Ik kijk vol verbazing naar Shaden. Dat was dus de bekende stem die ik herkende. Ik kijk met grote ogen naar Shaden. Ik zie dat ze een doek om haar mond heeft. En dat haar haar in een pluizige knot zit. Haar ogen zijn helemaal rood en haar gezicht is lijk bleek. "S-s-shaden? W-w-wat doe jij hier?" Vraag ik stoterend. "Mm, mm. Mjjem." Ik versta er helemaal niks van. "Wat?" Ik wil naast haar op de grond zitten, maar Hij houdt mij stevig vast en drukt me weer omhoog. "Laat me verdomme los!" Schreeuw ik uit. Ik ben het zat. Ik schud me los. "Wat is er zo leuk aan mensen beet houden?! Is dat je baan?! Je meoder weet van niks! Je zit hier maar, omdat je zo een dure auto wilt! Hoe dom ben je wel niet? Je krijgt heus niet een salaris van een miljonair! Ik heb je gewaarschuwd!" Shreeuw ik boos. De jongen laat me los. Ik wrijf met mijn vingers over me pols. Ik strijk met mijn rode handen over het gezicht van Shaden. Ik doe als of ik haar een knuffel wil geven, maar fluister dan in haar oor; "Je komt hier uit." Ik wrijf nog wat en doe alsof ik niks heb gezegt. Ik sta op. "Wat?" Zeg ik tegen hem. "Niks. Mee komen." Hij sleurt mij weer mee bij mijn pols. Ik kijk Shaden met een vertrouwde blik aan. Shaden kijkt terug met haar glinsterende ogen. Ik loop door. De jongen brengt me naar iets en niets. Hij duwt me op de zwarte noppen sofa. Ik plof met veel gezucht op de bank. Had ik nu maar me telefoon bij me. Hij staat op. "Blijf hier. Ik ga alleen een flesje water halen. Durf één beweging te maken en je vriendin gaat er aan." Zegt hij. Ik knik. Maar in me hoofd begint alles als een sneltrein te denken. Oké, dit is mijn kans. Ik kijk om me heen. Overal. Maar dan ook echt overal staan camera's. Ik sta op en loop naar het kamertje waar Shaden is. Ik open de deur, wat een heleboel gekraak veroorzaakt. Ik pak Shaden bij haar arm. "Ik wijs je de weg naar de voordeur en je gaat rennen, maakt niet uit naar waar, gewoon blijven rennen!" Zeg ik. Shaden staat op. Ze staat wat mank maar doet haar best. Ik kijk op mijn horloge. Nu. Nu of nooit. Ik sta op. Ik wijs haar de weg. "Ik houd van je. Als je eenmaal hier weg bent bel dam de politie en zeg hun waar ik ben, eerst jij en dan ik." Ik geef haar een kus en wijs haar de weg. Nu. Shaden rent. Rent en rent. Zo hard ze kan. Langzaam zie ik haar weg rennen en dan zie ik haar niet meer. Ik ga weer op de zwarte noppen sofa zitten, alsof er niks is gebeurd. Hij komt fluitend weer terug. "Mooi, je bent nog blijven zitten." Zegt Hij. Ik knik. "Je bent goed blijven zitten dus je verdient wel iets te eten." Zegt Hij. Ik knik. Hij biedt me een klein meusli reepje aan. "Wat?! Is dit het!?" Zeg ik. "Nooit geleerd dat je blij moet zijn met wat je hebt?" Zegt hij schaterend. "En dat zeg jij? Jij bent de gene die hier loopt met een broodje van 14 cm lang met ham en kaas en sla!" Zeg ik. Op een één of andere manier begin ik Hem te mogen. "Kom. Sorry ik moet je nu helaas opsluiten. Ik zou dat niet fijn vinden, maar anders ga ik eraan!" Zegt hij met een gebaar dat hij zijn kop er af hakt. Hij brengt me steeds dichter bij de deur waar Shaden in ZAT. "Je hebt wel een groot voordeel. Je zit naast je vriendin." Zegt hij. Ja me vriendin, die er niet meer zit. Hij opent de deur met de sleutels, wat erg logisch is. Ik begin het warm te krijgen. Hij opent de deur wild. "WAAR IS SHADEN?!" Schreeuwt Hij. Ik doe alsof ik van niks weet. "Huh? Waar is ze? Als je haar niet nu vind dat ga je er aan!" Zeg ik. Ik doe alsof ik het verschrikkelijk vind, zodat het niet zo erg opvalt. "Shit, ze is er vandoor!" Schreeuwt Hij. Ik kijk Hem bang aan. Hij slaat een diepe zucht en slaat zichzelf op zijn voorhoofd. "En nu?" Zegt Hij. "Weet ik veel." Zeg ik. "Als mijn baas er achter komt dan heb ik een probleem." Zegt Hij. "Wie is je baas dan?" Vraag ik nieuwsgierig. "Dat gaat je niks aan." Zegt Hij. "Oké, heo heet je dat?" Vraag ik weer. "Hou is je mond, je lijkt net van de pers." Zegt Hij. Hij begint wat te puleken aan zijn knoopjes van zijn blousje. "Kom op! Ik wil alleen maar weten hoe je heet." Zeg ik. "Nou ik heet - " Hij wordt onderbroken door vele sirenes. "Nee, we zijn er geweest!" Zegt hij. "Wie is 'we' je bedoelt jij bent er geweest!" Zeg ik. Ik geef hem een duw tegen de muur en hou hem stevig vast, Ik hoor voetstappen achter in de kamer. Ik hoor dat die er via de achterdeur vandoor gaan. "Hey! Daar!" Zeg ik. De mannen van de poltie horen me niet en gaan door met het rustig maken van Hem. "Hey! Hallo! Daar achter!" Schreeuw ik. Ik laat het gaan. Die mannen achterin hebben me niks aan gedaan. Ik zie dat Shaden achterin het busje zit. Ik ren naar haar toe en omhels haar. "Gaat het?" Vraag ik. Shaden kijkt me aan. "Een beetje, ik was wel hard gevallen." Zegt ze. "Oei, gaat het nu wel?" Vraag ik. Shaden knikt. Ik leun tegen haar aan. Shaden wrijft over mijn haar. Ik zie hoe Hij in het busje wordt geduwt. Ik heb je gewaarschuwd, ik zei nog dat je er niks meer gaat berijken!" Roep ik via het open raampje.
JE LEEST
My Life With A Stalker. Voltooid
Teen FictionIk, Siara, ben een doodgewoon meisje. Ik ben niet speciaal, maar ik ben ook niet onbekend. Ik vind mijn leven gewoon goed genoeg. Ik zit op een goede school, heb een geweldige broer en mijn ouders zijn nog bij elkaar. Wat mis ik nog? Maar plotselin...