H4: Aan Het Werk

1.1K 52 0
                                    

Fris en fruitig zaten Eva en Wolfs de volgende ochtend in de auto, op weg naar het huis van de familie Willems. De twee hadden de hele ochtend nog niks tegen elkaar gezegd. Het was ongemakkelijk geweest om elkaar, na de ruzie van de dag ervoor, weer te zien en daarom hadden ze elkaar zoveel mogelijk proberen te ontlopen.
Eva parkeerde de auto voor de deur van het huis. Ze stapte in stilte uit, waarna Wolfs haar voorbeeld volgde. Ze stopten hun pas toen ze voor de voordeur stonden. Eva drukte kort op de bel. Ze tikte met haar hakken op de grond terwijl ze wachtten tot dat de deur werd geopend.
Na een korte minuut wachten werd de deur een stukje geopend. Door een kier was het hoofd van een vrouw te zien.
'Mevrouw Willems?', vroeg Eva naar bevestiging.
De vrouw knikte langzaam.
'Eva van Dongen, recherche Maastricht', stelde Eva zich voor, 'dit is mijn collega, Floris Wolfs', wees ze naar haar partner. 'We zijn hier voor uw dochter.'
'Ik had jullie al verwacht', zei de vrouw kleintjes en ze opende de deur voor de rechercheurs. Nadat Eva en Wolfs de vrouw gecondoleerd hadden liepen ze naar binnen. De vrouw had amper geslapen, de wallen onder haar ogen waren duidelijk zichtbaar.
De drie liepen de woonkamer in. Op de bank zat een man en aan de keukentafel zat een jongen met een laptop voor zich.
'Hendrik, dit zijn mensen van de politie', vertelde de vrouw haar man.
De man stond op en schudde de rechercheurs de hand. Ook hij zag er slecht uit.
'Lusten jullie koffie?'
'Nee, dank u wel', sloeg Wolfs het aanbod af.
De vrouw knikte kort en nam plaats op de bank naast haar man, ze wees naar twee stoelen tegenover zich waar de rechercheurs plaats konden nemen.
'Kunt u iets vertellen over uw dochter, mevrouw Willems?', begon Eva het gesprek.
'Zeg maar Marieke', glimlachte de vrouw.
'Marieke', verbeterde Eva zichzelf.
'Ze is-' Marieke onderbrak zichzelf door te slikken. 'Ze was een ontzettend lieve meid.' Aan haar gezicht was te zien dat ze het moeilijk vond om in de verledentijd over haar dochter te praten.
'Was ze populair onder haar klasgenoten?', vroeg Wolfs.
Marieke schudde haar hoofd.
'Daar had ze ook helemaal geen behoefte aan. Ze had liever een paar echt goede vriendinnen dan twintig vriendinnen die ze amper spreekt.'
Eva glimlachte flauw, ze herkende het in haar zelf.
'Hoe heten haar beste vriendinnen?', vroeg ze en ze pakte een notitieboekje en een pen tevoorschijn.
'Rosalie van der Linden was haar beste vriendin. Ze kenden elkaar al sinds de basisschool, sindsdien zijn ze vriendinnen.'
Eva noteerde de naam.
'Zit zij ook op de toneelschool?'
Marieke knikte instemmend.
'Had ze meer vrienden of vriendinnen waar ze vaak mee om ging?', bemoeide Wolfs zich weer met het gesprek.
'Enkele maanden geleden is ze vriendinnen geworden met ene Fleur. Ze was verhuist naar Maastricht en gaat ook naar de toneelschool, daar hebben ze elkaar dan ook leren kennen. Ze kwam vaak over de vloer de laatste tijd.'
Een schok ging door Wolfs zijn lichaam, maar hij probeerde het te verbergen.
'Hoe heet Fleur met haar achternaam', vroeg hij neutraal.
'Geen idee', haalde ze haar schouders op. 'Weet jij dat misschien?', stootte ze haar man aan. De man die de hele tijd voor zich uit had gestaard, zonder zich te mengen in het gesprek. Hij schudde zijn hoofd, maar sprak nog steeds niet.
'En Thomas natuurlijk, haar vriendje', ging Marieke verder met haar verhaal, 'hij kwam hier ook vaak over de vloer. Echt een lieve jongen, ze pasten goed bij elkaar.'
Eva keek geïnteresseerd.
'Thomas hoe?'
'Thomas Groenendaal. Waarom willen jullie dit eigenlijk allemaal weten?'
'Wij willen hen ook even spreken. Vrienden weten vaak dingen die ouders niet weten', legde Wolfs uit.
'Oh. Nadia vertelde ons altijd alles hoor.'
Slim als hij was, reageerde Wolfs er maar niet op.
'Had Nadia vijanden? Of waren er mensen waar ze ruzie mee had?'
'Nee, juist helemaal niet', schudde Marieke vrijwel meteen haar hoofd, 'ze wilde juist iedereen te vriend houden. Ze had dan misschien niet veel vriendinnen, maar ze was altijd aardig tegen iedereen.' Marieke pakte haar glas water van de salontafel en nam een grote slok.
De rechercheurs keken op toen ze een bonk van een vuist op de keukentafel hoorden.
'Rutger kan niet goed tegen zijn verlies', legde Marieke uit toen de rechercheurs haar vragend aan keken.
'Hoe houdt hij zich onder de situatie?', vroeg Wolfs geïnteresseerd.
'Hij houdt zich goed', knikte de vrouw, 'maar eigenlijk heb ik geen idee hoe het echt met hem gaat. Hij laat niet graag zijn gevoel zien.'
Wolfs stond op uit de stoel en liep richting de keukentafel. Hij sprak met Rutger.
Eva probeerde te verstaan wat er gezegd werd, maar daarvoor zat ze te ver weg. Ze moest even geduld hebben, als ze weg zouden gaan zou Wolfs haar vast en zeker vertellen wat Rutger te zeggen had.
'Ze is vermoord, hè?', zocht Marieke bevestiging bij Eva.
Eva keek op en gaf de vrouw een meelevende blik.
'Dat weten we nog niet zeker, mevrouw. We houden alle opties open totdat we meer zekerheid hebben.'
Wolfs kwam terug richting de woonkamer gelopen. Hij knikte een keer naar Eva, als teken dat ze konden vertrekken. Zoals altijd konden ze elkaar met een enkele blik begrijpen, alsof ze elkaars gedachten konden lezen.
Eva stond op uit de stoel, waarna Marieke het voorbeeld volgde.
'Bedankt voor uw tijd', schudde Eva de vrouw de hand. 'Als u iets te binnen schiet, kunt u mij altijd bellen.' Eva drukte haar kaartje met telefoonnummer in de handen van de vrouw. Het drietal liep naar de hal en Marieke opende de voordeur voor de rechercheurs.
'Weten jullie wanneer jullie iets meer weten?', vroeg Marieke hoopvol.
Wolfs schudde spijtig zijn hoofd.
'We houden u op de hoogte als we meer weten.' Met die woorden verlieten Eva en Wolfs het huis van de familie Willemsen. Toen ze hoorden dat de deur gesloten werd, opende Wolfs zijn mond.
'Meneer was niet erg spraakzaam', was hem opgevallen.
'Iedereen gaat anders om met zijn gevoelens, Wolfs. Hij is net zijn dochter verloren.'
'Daar heb je gelijk in', knikte hij.
'Had Rutger nog iets te vertellen?', vroeg Eva nieuwsgierig.
'Zeker', knikte Wolfs. 'Het viel me op dat hij, in tegenstelling tot zijn moeder, helemaal niet te spreken was over Thomas.'
'Oh, hoezo dat?', keek Eva verrast. Ze opende de deur en stapte in aan de bestuurderskant.
Wolfs liep naar de andere kant en stapte ook in, waarna hij de deur met een harde klap dichtgooide.
'Rutger vertrouwt Thomas niet. Hij vond hem totaal niet bij Nadia passen en vindt hem ook verre van aardig.'
'We moeten snel met die Thomas gaan praten', vond Eva.
'Je hebt gelijk', knikte Wolfs, 'maar we kunnen beter eerst afwachten wat de patholoog te zeggen heeft.'
Eva knikte goedkeurend en startte de auto, waarna ze de straat uit reed.

De Reddende Engel [Flikken Maastricht]Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu