Op een dag, Wandelde Ella en haar moeder in het bos. Ze wandelde voor uren maar er gebuurde niks speciaal. Ella wou dat haar vriendin Marlijn mee was. Maar het kon niet, ze was ziek. Ella zuchte. Haar moeder vroeg: 'is het dan zo saai'? Ja! Roepte Ella. De reis duurde nog heel lang en werd saaier voor Ella.
Haar moeder vond de frons op haar gezicht niet leuk. Ze besloot dieper in het bos te duiken. Er zat veel groen in het bos . Maar toen ze dieper gingen zagen ze vreemde dingen. Ze zagen: regenboog sprinkles, pastel blauwe plekken, en ze vonden het heel raar. Ze besloten het te volgen. Maar wat ze zagen konden ze niet geloven. Ze zagen een eenhoorn! Ella wist niet wat ze doen moest.
Ze begon te flippen. Ze rende achter de eenhoorn en raakte verdwaald. Haar moeder zocht haar en vond haar niet. Maar ze herinnerde zich dat Ella achter de eenhoorn rende en de eenhoorn late allemaal sprinkles achter dus ze kon de sporen volgen. Een uur later vond ze een grot met de sporen van de eenhoorn. Maar er was één probleem, Ella haar moeder was bang in het donker. Maar ze is goed voorbereid. Ze had een zaklamp bij. En ze dacht :' hhh nu moet ik wel gaan mijn dochter zit binnen'. Ze rende naar binnen en schreeuwde:' Ella waar ben je? Ik kom je halen'! 'Hier ben ik mama, en zeker niet bang zijn'! Roepte Ella. De moeder van ella zag de eenhoorn en smelte direct van de schattigheid.
Ze knuffelde de eenhoorn alle twee. Maar toen... ging de wekker van ella af!!! Ella dacht:'ah nee hé, dit was maar een droom.
'Ella, kom ontbijten ik heb pannenkoeken met regenboog sprinkles en een pastel blauwe kleur gemaakt voor je!' Zei de moeder van Ella.