2.

177 4 5
                                    

Kno-arts Charles Ramaekers was in een betere conditie dan de notaris. waarschijnlijk liep de arts dagelijks meer meters in zijn ziekenhuis, of had de notaris meer aanleg om vet op te slaan. Charles genoot van zijn wieleruitjes met zijn vrienden.hoe langer en vermoeiender de rit, hoe gelukkiger hij zich voelde.diep gaan, zichzelf dwingen tot prestaties die hij nog nooit geleverd had, het paste in zijn systeem. al zijn zintuigen werkte dan op volle toeren. na afloop smaakte het eten beter, en viel hij als een blok in slaap en voelde zich dagenlang energieker dan ooit tevoren. Charles kon zijn energie goed verdelen, zodat hij richting de finish genoeg energie had voor een fikse sprint. daar verheugde hij zich op. eens kijken wie ditmaal zou winnen als het er echt om ging.hij had een kilometer of tien geleden een discussie gehad met Pieter lambriex. die moest weer zo nodig naar een of ander congres. in eerste instantie had hij zich opgewonden. Pieter was een profiteur en smeed met geld. hij was echt kwaad, totdat Christiaan tussenbeide kwam, en Charles aanstootte en lacht. toen bedacht Charles zich dat kwaad worden weinig zin had en zei hij dat lambriex moest doen wat hij nodig achtte. barcelona, dacht hij, daar had zijn collega het over. Pieter leek het niet vreemd te vinden dat hij zo laconiek reageerde. hij vroeg zich af of zijn collega's iets vermoedde van zijn plannen. vlak voor de afdaling ritste hij zijn felrode jasje met de reflecterende strepen dicht. tegen de avond werd het kouder. hij liet zijn hoofd iets zakken. een heerlijk gevoel van vrijheid overviel hem. "Hé dromer waar zit jij met je gedachten?wacht je nog op ons?" Schreeuwde cristiaan. charles keek om. de andere volgde op een afstandje en hij trok zijn remmen wat in. niet te veel, hij wilde de wind door zijn haren voelen. door zijn bos donkere krullen. Minder dik dan tien jaar geleden, onmiskenbaar, maar voor zijn vijfenveertig jaar mocht hij niet klagen. Jeanine had al een paar keer gezegd dat het tijd werd voor de kapper, maar hij deed dat niet. hij pakte een banaan uit zijn voorraadzak. die naderde de bodem en dis had hij zijn vocht en voedselinname goed verdeeld. ze hoeven nog maar een kilometer of tien. voorlopig de laatste keer dat hij meedeed. weemoed kwam in hem op. Hij hield van het mergellandschap. om te fietsen langs de meihagen, over de holle wegen. om er te wandelen, langs de oevers van de Geul. op een zondagmiddag, stevige wandelschoenen dragend, eropuit. wandelend genoot hij nog meer van de natuur. vooral rondom Epen, met de uitbundige bloeiende orchideeën en ritselde populieren en soms een ree, die schichtig wegschoot als hij per ongeluk een tak onder zijn voet liet kraken. hij moest er niet teveel bij stilstaan. het was zijn eigen keuze. binnenkort zou hij het zijn vrienden vertellen. eerst moesten er zaken geregeld worden.

De stemming werd serieuzer, grimmiger. een opjuinende lambriex zorgde ervoor dat het snelheid omhoog ging."kom op, mietjes, waar blijven jullie nu". hé vlugge vickie speelt je knie soms plotseling op? Of wil je niet voor tienen binnenkomen? Lambriex lachte toen hij de verbeterde houding van Janssens zag. Victor Janssens was makkelijk te beïnvloeden. lambriex wist precies hoe hij hem moest aanpakken. Pieter lambriex zou zijn geld inzetten op Osar Freire, de Spaanse kopman van de groep waarin ook Boogerd en dekker reden. Freiere zou winnen morgen. Freire had belang hij goede resultaten, want dan kon de drievoudig wereldkampioen zijn leidende positie in het klassement van de ProTour heroveren op O'Grady. Freires grootse concurrent was Davide Rebellin, winnaar van de Amstel gold race 2004. rebellin stond vijftien punten achter op freire. en dus zou freire gemotiveerd zijn om te winnen. misschien kon hij samen met Boogerd iets moois neerzetten. De anderen zouden natuurlijk op Boogerd gokken. Janssens in ieder geval. dat was alleen al reden voor hem om een andere favoriet te kiezen.

Janssens verhoogde de snelheid, Ramaekers volgde, met lambriex in zijn achterwiel. Vreijdenberger had een paar minuten daarvoor al af moeten haken. de notaris had het hoge wedstrijdtempo geen seconde kunnen volgen,had de anderen laten gaan, maar hij had het niet erg gevonden. hij was het gewend en had ook geen enkele illusie dat hij als eerste over de streep zou komen. op het moment dat ze Maastricht naderden, moest ook lambriex gaan lossen. Daar baalde hij van, want hij hat graag willen zien hoe zijn meest fanatieke vrienden tot het uiterste gingen. victor Janssens en Charles Ramaekers gunden elkaar geen millimeter voorsprong. zij hadden op dat moment allebei maar een wens en dat was winnen. Lambriex zag de afstand steeds groter worden, al reed hij nogsteeds zo hard mogelijk door. zijn vrienden gingen gewoon te hard voor hem. de twee koplopers fietste niet hard. ze fietste of hun leven ervan afhing. Ramaekers en Janssens schrokken tegelijk op toen er plotseling een vrachtwagen van rechts kwam. de twee, met inmiddels een snelheid van boven dertig kilometer per uur, moesten eigenlijk stoppen. Beiden waren daar te eigenwijs voor, en met een gevaarlijke slalom ontweken ze de neus van de tientoetsenbord op een haar na. de chauffeur vloekte, zwaar remmend, en kon maar net voorkomen dat zijn vrachtwagencombinatie gong scharen. de twee mannen zagen het niet. nog vastbesloten om te winnen ging het tempo van Janssens hoger en hoger. en Ramaekers zat in zijn wiel. de laatste paar kilometer daalde de weg lichtjes, waardoor ze volop in de hoogste versnelling konden gaan. Janssens lag op kom, Ramaekers volgde en nam niet over. hij twijfelde of hij dat zou doen. een moment stond hij op punt, om de kop over te nemen maar hij deed het niet. winnen, d'r wilde hij deze keer. juist deze laatste keer, bovendien andersom zou Janssens ook niet overnemen, dat wist hij zeker. Charles Ramaekers moest alles geven wat hij in zich had om in het wiel van Janssens te kunnen blijven rijden. de ex-prof haalde ook alles uit de kast. ze haalde een snelheid die ze nog nooit eerder op de teller hadden gehad: in ieder geval de kno-arts niet. Janssens had ongetwijfeld in zijn gloriejaren veel harder gereden. dat was toen. nu was het eindelijk een echte wedstrijd. niet zoals voorgaande jaren, toen Janssens met overmacht won. Charles moest en zou winnen. morgen zou hij waarschijnlijk spierpijn hebben maar dat maakt hem niet uit. hij had het er voor over. de arts haalde alles uit zijn tenen. de laatste honderden meters. vlak voor de finish zetten hij nog flink aan en voelde hij dat hij het ging redden. hij haalde Janssens vlak voor de streep in en won met een spaaklengte voorsprong. rameakers ging als eerste over de dikke witte krijtstreep, die Janssens die ochtend eigenhandig had aangebracht op het gladde wegdek vlak bij de kantine. met zijn armen hoog in de lucht schreeuwde de kno-arts, een moment niet aan zijn zorgen denkend, zijn overwinningskreet. Tiny Nelissen, gastvrouw van de kantine van sportpark jekerdal stond op tijd klaar km de finish te vereeuwigen met lambriex zijn dure spiegelreflexcamera en gig, goedmoedend haar schuddend, weer naar binnen. Haar jongens gedroegen zich af eb toe als een stel kleine kinderen. en stiekem genoot ze. ze had zelf helaas nooit de vreugde can eigen kinderen mogen beleven. de pijn daarvoor was grotendeels gesleten. in plaats daarvan genoot ze zoveel mogelijk van de jonge mensen die ze in haar kantine, bijna haar tweede woonkamer, kon vertroetelen.

Aan het tafeltje naast de vier schonk Tiny de glazen van een clubje hardlopers nog eens bij. Ze waren trots op haar gezellig ingerichte kantine, waar de jongens graag bleven na hun inspanningen en een verfrissende douche. eigenlijk was ze liever in haar eigen woonkamer, waar ze tot weinig anders kwam dan spelletjes op tv kijken. teruglopend naar de bar streek ze zorgzaam net een doekje over de vitrinekast."tante Tiny, bedankt voor de gezelligheid, ik moet nodig terug naar moeder de vrouw." zei een van de hardlopers. hij drukte haar een tientje in de handen."het is wel goed zo." achter de bar van gefineerd hout hing een kleine tv aan de muur en Tiny kon haar ogen er amper vanaf houden, want er scheen iets gebeurd te zijn in den haag. door de luider wordende stemmen van de sporters ontging haar veel, maar ze was er van overtuigd dat er iets met de minister aan de hand was. ze hoorde Janssens stem. Charles had de kop over moeten nemen. dat had ze Janssens ook al eerder horen zeggen. lambriex zat weer te jennen natuurlijk. ze probeerde de berichtgeving op tv te volgen. een aanslag? Hoorde zat dat nou goed? De man kwam in beeld. lachte. blijkbaar was het goed afgelopen. of toch niet, nee, het was een stukje archiefopname.

Victor Janssens bleef doorzeuren over zijn verlies en het kostte hem tot derde pilsje tot hij inzag dat het leven gewoon soorging. ach, het was naar een simpele tocht. het zei niets, dat wilde hij zich voorhouden, zich inprenten. en toch, alle vier wisten ze beter. Charles sloeg en vriendelijk op zijn schouder en dat zei hij, victor, volgend jaar vast zou gaan winnen. Victor zijn mindere conditie was maar tijdelijk, verzekerde Charles hem. maar toen strooide Pieter lambriex zout in de amper geheelde wond door in Victor zijn oor te fluisteren dat het geen toeval was dat Charles gewonnen had. wie had er per slot van rekening voor gezorgd dat zijn conditie zo achteruit was gegaan? Het bracht hem in de war. Vreijdenberger trakteerden meteen op een pilsje en benadrukte hun jarenlange vriendschap." Die kan tegen een stootje".victor wat jij? Zelfs al vind je dat Charles de kop had moeten overnemen. ik zal nog een rondje bestellen. hij riep naar de kantinedame en bestelde vier pilsjes."vrind, ik was laatste en helemaal Total loss, ik heb nu al spierpijn. wees liever verheugd dat je op jouw leeftijd nog zo'n goede conditie hebt. de vier proostten opnieuw op hun geslaagde dag. zelfs Janssens hief, na enige twijfel, zijn glad en mompelde iets, zij het met een allesbehalve overtuigende glimlach. ze vertelde elkaar op wie ze hun geld wilden inzetten. lambriex schreef het op een viltje en legde ieder tien euro op tafel. zoals elk jaar.en zoals elk jaar werd de pot beheerd door Vreijdenberger. als notaris moest je tenslotte kunnen toezien op een eerlijk verloop van hun weddenschap. zoals elk jaar zouden ze morgenavond naar het verslag van de race kijken, in de kantine, samen een pilsje drinken en de buit aan de eerlijke winnaar te overhandigen. zo ging het elk jaar. alleen, zo zou het deze keer niet gaan. zo zou het nooit meer gaan.

Je hebt het einde van de gepubliceerde delen bereikt.

⏰ Laatst bijgewerkt: Feb 24, 2015 ⏰

Voeg dit verhaal toe aan je bibliotheek om op de hoogte gebracht te worden van nieuwe delen!

Flikken Maastricht Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu