Jelana wordt gewekt door een sirene. Ze schiet wakker en gaat rechtop zitten. Ze weet echt niet wat er aan de hand is, tot ze een klein dingetje op haar nachtkastje ziet staan. Ja, het was dus de wekker die haar wakker maakte. Ze gaan snel douchen, trekt haar kleren aan en stormt de trap af. Beneden stondt er een heerlijk ontbijtje voor haar klaar. Ze zet zich aan tafel en begin te eten. Haar mama komt naast haar zitten en vraagt of ze er klaar voor is. Jelena verstond haar een beetje en knikte, maar diep vanbinnen was ze erg nerveus en had ze echt geen zelfvertrouwen. Ze stelde zich nog steeds vragen over die bus, dus besloot ze om toch eens een poging te doen om het haar mama te vragen. Haar mama wist haar te vertellen dat het een voertuig was waar heel veel mensen tegelijk in kunnen zitten. Jelena begreep haar wel een beetje en was al iets minder nerveus. Het was tijd om naar de bushalte te vertrekken. Ze nam haar boekentas en liep de deur uit. Onderweg naar de bushalte was het nog donker en stil. Toen ze aankwam bij de bushalte keek iedereen haar met een vroom gezicht aan. De bus was er, ze stapte op en zag al snel dat er geen enkele back appart meer was. Ze moest dus wel naast iemand gaan zitten. Ze keek even in het rond en ging uiteindelijk naast een jongen met longboard zitten. De jongen zei vriendelijk goeiedag, Jelena wou antwoorden maar het enige wat ze kon zeggen was 'hallo'. De jongen keek haar vreemd aan en vroeg of ze ook naar het College moest. Ze knikte en zei verder niets. De jongen begon zich ligt te irriteren een haar gedrag. Dus besloot hij om er de rest van de bus erbij te betrekken. Hij riep dat iedereen moest komen kijken naar haar, dat ze een hoer, een slet en een dik bruin wijf was. Jelena wist niet wat er gebeurde, iedereen was aan het roepen tegen haar, maar ze verstondt er niets van.
Eindelijk, ze waren aangekomen bij het College. De deuren van de bus gingen open en net toen Jelena naar buiten wou gaan hield de jongen haar tegen. Hij nam haar vast een duwde haar met heet gezicht tegen de paal. Ze had zoveel pijn! Maar dat liet ze niet merken. De jongen liet haar los en stapte van de bus. Jelena wachtte als laatste om de bus te verlaten, dat leek haar veiliger. Toen ze van de bus was, stond ze voor een grote poort. Ze kon haar ogen niet geloven, zoveel kinderen op een en dezelfde plek.