Deel 1 - Hoofdstuk 12

20 5 1
                                    

De zwangerschap verliep zonder veel compliaties. Olivia werd met de dag meer opgewonden, terwijl Cees met de dag meer angst kreeg voor het vaderschap. Kon hij dat allemaal wel? Zou hij wel een band hebben met de baby? Zouden hij en Olivia het eens kunnen worden over een naam?

En met die vraag legde hij meteen de vinger op de zere plek: de naam. Olivia wilde het liefst iets Frans, iets dat elegant is maar ook lang. Cees - die zijn naam haatte - wilde zijn kind het niet aandoen het een lange, moeilijke naam te geven en zocht het daarom in de kortere. Olivia smeekte hem om Franse namen te overwegen, maar Cees hield het toch liever Nederlands.

"Maar een Franse naam is toch veel mooier?" zei ze op een dag tijdens de lunch. Cees en Olivia zaten te eten in de eenzame eetzaal, diep verstopt in het grote huis. Bedienden, die in het huis van Adelheid volop aanwezig waren, hadden ze niet. En dus brachten de twee de lange dagen alleen in hun eigen, afgesloten paleisje door.

"Hmmm..." zei Cees, terwijl hij op zijn broodje kauwde - hoe chique hun huis dan ook mocht zijn, tegen een simpele maaltijd zeiden ze allebei geen nee. "Ik weet niet. Er is toch niks mis met een Nederlandse? Ik bedoel, het kind gaat wel hier opgroeien en-"

"Maar ik kan wel Frans tegen 'em gaan praten!" De twee noemden de baby nu al een paar weken 'hij' zonder te weten of het een jongen of meisje wordt. 'Hij' praatte gewoon wat makkelijker. "'Ij moet ook een beetje weten wat zijn roots zijn."

"Dat zal hij echt wel weten, schat. Daar hoef je geen Frans voor te gaan praten." Cees bedoelde het goed, maar de woorden klonken een beetje als een betutteling. Olivia hoorde dat echter niet, ze was te druk met op haar lip bijten.

"Ik vind gewoon dat Franse namen meer charme 'ebben dan die lompe Nederlandse," zei ze uiteindelijk, nadat de twee minutenlang zwijgend hun brood hadden gegeten. Zelfs het inschenken van de jus d'orange was geluidloos gegaan.

Aha, dus zo zit de vork in de steel, dacht Cees. "Waarom heb je dat dan niet gezegd?" zei hij. "Dat had heel wat geruzie gescheeld."

Olivia haalde haar schouders op, en keek Cees met twinkelende ogen aan. "Misschien wel, misschien niet," zei ze knipogend. Ze wreef met haar hand over haar buik; ze was immers al acht maanden onderweg en dus - om het maar even gewoon te zeggen - reusachtig. Ze strekte zich uit, toch nog verbazingwekkend elegant, en ging toen lekker onderuitgezakt zitten wachten tot haar echtgenoot klaar was met zijn lunch.

"Dus, wordt 'et een Franse naam?" vroeg ze.

Cees was ondertussen, om één of andere reden, bezig zijn brood plat te drukken in de ijdele hoop dat hij dan meer zou hebben. "Best," zei hij. Opeens keek hij op, en riep: "Jij mag de meisjesnaam bedenken, ik de jongensnaam. Oké?"

"Deal," zei Olivia, die al meer dan gelukkig was met die belofte. Tevreden staarde ze naar de tuin die elke week, op dinsdagochtend, keurig werd verzorgd door Babette, een lieve oude vrouw die vrijwillig had aangeboden de tuin te onderhouden. Dat lieve gebaar konden de Fitzgeralds natuurlijk niet afstaan, en dus stemden ze in. Nu was Babette Olivia's enige contact met de buitenwereld.

--

Trots hield de kersverse moeder Olivia Geneviève Maribelle Fitzgerald-D'Arnaud haar baby in de armen. De nieuwe vader Cees stond wat onwennig naast haar, helemaal verliefd op zijn kind maar ook bang voor wat er nu zou gebeuren. Teder aaide hij de baby over het hoofd.

Er kwam een verpleegster binnen, met een grote glimlach op haar gezicht. "En, weten jullie al hoe de kleine gaat heten?" vroeg ze, terwijl ze eventjes met haar vinger op de neus van de baby drukte. Iets oudere kindjes zouden dan gaan lachen, maar deze was nog te jong en keek dus alleen maar met grote, kastanjebruine ogen naar de lachende verpleegster.

Olivia pakte haar kindje extra stevig vast en drukte het stevig tegen haar aan. Ze keek naar Cees die bemoedigend knikte.

"Joséphine Olivia Geneviève D'Arnaud-Fitzgerald," zei ze, en ze grinnikte een beetje nu ze de naam hardop zei. Was hij niet overdreven lang? Te bekakt? Te... te? Die en nog wel duizend andere vragen spookten door haar hoofd, maar Cees zei alleen maar: "Ik vind haar prachtig, en haar naam ook, en jij, jij bent ook mooi..." Toen kwam er zo'n grote brok in zijn keel dat hij moest stoppen met praten, maar Olivia had het wel degelijk gehoord, en heel even leek het erop dat de de kersverse ouders spontaan in snikken zouden uitbarsten.

"Dat is een hele mond vol," zei de verpleegster alleen maar. "Weten jullie dat zeker? Ik wil jullie er niet uit praten, integendeel, maar het is vooral een waarschuwing dat zo'n lange naam nogal wat papierwerk kan opleveren en-"

"We begrijpen uw bezorgdheid, mevrouw, maar dit weten we echt zeker," zei Olivia. "'Aar roepnaam is gewoon Joséphine, die twee andere namen zijn alleen 'officieel,' zeg maar. Ze is vernoemd naar mij en naar mijn moeder, net zoals ik vernoemd ben naar míjn moeder ('aar grootmoeder dus) en mijn oma."

"Mooier kan haast niet," zei de verpleegster. "Kan ik nu trouwens de familie binnenlaten? Ze staan al minstens een uur te trappelen van ongeduld in de wachtkamer..."

"Familie? Hoe kan dat nou, we hebben niemand verteld dat het begonnen was!" zei Cees verbaasd.

De verpleegster fronste en zei schouderophalend: "U heeft een invloedrijke familie, meneer Fitzgerald." En zonder dat Cees of Olivia nog iets kon zeggen liep ze de kamer uit om de familie te gaan halen.

"Wie zouden er zijn?" zei Olivia, die, hoe gelukkig ze ook was met haar dochter, niets liever wilde dan slapen. Heerlijk lang slapen en dan morgen de stand van zaken maar weer eens bekijken. Niet nu nog urenlang familiebezoek doorstaan en gezelschap opgedrongen krijgen van mensen die nog bekakter waren dan zij, en steeds maar die arme Joséphine door moeten geven omdat iedereen haar even wil vasthouden, of op zijn minst aanraken.

Adelheid Fitzgerald-van Acht en Geneviève D'Arnaud dartelden door de gang, door het dolle heen vanwege de geboorte van hun kleinkind. De vaders, Guillaume en Jan-Cornelis, liepen langzaam maar trots achter hun vrouwen. Aan het einde van de stoet sloften Pierre en Eloise, die alleen maar uit formaliteit aanwezig waren. Toch waren de stiekem wel benieuwd naar hun nichtje of neefje.

"Wat is het, wat is het?" riepen Adelheid en Geneviève tegelijkertijd toen ze kamer binnen stormden. Iedereen barstte zo'n beetje in lachen uit van de opwinding.

De Geschiedenis van de Familie Fitzgerald ✓Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu