oma staat op en loopt naar de keuken en kijkt rond in de berging. 'Waar kan ze nou zijn?' Dan begint Max ineens heel hard te piepen. Verschikt draait ze zich om en loopt ze naar het hondje toe, 'Wat is er, toch?' Ze kijkt naar de stroomband, het rode lampje brand. 'Julia, houdt maar op, ik weet dat je mij voor de gek houd!

Twee uur later is Julia nog steeds niet verschenen, en het is al 10 uur. Julia's oma begint ongerust te worden, ze kan haar ook niet bellen want toen ze dat deed kwam ze erachter dat haar mobiel nog op de keukentafel lag. Ze besluit de politie te bellen en te vertellen dat er geen spoor van Julia is maar de hond kort nadat hij thuis kwam wel schokken van de stroomband kreeg, kortom ze moet hier in de buurt zijn, of iemamd anders heeft het apparaat gevonden en zat er mee te spelen. Een tijdje later staat de politie voor de deur, ze legt het hele verhaal weer opnieuw uit. 'Wij kunnen nu nog niets voor u doen, mevrouw,' zegt de kleine (wat dikke) politie. 'Maar ze is verdwenen! Misschien is ze wel gewond! Je kunt haar toch niet alleen laten!' 'Wij zullen het noteren, als ze morgen niet terug is dan moet u zich melden bij het bureau.'

JuliaWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu