De laatste dag

180 6 0
                                    

Ik heb mijn jas nog niet aan of Lotte staat al weer buiten te wachten. Ik geef haar een seintje dat ik er aan kom en sluit de deur achter me . Ik pak mijn fiets en fiets richting Lotte.
,,Hey," Lotte klinkt zenuwachtig.
,,Gaat het wel?" ik kijk haar bezorgd aan.
,,Ja hoor, ik vind het alleen spannend, zo'n laatste dag. Ga je me missen?"
Ik voel tranen opkomen, maar hou ze in. Ik ben tenslotte een grote jongen.
,,Tuurlijk. We gaan altijd met elkaar om. Voor ons beide wordt het lastig, maar we moeten vandaag nog genieten. Het komt goed, Lot."
,,Dank je Rens, je weet altijd raad met me," Lotte glimlacht, en streelt zachtjes over mijn arm.
Ik bloos, en meteen voel ik me wat beter. Ik word altijd vrolijk van haar lach. Ook als ik boos op haar ben, kan dat niet lang duren. Lotte is altijd al mijn beste vriendin geweest. We kennen elkaar al sinds we samen in de wieg lagen. Vroeger waren onze ouders erg goed bevriend met elkaar, waardoor Lotte en ik een speciale band hebben gekregen. Sinds die tijd zijn we onafscheidelijk. Helaas hebben de ouders van Lotte besloten te verhuizen naar Amerika, voor het werk van Lottes vader.
Terwijl we onderweg naar school fietsen, slinger ik plots met mijn fiets. Ik kom tussen het wiel van Lotte en we vallen. Mensen die ons inhalen lachen ons uit.
Ik spring omhoog en bied Lotte mijn hand aan. Ik trek haar omhoog.
We kijken elkaar even aan. Even later kijken we weer van elkaar weg.
,,Sorry, ik zou de schade betalen," zeg ik.
,,Is niet nodig, er is niks mis mee," lacht ze.
We beginnen beiden opeens keihard te lachen.
Een paar minuten later komen we aan op school. We moeten naar ons eigen fietshok. ,,Wel wachten he!" schreeuw ik haar nog na. Ze hoort me niet.
Ik zet mijn fiets neer bij mijn eigen fietshok en wil naar Lottes hok lopen, maar ik word tegengehouden.
,,Zo Rens, moet je afscheid nemen van je meissie?" Zegt Dave. Dave is één van de jongens die me altijd te pakken moet hebben. Mara en Noud zijn aanhangers, die altijd net zo hard meedoen. Ik haat ze.
Ik probeer door te lopen maar ze duwen me terug.
,,Weetje Rens, we hebben je altijd gewaarschuwd voor mensen die je zullen laten vallen, want wij wisten al lang dat deze dag ooit zal aanbreken. Ze gaat je laten vallen, en dan zul je niemand meer hebben. We denken dat ze voor je vlucht, omdat je haar al die tijd 'geclaimd' hebt voor jezelf, toch jongens?" zegt Dave. Mara en Noud knikken.
Ik geloof ze niet, Lotte en ik zijn al beste vrienden vanaf toen we in de wieg lagen. Onze vriendschap is niet zomaar iets, we zijn praktisch gezien broer en zus. Niks of niemand kan ons uit elkaar halen. Nooit heb ik haar geclaimd, onze band is gewoon zo sterk, dat we niemand anders nodig hebben.
Ik duw ze weg, maar Noud slaat me. Dave en Mara beginnen ook mee te doen.
,,Niet zo brutaal, Rensje!" Ze schoppen me in mijn buik.
Na een aantal trappen te hebben gekregen, lopen ze eindelijk weg. Daar lig ik dan, alleen, op de koude tegels. Kijkend naar boven. Ik voel niks meer om me heen. Ik hoor geen bel, ik hoor Lotte niet en ook hoor ik de vallende fietsen niet. Hoe moet ik dit nou doen, zodra ik daadwerkelijk niemand meer heb die me komt helpen als ik met pijn op de grond lig? Wie steunt me als het thuis even niet zo lekker gaat? En wie zorgt ervoor dat ik veilig en gelukkig blijf, zonder Lotte?
Terwijl Lotte me overeind helpt, beginnen de tranen te komen. ,,Wat moet ik nou zonder jou?'' zeg ik, nog half in een andere wereld.
,,Het komt allemaal goed, Rens, we gaan nu eerst naar de eerste hulp, je ziet er niet gezond uit,'' zegt ze, onderweg naar de ingang.

Na het derde uur komen Lotte en ik de les in. Lotte heeft een briefje van de schooladministratie, waarop staat dat we bij de eerste hulp zaten.
Meneer Wijlam leest het briefje nauwkeurig.
,, Nou, vooruit dan maar, ga maar gauw zitten. Wat is er gebeurd?"
Lotte en ik kijken elkaar aan. ,,Een flinke smak met de fiets gemaakt,'' zeg ik, hopend dat hij het gelooft, en niet zal doorvragen.
Hij kijkt me met grote ogen aan, en even later knikt en mompelt hij wat.. ,,We gaan weer verder, we waren bij vraag 12.''
De dag gaat voorbij en voordat Lotte en ik het in de gaten hebben, gaat de laatste bel. Dit is het moment waar Lotte en ik de hele dag bang voor waren, de tijd om afscheid van elkaar te nemen. We pakken onze tas in en lopen het lokaal uit. Beiden zijn we stil, niet wetende wat we nou eigenlijk moeten zeggen. Samen lopen we naar de kapstokken, om onze jassen te pakken. Lottes mobiel gaat over.
,,Het is van mama. Ze staan er."
Even later lopen we samen het plein af, richting de auto. Over enkele ogenblikken zie ik Lotte wegrijden, zonder dat ze nog omkeert, onderweg naar het vliegveld.

Ik kijk naar de auto, die volgeladen ligt met spullen. De vader van Lotte probeert de schooltas van Lotte ergens tussen de resterende spullen te proppen. Wij kijken ernaar. De moeder van Lotte geeft me een klop op de schouder. ,,Je mag altijd op visite komen, Rens. Ook wanneer het niet zo lekker loopt. Dan neem je Roos ook maar mee. We houden een logeerkamer voor je vrij.''

Ik houd het niet meer droog, en omhels Lottes moeder. ,,Ik kan dit niet, ik heb jullie nodig. Ik heb niemand,'' ik krijg allerlei nare scenario's in mijn hoofd spoken.

Lotte begint te huilen, en pakt me van haar moeder over. Ze omhelst me, en wrijft met haar zachte hand over mijn rug. ,,Je bent sterk, je kan dit."

De vader van Lotte komt er ook bij staan. ,,Rens, je hoeft maar een belletje te doen, en dan maken we tijd voor je. Elkaar een knuffel geven zal dan wat lastiger zijn, maar we zullen er voor je zijn.''

Ik droog mijn tranen en spreid mijn armen, zodat ze alle drie bij me komen. Nog één laatste knuffel. Dit gezin zie ik als mijn eigen gezin. Ze hebben me de afgelopen jaren zo veel geholpen. Mij en Roosje allebei. Roos heeft het allemaal nog niet zo in de gaten, wat ik fijn vind voor haar. Deze pijn gun ik haar niet. Dit is een fase waar ik zelf doorheen moet. Ik moet en zal sterk zijn.

,,Ik denk dat jullie moeten gaan,'' zeg ik, om het niet nog moeilijker te maken dan dat het al is.

De ouders van Lotte knikken. ,,Wij gaan vast zitten. Nemen jullie nog even in alle rust afscheid. Rens, het gaat je goed jongen,'' Zegt de vader van Lotte, en ze lopen naar de auto.

Ik pak Lotte nog eens stevig vast. ,,Ik ben bang, Lot.''

,,Ik ook, maar wij kunnen dit. Elke zomer gaan we elkaar weer zien. Tot die tijd bellen we gewoon zo vaak als we willen!''

Ik neem een stap naar achter. ,,Ga nu maar, we bellen.''

Ik zie dat Lotte nu echt tranen laat zien. ,,Dag Rens, ik zal je missen.''

Ik zeg niks meer. Ik kan het niet meer. Er komt niks meer uit mijn mond. Ik zou nog zo graag willen vertellen wat ik voor haar voel, maar ik kan het niet. Het voelt alsof ik door de grond zak, als drijfzand. Ik verstijf, en kan niks meer. Ik zie haar naar de auto lopen. Ze zwaait, en het lukt me om voorzichtig mijn arm omhoog te tillen. Ik zie haar, en haar ouders met natte ogen kusgebaren naar me blazen, en ik hoor de motor razen. Ze toeteren, en ik zie ze langzaam kleiner wegtrekken. Nu sta ik alleen. Niemand naast me, behalve de wind die aan me voorbij waait. Helemaal alleen. Ik draai me zonder enig gevoel om, op weg naar mijn fiets. De school zie ik nog wel vaker, mijn fiets ook, en ook de weg naar huis zal ik nog dagelijks zien. Vanaf nu zal dat niet meer samen kunnen. Dag Lot.

Recht uit mijn hart (Voltooid)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu