Hoofdstuk 1

3.8K 111 19
                                    

Als Emily (ik-persoon) iets heel graag zou willen, dan is het wraak. Al 3 jaar achter elkaar wordt ze gepest op school. Haar grootste wens is dan ook om de pesters haar pijn te laten ervaren, niets zou ze liever willen. Op het moment dat Emily het niet meer aankan en van school wegfietst, komt ze een wezen met rode ogen tegen, wat oogverblindend mooi is en zich ontzettend snel kan bewegen. 'Ik kan je helpen' is het enige wat het wezen tegen Emily zei voordat ze zich bewust werd van de brandende pijn die zich over haar lichaam verspreidde. Vanaf het moment dat Emily haar ogen open deed en kennis had gemaakt met Vanessa, haar maker en de aantrekkelijke Laurens, had ze maar één doel voor ogen..

'Daar heb je Emily weer!' riep Nina toen ik naar het lokaal liep waar ik dat volgende uur les had. Iedereen keek mij aan. 'Moet je haar shirt zien!' fluisterde Moniek tegen haar vriendinnenclubje, 'dit is nu alweer de derde dag dat ze dit shirt aan heeft!' Ik negeerde het, zoals ik altijd doe, de dingen die Moniek over mij zegt zijn bijna nooit volledig naar waarheid. Moniek verzint er altijd een heleboel omheen, zodat het erger lijkt dan het is. Haar 'vriendinnen' zijn soort slaafjes. Ze lachen om alles wat zij zegt en ze doen alles wat Moniek hen opdraagt. In het begin zat ik hier heel erg mee, maar naar verloop van tijd begon ik er gewend aan te raken. Het beste wat ik kan doen was, simpelweg haar gewoon te negeren, ook al kan het soms pijn doen.

Meneer van de Ven, mijn wiskunde docent, stond ongeduldig bij de deur van het lokaal te wachten.  

Toen ik het lokaal binnen liep struikelde ik over een uitgestoken been. De klas begon te lachen. 'Daar heb je Emily weer!', hoorde ik iemand roepen. 'Haha, ik zei toch dat ze een kluns is!', riep Moniek triomfantelijk. Toen ik links van me keek om te zien wie me had laten struikelen zag ik Youri gemeen naar mij grijnzen. Ik voelde mezelf ellendig. Waarom moeten ze ook altijd mij hebben?!

Toen ik naar mijn vaste plek in de klas liep voelde ik de ogen van mijn klasgenoten in mijn rug prikken. Gelukkig heb ik een plekje bij het raam, vooraan in de klas. Naast mij zit Merel. Merel is een meisje met blauwe ogen en lang sluik zwart haar. Merel is ook een 'lid' van Moniek's groepje. Tegen mij doet ze wel aardig, maar toch durft ze nooit voor mij op te komen. Ik zuchtte. Diep in mijn hart wist ik dat Merel mij eigenlijk best wel aardig vindt, maar dit zal ze natuurlijk nooit hardop uitspreken, want ik ben in deze klas het meisje 'zonder sociaal leven'en de 'eenling' waar niemand vrienden mee wil zijn. Ik weet zeker dat Moniek Merel uit haar 'groepje' zou gooien als ze haar mening hardop uit zou spreken. 'Hoi Emily', Merel glimlachte, 'Je moet hun gewoon negeren', fluisterde ze. 'Weet ik', antwoordde ik.  Tijdens de pesterijen hield Merel zich altijd op de afzijdig. Ze deed nooit mee, maar ze kwam ook nooit voor mij op. 

Toen ik aan het einde van het uur mijn tas oppakte zag ik dat iemand er iets opgeschreven had. In slordig hanenpoten schrift stond er geschreven: I'm stupid. Kick me. Ik voelde een steek van pijn.  

Op school miste ik Tom echt heel erg. Tom is mijn beste vriend. Hij woont twee huizen van mij af. Ik kan alles tegen hem zeggen. Jammer genoeg zit een jaar hoger als mij. Ik ben vaker te vinden bij Tom thuis, dan in mijn eigen huis, want mijn ouders werken beide fulltime in een ziekenhuis. Ik zie alleen 's ochtens en 's avonds.  

Tijdens de gymles, het volgende uur, vertelde mevrouw de Bruin dat basketbal voor vandaag op de planning staat. Moniek keek naar mij en begon te gniffelen.  

Tijdens het spel voelde ik dat een basketbal mijn hoofd raakte. Au! Ik werd duizelig! Ik viel op de grond. Ik zag dat Moniek samen met nog twee andere meiden naar mij toe kwam. Ze begonnen te lachen. Even later stond heel de klas om mij heen. Het enige wat ik wilde was weg van hier. 'Moet je haar nu eens zien! Ze is echt een lelijk wijf! Zij hoort niet thuis tussen mensen als ons!', riep Dennis. Ik voelde iets nats op mijn been. Spuug van Dennis. Bah! Ze lachtten. Ik sloot mijn ogen. Opeens voelde ik bijna overal pijn. Ik deed mijn ogen open om te zien wat er aan de hand was. Youri was als een bezetene mij aan het schoppen. De rest van de klas gooide basketballen op mij. De tranen stroomden over mijn wangen. 'Ik zei toch dat ze net een baby is! ', riep Nina toen ze mijn tranen zag. Nina's stem sloeg over. 'Hou op!', riep ik gesmoord. Ik had het gevoel dat ik niks meer kon zeggen. Bij elk woord dat ik tegen hun zou willen schreeuwen kreeg ik het gevoel dat mijn keel steeds verder dicht ging zitten. Ik zou zo graag willen dat die mensen mijn pijn eens zouden ervaren zoals ik die nu ervaar! Ik zou er zo veel voor over hebben om hun te zien lijden zoals ik lijd en heb geleden onder hun pesterijen. Ik voelde me zo machteloos..

Ik weet niet meer hoe lang ik daar gelegen heb.. Ik voelde dat iemand mij oppakte en wegdroeg. Toen ik mijn ogen open deed zag ik dat ik in het kleedlokaal was. 'Gaat het weer een beetje meisje?', vroeg mevrouw de Bruin bezorgd. Haar ogen stonden vol medelijden. Ik knikte. 'Hier moet iets aan gedaan worden!', zei ze fel 'Ik ga direct na deze les naar jouw team leider en mentor om ze hierover in te lichten! Dit kan zo niet langer!'  

'Dank u', was het enige wat ik zei. Mevrouw de Bruin zei daarop: 'Van mij mag je naar huis gaan, ga je maar ziek melden bij de administratie. Dit pestgedrag moet stoppen!' Ik meende tranen in haar ogen te zien glanzen.  

Nadat mevrouw de Bruin weer terug naar het gymlokaal liepvoelde ik me nog steeds ellendig. Elke keer nadat ik zoiets als dit had meegemaakt bleef dat nare stekende gevoel in mijn borst.. De tranen stroomden weer over mijn wangen. Zonder me om te kleden rende ik het kleedlokaal uit naar de kluisjes. Ik griste mijn jas uit mijn kluisje en rende naar mijn fiets. Zo snel als ik kon fietste ik weg. Dit wat ik vandaag heb meegemaakt gaat zeker in mijn dagboek. Na ondertussen 3 jaar gepest te zijn geweest, merkte ik dat het oplucht om over de dingen die je hebt meegemaakt te schrijven.

Ik wilde niet dat iemand mijn tranen zou zien. Ik heb er een hekel aan als mensen medelijden met mij krijgen. Ik had geen besef waar ik heen fietste. Het enige wat ik wilde, was die pijn kwijtraken. Ik voelde dat ik weer een beetje bijkwam. Toen ik keek waar ik was zag ik dat ik bij een parkje was aangekomen. Er was bijna niemand. Op 50 meter afstand stond een meisje met bruin haar van ongeveer mijn leeftijd. Dit vond ik wel een goede plek om bij te komen en uit te huilen. Ik ging op een bankje aan het water zitten. Ik keek naar de eendjes die aan het vechten waren voor een stukje brood. Diep in gedachten verzonken merkte ik niet dat het meisje met het bruine haar opeens naast mij zat. Ik schrok toen ik haar zag. Het eerste wat me opviel waren haar felrode ogen. Ik was sprakeloos. Ik had nog nooit zo'n perfect persoon gezien buiten tijdschriften. Het leek alsof ze uit een tijdschrift was gestapt, zo mooi was ze. Ze glimlachte. 'Ik wil je helpen al je problemen op te lossen', zei ze met een melodieuze stem.  

Het moment daarna leek heel snel te gaan. Vliegensvlug boog ze zich naar voren en beet me in mijn nek. Warmte verspreidde zich over mijn lichaam. Het voelde prettig, maar het werd steeds heter. Ik had het gevoel dat ik in brand stond. Het laatste wat ik me nog kon herrinneren is dat ze me oppakte. Ik voelde de wind door mijn haren gaan. Het was alsof ik vloog. De pijn werd erger. Ik had het gevoel dat ik in brand stond. Wat gebeurd er met me?! Wat heeft zij met mij gedaan?!

Dit is het einde van het eerste hoofdstuk. Ik hoop dat jullie dit verhaal tot nu toe leuk vinden. Als je een vraag hebt, stuur me dan even een berichtje. Ook zou ik het leuk vinden als jullie een comment achterlaten over wat jullie van dit verhaal vinden! xoxo

Sweet revengeWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu