Ik kijk Victor aan. "Vic, ik beloof het tegen niemand te zeggen." Probeer ik. "Nee, ook al zeg je het tegen niemand, die gene komt er achter. Hoe erg je het ook wilt verbergen, vroeg of laat weet die gene het!" Zegt Victor. "Maar, ga je echt met Paisley of doe je het gewoon omdat het moet." Vraag ik bang. "Ik hou van haar, ze is lief. Shaden was to much. Ik weet niet, maar ik hou van Paisley en niet meer van Shaden." Zegt Victor. "Wat!? Dus jij dacht; Oh, het is vast makkelijk, laat me met iemand anders omgaan, ik hou toch niet meer van haar?! What the fuck, Victor!" Ik loop boos weg. Ik loop Victors' kamer uit en sla met veel kracht de deur met een knal dicht. Ik loop naar beneden. Ik doe me sjaal aan en doe me simpele All stars aan. Ik loop zonder nog iets te zeggen de deur uit. Ik loop met mijn handen diep in me zakken op straat. Ik veeg een traan van mijn wang weg. Ik kijk naar me hand die een beetje zwart is van mijn uitgelopen mascara. Hoe zou het nu eigenlijk met Chis gaan? Dat is het! Chris! Ik zoek naar me telefoon. Ik zoek in me zakken. Dan zoek ik in mijn broekzak. Shit. Ook dat nog. Lekker is dat, mijn telefoon thuis vergeten. Ik loop een klein steegje in, vragend naar waar ik naar toe ga. Ik zie een paar enge mannen in caféetjes zitten. Mijn moeder waarschuwd mij altijd, dat ik nooit in dit steegje mag lopen, omdat er 'rare mensen' lopen. Ik loop door. Ik kijk naar mijn bewegende voeten. "Hey, meisje. Kom eens even hier!" Hoor ik een dronken oude man zeggen. Ik kijk niet op. Ik loop rustig door als of het de normaalste zaak van de wereld is. De man komt mijn kant op, dat voel ik. Ik kijk op. "Meisje, K-k-komen h-h-hier!" Zegt hij nu wat luider. Ik kijk hem aan. Zijn haar staat alle kanten op en zijn vestje is gescheurd. Zijn tanden zijn zwart en staan schots en scheef. Ik kijk hem aan. Hij heeft toch mooie ogen. Bruin met een grijze tintje er in. "M-m-meisje!" Roept hij weer. Ik haal me neus op. Hij stinkt naar bier en wodka. Gadver. Ik blijf de man negeren en loop door. De man komt deze keer achter me aan lopen. Hij pakt mij beet bij mijn schouder. Ik ruk hem los. "Afblijven," Zeg ik. Ik loop door. Ik ben niet bang voor hem. Hij is niks. Hij is oud en lelijk. Hij komt nu achter me aan rennen. Hij loopt een beetje mank. "M-m-meisje!" Zegt hij weer. "Wat?!" Zeg ik boos. "H-h-h-heb j-juh g-geld?" Zegt hij met een boers accent. "Nee, en nu oprotten!" Zeg ik kwaad. De man loopt draaierig weg naar het caféetje en valt een andere dame lastig. Ik loop snel door. Mijn moeder had gelijk. Hier, lopen vreemde mensen. Ik zet een wat harder tempo. Ik kom eindelijk weer terecht in een normaal straatje. Ik zie een supermarkt en wat andere kleding winkels. Ik loop weer een steegje in, waar het dit keer wat rustiger is. Ik loop door en zie een schaduw voorbij komen. Ik kijk. Huh? Ik weet wel zeker dat ik het net zag. Ik loop door. Plots, wordt ik beet gepakt bij mijn schouder. Ik word naar achtere geduwd richting een donker straatje. Ik word mee gesleurd van hoek naar hoek. Ik wil roepen, maar een stevige hand bedekt mijn mond. Ik probeer me los te rukken, wat moeilijk gaat. Ik duw en schop, maar alle lichaams delen van Hem houden alles van mij tegen. Ik wil me ogen openen, maar zelfs die worden bedekt. Ik ruk me los. Ik geef alles op alles, maar het lukt niet. Ik begin te stoppen, omdat me ademhaling omhoog gaat. Ik stop. Hij houdt mij nog steeds tegen. Ik begin weer te hyperventileren. Mijn bloed begint aan alle kanten heen en weer te stromen en mijn ogen worden langzamerhand zwak. Ik begin te zuchten en te puffen,. Mijn medicijn. Mijn medicijn! Ik ga dood. Ik probeer in en uit te ademen. Ik begint te draaien en me hoofd begint als een gek te tollen. Mijn hersens beginnen te stoppen en alles is wazig. Mijn armen worden moe. Ik moet door zetten, denk ik. Mijn benen kunnen niet meer. Ik zak door me benen. Ik voel nog steeds armen onder me oksels die me nog steeds vast houden. Laat me los! Wil ik roepen. Ik wil naar huis. Terug naar mijn gezin. Terug naar me moeder. Terug naar Victor. Terug naar iedereen. Ik word op getilt door iemand. Ik word in Iets gezet. Ik word geblind doekt. Nee. Ik. Word. Gekidnapt. Ik begin wild te schoppen met mijn voeten. Ik besluit om het te laten gaan en om rustig aan te doen. Ik moet de weg onthouden. Ik moet. Dan kan ik vluchten. Shit, Hij is te slim. Hij rijdt een paar keer rondjes, zodat ik de weg vergeet. Ik voel dat we rechtdoor gaan, maar welke rechtdoor? Voor de voetgangers is dat nu recht en voor de fietsers is dat nu links. Ik sluit mijn ogen. Ik ben moe. Ik heb niet kunnen slapen deze nacht. Ik haat mijn leven. Ik mag dat nooit zeggen van mijn moeder, omdat God ons een goed leven toe heeft gewenst. Maar zo te zien is daar niks van waar. God houdt niet van me. Ik sluit mijn ogen.
iK wordt flink wakker geschudt, door Hem. Ik open me ogen, maar openen is het niet echt, want ik zie nog steeds alles zwart van de blinddoek. Ik voel dat mijn blinddoek af wordt gedaan. Ik open mijn ogen. Ik zie een mooie jongen voor me staan. Niet aan denken, je hebt al een vriendje. Chris. Denk aan Chris. Stimuleer ik me zelf. Ik stap uit de zwarte auto\bus. Ik loop achter de man aan. Ik kijk om mij heen. Ik zie een mooi groot bloemenvonkjes tuin. Verder zie ik een fontein. Dan kom ik ook in oog te staan met een groot huis. Een huis met wel 6 verdiepingen. Holy. Dit is te gek! Ik word door de man mee getrokken naar binnen. Mijn bui verdwijnt al gauw, als ik in de 'vila' rare meubles zie staan. Alles is zwart en het ruikt er erg muf. Ik zie overal gok automaten. Wat mij erg verbaast, ik bedoel wie heeft er nou gok automaten in huis? Ik loop verder door. Ik zie verder niets bijzonders. Nu pas begint door me door te dringen wat ik hier doe! Ik was mee genomen door Hem, die rot joch! "Hey! Wat is dit?!" Zeg ik. "Bek dicht!" Zegt hij. Hij geeft me een duw tegen mij schouder. "Afblijven!" Zeg ik. De jongen pakt me beet bij mij elleboog en trekt me mee. "Mmmmm. Help!" Hoor ik iemand roepen. De stem komt me bekend voor. Ik graaf diep in me gedachten. Wie? Wie is dit? De jongen trekt me verder mee. Hij steekt een sigaret in zijn mond. Argh. Wat vies. Ik haat die geur. "Kan dat niet buiten?" Vraag ik respectloos. "Ik zei toch dat je bek moet houden?!" Zegt Hij. Ik mompel nog iets binnenmonds en laat het dan gewoon gaan. Hij krijgt een sms'je. Hij leest het. Mm, vreemd. Hij pakt me weer beet, maar dit keer bindt hij touw om mijn polsen. "Hé! Wat denk jij wel niet in dat kleine domme hoofd van je?! Zomaar een meisje vast binden?! Wat een mongol, ben je toch!" Zeg ik. Hij brengt mij richting een kamer, waar het bekende stemmetje vandaan komt. Hij pakt een bos sleutels en opent de deur.
"Shaden?!"
Wahoo, ik heb wel 1300 woorden geschreven!
JE LEEST
My Life With A Stalker. Voltooid
Teen FictionIk, Siara, ben een doodgewoon meisje. Ik ben niet speciaal, maar ik ben ook niet onbekend. Ik vind mijn leven gewoon goed genoeg. Ik zit op een goede school, heb een geweldige broer en mijn ouders zijn nog bij elkaar. Wat mis ik nog? Maar plotselin...