Lang konden Sebastiaan en Alexander hun nieuwe 'baan' niet geheimhouden voor hun ouders. Joséphine kwam er vrij snel achter wat haar zoons deden, Diederik had iets langer nodig om het uit te vogelen.
"Jullie verkopen DRUGS?" Tierde Joséphine tegen haar zoons die met gebogen hoofden aan tafel zaten. Hun moeder stond bijna schuimbekkend met de handen in het haar te ijsberen door de keuken. Diederik probeerde haar met subtiele gebaren te kalmeren. "Rustig," zei hij zelfs, maar meer woorden kon hij niet vinden. Diederik was iemand die dacht in kleuren en beelden, niet in zoiets luttels als woorden.
"Het is niet zo erg als het lijkt, mam..." stamelde Alexander tevergeefs, want het maakte hun moeder alleen maar bozer. Ze hadden net alles aan haar opgebiecht, omdat ze werden bedreigd door Dmitrovski vanwege een foutief geleverde bestelling. Doodsbang waren ze naar huis gevlucht, met gevaar voor eigen leven want je kon nooit weten wie er allemaal spionnen waren, en ze kwamen direct hun moeder tegen, die in de keuken een boek had zitten lezen.
"Moeten jullie niet op school zijn?" vroeg ze, en ergens in haar onderbewuste wist ze allang dat de jongens al twee weken het schoolgebouw niet binnen waren geweest. De mentor had haar daar zelfs nog over gebeld, maar Joséphines geheugen liet haar soms nog wel eens in de steek, zeker wanneer ze bezig was met het lezen van boeken - daar had ze al haar denkkracht en aandacht voor nodig.
"Uitval," zei Sebastiaan vlug, terwijl Alexander niet kon praten omdat hij stond uit te hijgen op de gang, rood aangelopen van het rennen en duwen van zijn broer. Bas klopte het opgelaaide stof van zijn shirt en broek en ging toen met een uitgestreken gezicht aan de keukentafel zitten. Hij probeerde de oordelende ogen van zijn moeder te ontwijken, maar zij kende haar zoon langer dan vandaag.
"Wat hebben jullie uitgespookt?" zei ze en ze hoopte, bad, dat het iets lichts was - iets waar ze maar één dagje boos over zou zijn en het dan kon vergeten en ze verder konden leven. Iets waar de later hartelijk om zou kunnen lachen - iets onschuldigs.
De tweeling keek elkaar aan en biechtten toen, om beurten en zin voor zin, het verhaal op. Joséphine werd na ieder woord geschokter. Toen het verhaal klaar was, legde ze haar hoofd ik haar handen. "Alexander, ga ja vader halen," zei ze verslagen. Sebastiaan bleef zwijgend en met een vuurrode kop zitten.
Diederik kwam de keuken binnen, hoofdschuddend. Alexander volgde hem op de voet, zijn hoofd hangend.
Wat volgde was een lang, lang gesprek met veel tranen, geschreeuw, beloften en nog meer tranen.
De jongens beloofden meteen te stoppen, en dat meenden ze. Alleen wisten ze niet dat je niet zomaar uit de drugswereld stapt. Ze zit er voor altijd tot over je oren in - of je wil of niet. En die harde les zouden de jongens enkele jaren later, toen ze beruchte drugsbaronnen waren, leren.
"Oké," zei Diederik uiteindelijk. De overvloed aan woorden had zijn brein vermoeid. "Hebben jullie honger? Ik maak wel iets."
Joséphine glimlachte om dat lieve aanbod. Ze wreef in haar ogen, waar nu enkele rimpels omheen waren verschenen maar die desondanks nog steeds een ongelooflijke jeugd uitstraalden - het maakte Diederik niets uit, voor hem bleef Joséphine altijd even mooi.
"Een eitje zou lekker zijn, schat."
"Ik wil ook een ei!" riep Alex en hij sprong op om een bord te pakken. Sebastiaan zei dat een ei er bij hem ook wel in zou gaan, en dus zette Diederik het gasfornuis aan, klaar om het moeilijke gesprek van net te vergeten en gewoon lekker met zijn zoons en vrouw te gaan lunchen.
-
Het is vijf jaar later. Sebastiaan en Alexander zijn niet gestopt met hun drugszaakjes, maar waren wel beter geworden in het verbergen ervan. Onder het mom van "studeren" waren ze uit huis gegaan en hadden ze hun ouders achtergelaten in het eenzame paleisje.
In hun nieuwe, veel kleinere appartement moesten ze eerst wel even wegwijs worden. Zeker Sebastiaan, die met zijn rolstoel maar moeilijk kan draaien en zichzelf soms per ongeluk vast rijd, en dan moet Alex hem komen redden.
Studeren deden de jongens niet, ingeschreven bij een universiteit zijn ze ook niet - ze doen enkel maar alsof, tegen hun ouders. Hun geld verdienden ze bij Dmitrovski.
Hun huisgenote en nichtje Lexia woont ook bij hen in. Toen Joséphine opgebeld werd door Olivier en hij haar vertelde dat Lexia geen kamer kon vinden, droeg zij de jongens meteen op ruimte voor hun nichtje te maken. Gelukkig waren Alex en Bas welwillend en maakten ze zonder morren plaats voor Lexia.
Lexia had al gauw door dat het zaakje rondom Alex en Bas stonk, maar besloot erover te zwijgen - ze zouden haar toch geen antwoord geven. Lexia studeerde criminologie, en had daarom wellicht een neusje voor dit soort dingen. Toch kon ze pas op het allerlaatste moment, toen het al te laat was, pas met zekerheid zeggen dat Alex en Bas diep in de nesten zaten.
"Hoe gaat 't met jullie studie?" vroeg Lexia op een dag plagerig toen de jongens een wel héél erg ingestudeerd verhaal hielden over een opstel moesten schrijven.
"Eh..." zei Alex, die rood aanliep. "Goed. 't Opstel alleen wat minder, maar ach..." hij wuifde de opmerking van de jongedame die haar haren in een vrolijke, vlotte knot had en stralende ogen had, weg. Sebastiaan mompelde iets soortgelijks.
Waarom ze het deed, wist Lexia niet, maar opeens flapte ze: "Ik weet echt wel dat jullie niet studeren. Ik bedoel, jullie hebben niet eens studieboeken," eruit. De jongens werden, zo mogelijk, nóg roder.
"Ik zal het niet doorvertellen, hoor, geen zorgen." Had ze dat maar wel gedaan, dan was de tragische geschiedenis misschien iets anders verlopen. Maar de tijd kun je niet achteraf veranderen. Dat kan alleen op het moment zelf, en soms daarvoor al. Maar dan moet je wel van de gevolgen van je daden op de hoogte zijn, en daar hebben de meeste mensen geen idee van.
"Je bent een schat," zei Sebastiaan. Hij wierp zijn broer een voor een buitenstaander ondoorgrondelijke blik toe en gebaarde iets. Alleen Alex wist dat het: vanmiddag, 3 uur, loods, betekende.
JE LEEST
De Geschiedenis van de Familie Fitzgerald ✓
Ficción históricaDit is een verhaal dat door middel van meerdere generaties vertelt over de familie Fitzgerald die van een aanzienlijke sociale positie in de stad, naar absolute straatschoffies waarvan men de naam niet durfde te zeggen, ging. Deel 1 verhaald hoe Co...