Ik werd wakker door Percy die wakker werd. "Lekker geslapen Jackson?" Percy mompelde iets onverstaanbaars. Ik stond en liep naar de badkamer. Ik gooide wat water in mijn gezicht om wakker te worden. Poetste mijn tanden en liep de badkamer uit. Kleedde me razend snel om en deed mijn haar in een simpele vlecht. Percy was nog niet klaar, dus wachtte ik maar op hem. Het leek eeuwen te duren. "Schiet eens op!" "Ben bijna klaar!" "Dat zei je ook een kwartier geleden!" Vijf minuten later kwam Percy eindelijk de badkamer uit omgekleed en al. "Je bent bijna erger dan de Aphrodite kinderen" "Haha, heel grappig hoor." "Kan ik er iets aan doen dat jij er 20 minuten over doet om je helemaal klaar te krijgen." "Sorry hoor!" Ik liep boos het gebouw uit. Onderweg kwam ik Clarisse tegen. "Bedankt dat je me leven redde." "Ja ja prima." "Wat is er met jou? Waar ga je eigenlijk heen?" "Een plek waar ik alleen kan zijn, een plek waar ik kan nadenken." "Oké? Doei!" En Clarisse liep weg. Ik liep het bos in. Toen ik ver weg was van het kamp, zocht ik een fatsoenlijke boom om in te zitten. Eindelijk vond ik een fatsoenlijke boom en klom erin. Ik dacht na over m'n leven. Mijn moeder bedoelde dus dat ik en halfbloed was. Dat ze daarom me niks heeft vertelt. Waarom deed Percy zo gemeen? Zo ken ik hem niet, ookal ken ik hem niet eens zo lang. Opeens hoorde ik kinderen mijn naam roepen. Ik kroop alleen maar hoger de boom in, verschuild achter de bladeren. Ik hoorde Percy zeggen "Kijk in de bomen, er is een grote kans dat ze daar zit." "Hoezo zou ze in een boom zitten." zei een onbekende jongensstem "Vraag het maar als je haar hebt gevonden. Ik hoop dat ze niet dat ze gewond is of dood." Haha, ik ben alles ver van dat. Ik zit hier in een boom te verschuilen voor jullie. Ik zag opeens een tweeling uit de bosjes komen. Ik herkende ze van het Hermes gebouw. Wat waren hun namen ook al weer. Collin en Trator. Nee, trouwens Trator... Wat een belachelijke naam. Connor en Travis. Ja, zo heten ze, ik weet het zeker. Travis keek in de bosjes en struiken, teminste ik denk dat het Travis is. En Connor in de bomen. Ik hoopte dat hij me niet zo vinden. "Zie je haar al Connor." zei Travis. Ha! Ik had het dus goed geraden. Connor keek recht de boom in waar ik in zit. Zijn ogen gingen weer naar de boom ernaast. Gelukkig zag hij me niet. Ze liepen weer verder. "Heb jullie haar gevonden?" vroeg Clarisse. "Nee, jij?" "Niet echt." "Hebben jullie haar gevonden?!" riep Annabeth. "Nee, jij?!" "Nee! Waarom zou ik het anders dan vragen?!" "Waarom vinden we haar niet?" zei de onbekende jongensstem. "Ik weet het niet Leo, ik weet het niet." Leo, hij heet dus Leo. "Ik kan ook het bos in de fik zetten, dan vinden we haar super snel." Ik zag een paar meter ver van mijn boom opeens een lichtje branden. Ik hield m'n adem in, ze gaan toch niet echt het bos in de fik zetten. "Wat denk je wel niet! Wat nou als ze nog wel leeft, maar gewond is! Dan gaat ze als nog dood!" schreeuwde Percy, die ook in het gesprek had gevoegd. "Misschien wil ze niet gevonden worden. Laten we maar weer terug gaan." zei Annabeth "We moeten haar vinden!" "Percy rustig. Als ze vanavond nog niet terug is, dan gaan we ervan uit dat ze dood is." "Ik wil haar vandaag vinden, dood of niet!" "Prissy, rustig. Als we verder gaan zoeken gaat ze waarschijnlijk verder weg zitten, als ze nog leeft dan, en niet ontvoerd door een of ander monster." "Clarisse je maakt hem alleen maar banger, het is wel zijn zusje!" "Denk je dat ik haar niet terug wil vinden! Dat ik niet om haar geef! Ze is dan niet mijn zusje maar ik geef meer om haar dan om wie dan ook! Ze is wel mijn beste vriend die ik ooit heb gehad! Denk je dat ik niet bang ben! Dat ik geen gevoelens heb!" Wow, zo heb ik Clarisse nooit gezien. "Misschien ken ik haar niet zo lang, maar dat betekent nog niet dat ik haar niet mag!" Clarisse liep boos weg verder het bos, weg van Kamp Half-Bloed. "Zo heb ik Clarisse nooit gezien." zei een onbekende meisjesstem. "Inderdaad Piper, zo heeft niemand haar gezien." "Ik kan iets proberen, ookal vind ik het niet zo leuk om te doen. Alexis kom nu tevoorschijn!" schreeuwde Piper. Ik kreeg de nijging om de boom uit te springen. Toen bedacht ik me iets... Toverspraak, het is een val. Je krijgt me niet deze boom uit dochter van Aphrodite. "Nope, het werkt niet." "Laten we maar weer terug naar kamp gaan." zei Annabeth. "Ik hoop dat het goed met haar gaat." zei Percy. En ze liepen naar kamp. Toen ze ver genoeg waren. Klom ik van boom tot boom, de kant op waar Clarisse heen liep. Ik zocht en zocht maar vond haar niet. Eindelijk zag ik haar tegen een boom aan zitten, steentjes te gooien. Er klonk geritsel uit de bosjes onder mij. Clarisse stond op en wou haar speer pakken, maar die had ze natuurlijk in haar gebouw laten liggen. Er sprong een manticore uit de bosjes. Wacht een manticore?! Wat doen die zo dicht bij kamp. Hij wierp een dolk met zijn staart. Clarisse ontweek hem net, en begon te rennen. Dat maakte de manticore natuurlijk boos. De manticore begon dolken snel achter elkaar op Clarisse te gooien. Ze ontweek weer alle dolken op een na. Die kwam in haar schouder terecht. Ze kreunde maar rende gewoon verder. De manticore begon achter haar aan te lopen. Ik wou anders gaan zitten, maar viel weer uit de boom. Mijn voet die ik al eerder had geblesseerd klapte dubbel. De manticore kwam nu langzaam op mij af lopen, en vergat Clarisse, die nog steeds weg rende. Ik trok mijn zwaard, stond met moeite op en hinkelde op de manticore af. Die net een dolk gooide, die ik nog maar net ontweek. Ik maakte een rolletje en hakte zijn poot/voet eraf. De manticore begon te brullen. En begon meer en sneller de dolken te werpen. Twee van de vele dolken raakten me maar. Een in mijn pijnlijke enkel. En de andere in mijn linker schouder. Ik kwam er toen pas achter dat ze giftig waren. "Verdomme." De manticore begon met een grijns nog meer dolken te werpen. Ik ontweek ze allemaal, en stak mijn zwaard in de buik van dat beest. En het beest veranderde in stof. Hijgend rende ik de kant waar Clarisse is op gerend. Ik zag haar tussen slangenvrouwen en cyclopen. Wat?! Met tegenzin viel ik ze aan. Een cycloop had een hele mooie speer vast. Clarisse die had het ook gezien en wees met de dolk van de manticore (die ze uit haar schouder gehaalt had) naar de speer. Ik viel de cycloop aan en binnen een paar tellen al weer gedood. Ik gooide de speer naar Clarisse, die me dankbaar aan keek. Drie slangenvrouwen vielen me aan. Ik had er al snel een gedood. Maar een andere was daar niet zo blij mee. Haar klauw kreeg ik in mijn gezicht. Met pijn viel ik op de grond. De slangenvrouwen wouden weer aanvallen, maar ik maakte een koprol achterover en belandde op mijn voeten. Ik vergat de pijn in mijn voet en viel aan. Weer een dood. De andere probeerde weg te komen maar ik hakte haar hoofd eraf met een vloeiende beweging. Ik keek naar Clarisse en zag dat ze twee cyclopen en een slangenvrouw naar tartarus gestuurd had. Ze had het moeilijk. Ik viel een cycloop van achteren aan. De drie anderen kwamen nu naar mij toe. Fijn. Een slangenvrouw en een cycloop bleven over. Een cycloop viel aan maar ik stapte opzij, en hakte het monster in tweeën. Ik voelde een raar gevoel in mijn lichaam om hoog kruipen. Iets wat ik nog nooit eerder had gevoelt. Toen werd alles zwart...
--------
Hoihoi, weer een nieuw hoofdstukje. Wat denken jullie wat er gaat gebeuren? Sorry voor het lange wachten maar ik heb even geen inspiratie meer. Toch nog heb ik een lang hoofdstuk weten te maken. Ik hoop dat jullie het leuk vinden. Vele groetjes, xlianhx
JE LEEST
Mistakes that demigods make Boek 1
Hayran KurguAlexis is 15 jaar en woont in New York. Als het blijkt dat ze een half-god is veranderd haar leven in een no time. Wat gebeurd er als ze op haar eerste Queeste moet? Wat als de Queeste mis loopt? Wat als iemand dood gaat? Dit is een Percy Jackson fa...