Hoofdstuk 18 ~Lise

271 12 0
                                    

Ik zit in de Keet naast Mirte. Nadat mijn moeder dat vage verhaal over haar had verteld en dat ik van Bram, na dat incident bij Hein, had gehoord dat Mirte niet thuis was, wilde ik met haar praten. Meiden onder elkaar praten makkelijker dan als er andere bijzijn. Ik ben naar de Keet gegaan en zag haar zitten aan een tafel met op die tafel een foto van Lisa met kaarsjes eromheen. Ik ben naast haar gaan zitten en nu kijken we allebei naar de foto. Mirte zit te trillen.

"Gaat het wel?" Vraag ik bezorgd.

"Ja, de dokter heeft me een kalmeringsmiddel gegeven, van dat spul ga je een beetje trillen." Antwoord ze. Ik geloof haar, waarom zou ik dat niet doen? Ik ben nu eigenlijk wel een beetje riskant bezig, na dat incident met Carst op het bureau moet ik oppassen. En toch zit ik hier nu alleen met Mirte. Niemand weet waar ik ben behalve mijn moeder. Ze zou niks aan Carla vertellen gelukkig! Ik ben in dat opzicht precies mijn moeder. Ik hoef geen hulp. Van jongs af aan moest ik al voor mijzelf zorgen nadat mijn vader werd doodgeschoten. Ik slik de brok in mijn keel weg. Ik voel het nog iedere dag, iedere nacht. Als ik me alleen voel, als ik iemand moet neerschieten... Maar ook bij de kleinste dingen zoals koffie zetten, mijn vader was meer een theemens. Mijn moeder vond het ongezellig maar ik vond het wel schattig. Ze maakten soms wel eens ruzie over welk apparaat het meeste geluid maakte, en dus het meest irritant was: het koffiezetapparaat of de fluitketel. Ik moet er nog om lachen als soms als iemand over het geluid van een koffiezetapparaat begint. Maar toch voel ik dan ook weer de brok in mijn keel. Meestal kan ik hem wegslikken. Huilen in het openbaar houd ik niet van, dan denken mensen dat ik zielig ben en hulp nodig heb. Ik kan het echt alleen! Daarom zit ik hier nu ook samen met Mirte. Ik kijk haar aan.

"Mirte, is er iets dat jij ons nog niet hebt verteld?" Vraag ik. Ik kijk haar aan en ze blijft naar de foto kijken. Dan kijkt ze eindelijk om en kruisen onze blikken. Ze antwoord.

"Nee, hoezo?"

"Nou ik hoorde van mijn collega dat je gisteren niet echt zin had om te praten..." Er valt een korte stilte en ze kijkt weer naar de foto. Het lijkt wel alsof ze aan Lisa vraagt of ze het zal vertellen of niet. Ik kijk ook naar de foto. Ik leg mijn hand op haar arm.

"Jij wilt toch ook dat de dader gevonden wordt? Dat kan alleen als je alles zegt wat je weet." Ik kijk haar aan en ze kijkt bedenkelijk. Ze twijfelt, maar ik wil niet dat ze twijfelt. Ze moet het gewoon zeggen.

"Ik ben hier gekomen om als meiden onder elkaar te praten. Je kan alles tegen mij zeggen, en ik beloof dat ik niks tegen de rest van mijn team zal zeggen. Er is ook maar één iemand die weet dat ik bij jou ben en dat is mijn moeder. Je moet me vertrouwen, ik wil alleen dat jij vanavond rustig slaapt met de hoop dat we weten wie de dader is. Dan kunnen we hem straffen Mirte, dan pakken we hem of haar op voor hetgeen dat hij jou grote zus heeft aangedaan." Ze kijkt me aan en in mijn verhaal heb ik haar arm steviger vast gepakt. Ze doet haar mond open en twijfelt. Ik kijk haar aan met een gezicht dat medeleven toont. Dan begint ze te praten. Ik ben blij dat ik haar vertrouwen heb weten te winnen.

"Ik heb iets met Hein gehad." Wacht wat?! ZIJ? Mijn hoofd weet het even niet meer zo goed. Ik moet nu niet boos gaan doen. Ik merk namelijk dat ik misschien een klein beetje jaloers ben. 'Oke hou je in Lise.' Spreek ik mijzelf toe.

"Ooh, wanneer?" Probeer ik zo rustig mogelijk te zeggen.

"Voor kerst ging het uit." Zegt ze een beetje verdrietig.

"Heftig. En wat vond je ervan dat je zus iets met hem kreeg?" Probeer ik vol medeleven te zeggen maar mijn acteerwerk is niet al te best.

"Na, -ze haalt haar schouders op.- er zijn wel meer leuke jongens." Ze lacht. Ik probeer krampachtig een glimlach op mijn gezicht te laten verschijnen. Hein is de leukste jongen die ik ken! Goed, ik ken hem nog niet zolang maarja. Mirte kijkt weer naar de foto en ik zie dat de glimlach van haar gezicht verdwijnt. Zacht zegt ze iets maar ik kan het duidelijk horen:

"Hein gaf me soms GHB, ik raakte een paar keer out en daarna was het net of hij dingen met me had gedaan." Wat?! Dit kan niet. Ik ben verliefd op misschien wel een moordenaar en GHB 'dealer'. Mijn leven was al erg, maar het wordt nog veel erger. Ik geloof haar niet. Het kan niet! Iets klopt er niet in deze zaak en dat is dat Hein Balk NIET de moordenaar is van Lisa Vermeer. Ik moet mijn medelijden voor haar tonen maar het wordt steeds moeilijker.

"Waarom zei je dat niet eerder?" Zeg ik.

"Ik ben bang..." Ze kijkt me aan en ik geef haar een knuffel. Ik sta op en loop naar de deur. Voordat ik naar buiten stap kijk ik achterom, het is misschien onbeleefd om weg te gaan, maar door dit bezoek ben ik wel gaan denken. Ik zucht en stap de deur uit de frisse buitenlucht in. Ik pak mijn telefoon. 13:42. En 3 gemiste oproepen van Evert. Ik negeer ze. Ik stop mijn mobiel in mijn zak en loop naar mijn fiets. Mijn gedachten wil ik duidelijk op papier zetten zodat ik precies weet wat mijn gedachten bedoelen. Ik wil namelijk niet verstrikt raken in een web van leugens, voor zover ik dat niet al ben...

Recht in eigen hand ~moordvrouwWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu