Hoofdstuk 15 ~Hein

303 15 1
                                    

Ik zit op mijn kamer. De recherche heeft me eindelijk laten gaan. Mijn moeder wilde erover praten, over Lisa, haar dood, de arrestatie. Zo zijn moeders nou eenmaal. Ik zei dat het niet hoefde en ben naar boven gerent. Ik ben op mijn bed gaan zitten en voelde de tranen in mijn ogen branden. Oke, de politie weet al dat ik wat had met Lisa. Zouden ze ook al weten van mij en... Nee! Zo diep zijn ze nog niet. Toen ik uit de verhoorkamer werd gehaald botste een meisje tegen me op. Ik denk er opeens aan. Zou ze bij de politie werken? Zou ze single zijn? Zou ze... Al die vragen. De hele tijd! Al sinds Lisa is gevonden... Opeens hoor ik geschreeuw van buiten. Ik kijk uit het raam. Daar staat Carst met bijna onze hele vriendengroep. Ze schreeuwen dat ik maar buiten moet komen. Ze staan met baksten en stokken in hun handen. Mijn moeder loopt naar buiten als ze allemaal op me beginnen te schelden. Alles komt voorbij: homo, lul, eikel, ect. Mijn moeder zegt dat ze moeten stopen en ik ren meteen naar beneden. Als ik in de deur opening sta hoor ik mijn moeder schreeuwen dat ik binnen moet blijven. In koor schreeuwen ze: 'moordenaar! MOORDENAAR!' Dan gooit Carst een baksteen door het raam. Godverdomme! Nou gaat hij eraan! Ik ren naar hem toe en probeer hem op de grond te gooien, maar hij is net zo sterk en pakt me bij mijn armen. Mijn moeder is hysterisch aan het schreeuwen en trekt het niet meer. Ik hoor sirenes vanuit de verte. Politie. Ik pak Carst bij zijn keel maar hij geeft een stomp in mijn maag. Er stopt een auto en een politieauto. Die ene Evert stapt uit en een andere buitenlandse stapt ook uit de auto. Ik geef Carst een stomp terug en hij pakt me vast en wil me naar de grond duwen. Ik voel inneens dat handen mijn armen rustig pakken en zeggen dat ik moet stoppen. Eerst dacht ik mijn moeder maar als ik omkijk is zij het. Ik weet haar naam niet en ben een keer tegen haar opgebotst maar ze is zo mooi! Het zelfde donkerblonde haar als Lisa en ze heeft prachtig lichtbruine ogen. In dit licht zijn ze bijna groen. De buitenlandse agent pakt Carst en begint te schreeuwen tegen hem. Evert stuurt de rest van de kinderen naar huis. Die buitenlandse agent schreeuwt tegen Carst: "Wat denk jij nou he?!"

"Kom mee!" Zegt ze opeens. Ze houd mijn hand vast en rent naar deur van mijn huis. En stapt het gangetje in. De buitendeur staat nog open en mijn moeder was in gesprek met die Evert. Ik leun tegen de muur van de gang.

"Gaat het wel met je?" Vraagt ze lief. Ik knik en ze laat mijn handen los.

"Wat stom!" -zegt ze.- "ik ben me helemaal vergeten voor te stellen!" Ze steekt haar hand naar me uit.

"Lise." Zegt ze met een hoge stem.

"Hein. Maar dat wist je natuurlijk al hihi." Ongemakkelijk!

"Haha, ja." Zegt ze. Ik leun met mijn hoofd tegen de muur. Wat een kutdag!

"Weet je zeker dat het goed met je gaat?" Vraagt ze zacht. Ze aait over mijn wang.

"Je bent lief." Zeg ik zacht. En ze is ook leuk.

"Haha. Dankje, denk ik." Ze glimlacht. Ik kijk in haar prachtige lichtbruine ogen.

"Jij laat me lachen als ik niet eens kan denken aan een glimlach. Dankje." Zeg ik. Ze kijkt me lief aan en glimlacht naar me. Ze aait weer zachtjes over mijn wang. Ik haal mijn hoofd van de muur en haar lippen raken de mijne. We zoenen en voor ik het weet cirkelen onze tongen om elkaar heen. Het voelt als de zon die gaat schijnen, als de bloemen die uitkomen, als de warmte van een vertrouwenspersoon die echt weet wat je doormaakt en je troost. Ze voelt mij aan. Maar dan stopt het. Ze rukt zich van me los en kijkt verschrikt opzij...

Recht in eigen hand ~moordvrouwWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu