29

235 20 8
                                    

De man duwt me hard de auto in. Ik blijf in me hoofd herhalen waarom dit weer eens mij over komt? En bovendien, als je zo iets kleins hebt gedaan, word je toch niet meteen opgepakt? Ik begin niet op adem te komen. Ik voel mijn adrealine op en neer stormen. Ik voel me als een kip zonder kop die niet weet van ze doet. "Laat me met rust!" Schreeuw ik. "Ik heb niks gedaan!" Herhaal ik. Pailsye kijkt me een vieze blik aan. Ik voel me gebruikt. Ik voel me als een trut. Ik voel me als een persoon van 12, en niet weet dat ze dit niet had mogen doen.Wat heb ik gedaan? Ik zit niet fout die trut zit fout. Ik begin te huilen. Steeds harder. En dan komt er een vrouw naar me toe. Een vrouw met een strakke skinny jeans en een zwarte jack. Een vrouw met een strak gezicht die niet op het punt staat om een lachje te maken. Ze komt naast me zitten in het busje. Ze kijkt strak naar buiten. Via het raam zie ik hoe ze naar mij kijkt met haar ooghoeken, hoe ze me met gespleten ogen aan kijkt. Ik begin me te verbergen in me niet al te grote jas. Ik wil naar huis. Ik wil een lekkere warme thee kop tegen mijn wang aan drukken en mijn voeten warm in mijn sloffen sluiten, ik wil mijn warme deken voelen, ik wil tegen mijn moeder aan liggen en wachten tot dat ze op staat en lekkers pakt uit de kast. Ik wil zo veel, maar het kan niet, het kan niet meer. Het is te laat. Ik kijk om heen. Leeg donker en stil. Het enige wat je hoort is het geruis van de motor van de auto. "Wat doet u hier?" Zeg ik ineens. Ik heb spijt, waarom moet ik dat nou weer zeggen? "Niks," Zegt de vrouw. Ze blijft naar buiten kijken en houdt haar mond. "U doet wel iets. U kijkt uit het raam." Zeg ik rustig. De vrouw negeert mij en blijft door kijken. Ik pak mijn mini zakmes die ik vaak mee krijg van mijn moeder, voor het geval dat er iets kan gebeuren. Ik wil hem neerleggen op de grond.  De vrouw schiet over eind en pakt haar geweer te voorschijn. "Neerleggen, nu!" Zegt ze hard. "Stop de wagen, stop de wagen!" Schreeuwt ze. Twee mannen in pak (Politie pakken) Komen mijn kant op. "Jij durft wel hé? Neer leggen! Nu!" Schreeuwt ze nu harder. Ik laat met trillende handen het mesje vallen. Ik grijp naar mijn hoofd. Ik begin te hyperfentileren. "M-m-ijn p-p-pillen." Zeg ik zo zacht. Ik zoek naar lcuht. Ik grijp naar mijn keel. "P-p-p-pillen!" Zeg ik nu iets harder. Ik schop met mijn voeten (Ze zit vast). Ik begin nu nog harder te schoppen. Ik begin met schoppen, omdat ik het anders nog benauwder krijg. De vrouw kijkt me aan. "Meid, ik trap daar niet in." Zegt de vrouw. "G-g-g-geloof m-m-me." Zeg ik met mijn hand tegen mijn keel. De vrouw schudt haar hoofd. Langzamerhand voel ik mijn hart op en neer kloppen. Ik begin te draaien. Ik hou me vast. "I-i-i-ik m-" Ik laat me neer vallen. Ik zie zwart en vlekken. Ik voel als een stuiterbal die steeds op en neer valt. Ik voel handen tegen mijn hoofd. En ineens voel ik een plons water op mijn gezicht. Ik sta met een schrik wakker. Ik kijk om me heen. De vrouw kijkt mij bezorgd aan. "Gaat het?" Vraagt ze met waterige ogen. Ik knik. Ik sta op en ga reacht op zitten. "Sorry, ik had je moeten geloven!" Zegt de vrouw. Ik knik weer. Ik ga zitten op de bank van het busje. "Hey, ik ben Jaylin Rolitrié." Ze biedt me een hand aan. Ik kijk haar aan. Ze had me wel kunnen laten stikken, moet ik haar wel een hand geven? Als redding worden de deuren van het busje open getrokken. "Handen op je rug en uit stappen!" Zegt een man. Ik knik. Ik draai me om en plaats mijn handen achter mijn rug alsof dit vaker is gebeurd. De handboeien worden stevig aan gedrukt. Ik jammer. "Au, kan het wat rustiger?" Vraag ik. "Mond dicht en door lopen alstublieft!" Zegt de man weer. Ik voel me erg vereerd als iemand me aanspreekt als een ouder iemand. Ik lach bij de gedachte.

"Zo, dus u slaat jongeren meisjes?" Zegt een man. Ik kijk om me heen. Ik zit in een donker kamertje. Ik zie een raam en overal camera's. Ik ril bij de gedachtes. "Nee meneer, het is allemaal een vergissing!" Zeg ik. Alles komt omhoog. Zal ik vertellen over de berichten? Over de taart? Over alle rare dingen? Nee. Ik ben geen verader. "U bent al eerder aangeklaagt door Mevrouw Pailey (ik wist even geen achternaam XD) "Pardon?! Ik heb helemaal niks gedaan!" Schreeuw ik. Ik sta op en sla met een harde vuist op de tafel. "Jullie hebben geen bewijs!" Schreeuw ik. "Laat me gaan!" Zeg ik weer. De man staat op. "Geachte graag rustig te blijven!" Zegt hij met een ziedende blik in zijn ogen. "Rustig blijven? Hoe moet ik rusitg blijven als ik word beschuldigd van een één of andere misdaad, die allemaal is verzonnen?!" Zeg ik boos. "U zult er achter komen dat ík iniedergeval geen ene reet de maken heb met dat grietje!" Zeg ik boos. "Let op u taalgebruik!" Ik schud heftig mijn hoofd. "Nee, ik doe niks!" Zeg ik. Ik kijk woedend naar de man, en dan om me heen. "Zijn er nog meer mensen die mee kijken, die me niet geloven?!" Zeg ik boos. De politie man kan elk moment boos naar me toe stormen en me een klap geven, zo boos is hij. Ineens hoor ik een hard geluid afgaan, dat me bekend voor komt. Het is het brandalarm! Ik schrik. Nu? Dit is mijn kans om te ontsnappen, het is nu of nooit. "Jaylin, ontruimings map pakken! Jiro, de handboeien! Go go go! Tempo!" Zegt de man. Ik ren naar de deur. Ik kijk om me heen. Mannen in blauwe kleren worden mee genomen. Een vrouw die rent en rent. Ik kijk om heen het enige wat door me heen raast is; "De voordeur." Ik moet die voordeur vinden. Ik ren en ren. Mijn hart gaat te keer en mijn ademhaling gaat te keer. Ik had vaker moeten hardlopen. Je moet doorgaan. Moedig ik me zelf aan. Ik ren steeds harder ik moet niet stoppen. Ik kom aan bij de voordeur. Ik zucht, hij is dicht. Ik schud en trek maar de deur is potdicht. Ik ren naar de andere deur. En die is open. Ik schop hem open. Ik kom in een lege ruimte te staan. Ik sta stil en leg mijn handen op mijn knieen en kom even op adem. "Pff," Zeg ik. Ik kijk om me heen. Een hek. Een heel erg groot hek. Een hek waar ik over heen moet komen voor het te laat is, waar wacht ik nog op? Ik neem een voortrapje en spring op het hek. Bij gym is mijn beste vak klimmen, dus dit zal heus niet zo een moeilijk klusje worden.  Ik spring van het hek en kom aan de andere kant van hek te staan. Ik voel me als een crimineel, ik voel me niet als een crimineel, ik bén een crimineel. Ik moet nu voorlopig alles met geduld doen. Ik moet me haar verven, ik moet me telefoon weg gooien, want er zit een GPS in.

Ik ga zitten op een bankje. Ik moet nu erg goed gaan na denken. Heel erg goed. Ik mag niemand in vertrouwen nemen, niemand. Iedereen kan me veraden. Ik zet mijn hoofd tussen mijn benen. Wat heb ik gedaan? Ik lach bij de gedachte. Ik ben gewoon kunnen ontsnappen van een politie bureau! Ik knik. Ik ben een erg grote crimineel geworden.

Ik zwerf langs alle kleine straatjes. Ik loop een drogisterij binnen, ik heb een lijstje gemaakt met wat ik moet halen en doen. Ik pak een pak verf. De kleur rood. Ik koop een schaar. Nieuwe kleren bij de kleding winkel, met een goedkope prijs. Ik had toevallig nog vijftig euro in mijn zak die ik van mijn moeder had gekregen. Ik hou nog twintig euro over. Meer dan genoeg. Nu nog een wc vinden of een leeg huis.

Ik loop in een verlaten dorp. Overal staan lege huizen en auto's die in elkaar zijn gedeukt. Ik kijk om me heen. Dit is niet normaal. Ik loop naar een voortuin waar een paar kinder speeltjes staan. Ik bel aan, ook al weet ik dat het geen nut heeft. Ik wil weg lopen als er een vrouw open doet. De vrouw heeft lelijke kleren aan een krijzende baby in haar handen. Haar mascare is helemaal uitgelopen. "Wat moet je?" Zegt ze met een raar Nederlands accent. "Niks," Zeg ik met een trillende stem. "Ben jij de kind van Pablo?" Zegt ze weer. "Alsjeblieft? Ben jij het?" Vraagt ze weer in de hoop dat ik "De dochter van Pablo" ben. Ik durf geen nee te zeggen. "Nee, sorry, dat ben ik niet." De vrouw kijkt me met tranende ogen aan en smijt de deur dicht. Ik loop verder als ik bij nog een verlaten huis kom, waar de deur open staat. Ik loop naar binnen. De vloer kraakt. De muren zijn bespoten met graffiti. Ik loop de "woonkamer" binnen. Ik zie een grote spiegel, precies wat ik nodig heb. Ik leg de tas neer en maak me haar los. Ik knip me haar zo kort mogelijk. Ik begin te huilen. Ik kijk naar de grond hoeveel plukken haar. Ik spuit er rode lak in (Het is wasbaar) Ik doe een neppe bril op. Ik doe een blauwe casuel broek aan met een basic shirtje dat niet al te veel opvalt. Ik kijk naar het resultaat in de spiegel. Ik schrik, ik wist niet dat je zo erg kon veranderen met alleen spullen van een winkel! Ik denk na of ik iets vergeten ben. Maar natuurlijk mijn telefoon. Ik haal de SIM-kaart er uit en knijp hem fijn en gooi hem ergens in het verlaten huis. Ik kijk in de tas of er iets in zit, dat mijn identiteit bekend kan maken en gooit het tenslotte ook in het huis. Ik loop tevreden het huis uit. Nu nog een auto of een taxi vinden waarmee ik ver hier vandaan gereden kan worden.

{A\N Pfff, wat een lang hoofdstuk, jezus! Maar jullie hebben het verdiend! XxX Ohja, opgedragen aan: httpbeautyfire omdat iemand van haar familie is overleden. Gecondoleerd schat! xx}

My Life With A Stalker. VoltooidWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu