6.

0 0 0
                                    


 'En je weet zeker dat je hier niet vandaan komt?' vroeg Nylian. We liepen nog steeds door het woud en ik had voor een paar uur al geen zonlicht meer gezien. Gelukkig had Nylian gezegd dat het niet lang meer duurde. 'Ja, honderprocent zeker. Ik ben hier nog nooit geweest, ook al heb ik ooit wel een droom gehad over deze plek.' Nylian keek me nieuwsgierig aan. 'Echt waar? Dus een soort van visioen?' vroeg hij. Ik haalde mijn schouders op. 'Ik heb geen idee. Ik hoop het eigenlijk niet. Het was niet echt bepaald een fijne droom.' zei ik en ik dacht terug aan Flynn die met zijn zwaard over me heen gebogen stond. Ik rilde even. We liepen zwijgend verder tot we bij een meertje aankwamen. Het was klein maar betoverend mooi. Het blauwe water was zo blauw dat je er bijna niet doorheen kon kijken en alleen maar je eigen spiegelbeeld zag. Het water had een soort van vage glinstering en om het meertje heen groeide bloemen in allerlei verschillende kleuren. Ik voelde een vreemde aantrekkingskracht tot het meertje en liep er zonder iets tegen Nylian te zeggen naartoe. 'He, wat doe je?' hoorde ik Nylian roepen achter me. Ik negeerde hem en liep naar de rand van het meertje. Ik hurkte zodat ik het water beter kon zien. 'Raak het water niet aan. Anders verstoor je de wezens die er in leven.' waarschuwde Nylian. Ik hield mijn hoofd schuin en keek gefascineerd naar het stille wateroppervlak. De woorden van Nylian hoorde ik niet en ik tilde langzaam mijn hand op. Met een vinger raakte ik het water aan en kleine kringetjes begonnen zich te vormen. Een lange tijd gebeurde er niks maar na een minuut begonnen er kleine belletjes naar boven te komen. Met een glimlach keek ik er na en ik kreeg een kriebelig gevoel in mijn buik. Ik wist dat er nu iets ging gebeuren. Een vrouw met wit/lila achtig haar rees naar boven vanuit het wateroppervlakte. Een grote schelp zat in haar haar en op haar bovenlijf zaten stukken koraal en vliezen. Ze zag er mooi uit maar toen zag ik haar ogen. Haar ogen waren helemaal wit met geen pupil er in. Die zelfde ogen keken me nu recht aan. Ze grijnsde naar me en ik zag dat haar onderlijf een staart was vol met schubben. Ik had nog nooit zoiets gezien en ik bleef verwonderd naar haar kijken. Ik kreeg een wazig gevoel over me heen en ik had het gevoel dat ik me niet meer kon bewegen. Stokstijf bleef ik zitten en haar ogen boorde door me heen. Langzaam kwam ze naar me toe. Ze legde haar spierwitte hand op die van mij en een ijskoude rilling ging door me heen. Haar handen waren koud en nat. 'Kom.' zei ze zonder haar mond te bewegen. Het leek wel of ze met gedachtes praatte. 'Kom, Zara.' zei ze dit keer. Hoe wist ze me naam? Ik kreeg opeens een sterke drang om het water in te springen. Maar een stemmetje van binnen zei dat ik het niet moest doen. 'Volg me.' zei de melodieuze stem van de watervrouw. Ik kon me niet meer beheersen en liet me door haar het water in trekken. Vlak voordat ik met me hoofd onder water ging hoorde ik Nylian mijn naam nog roepen. Maar het was al te laat zodra ik onder water was werd ik wakker geschud. De watervrouw liet mijn hand los en het wazige gevoel ging weg. Het water onderwater was helder maar mijn zicht werd vertroebeld door de lange wieren die rondzweefde. De watervrouw was nergens meer te bekenen. Ik keek vluchtig om me heen en ik zag overal botten liggen. Naast me, op rotsen, onder me. Aan alle botten zat geen draadje vlees meer. Ik keek naar rechts en zag een skelet liggen tegen een rots aan. Het was een man geweest want om het skelet zat nog een zilveren uitrusting met een zwaard. Hij moest een ridder of iets dergelijks zijn geweest. Van boven zag het meertje er mooi uit maar onderwater was het een heel andere realiteit. Het was hier veel duisterder en ik voelde me niet op me gemak. Lichtelijk in paniek probeerde ik weer naar boven te zwemmen maar ik werd vastgegrepen en naar beneden getrokken. Ik keek naar beneden en zag dat de vrouw mijn voet had vast gepakt. Haar nagels zette zich in mijn voet en ik schreeuwde het uit van de pijn. Doordat ik schreeuwde kwam er water in mijn mond en ik begon te hoesten. Een vaag lichtrood wolkje van bloed vormde zich rondom mijn voet. De vrouw was niet meer alleen en werd omsingeld door dezelfde soort wezens. Ze keken allemaal hongerig naar mij en grijnsde duivels. Ik begon te spartelen en probeerde mijn voet los te krijgen. Een andere vrouw pakte mijn been en ik werd nog sneller naar beneden getrokken. Er leek wel geen einde te komen aan het meertje. Nergens kon ik een bodem zien. Terwijl ik naar beneden werd getrokken werd het water om me heen steeds donkerder. Op een gegeven moment kon ik niks meer zien. Ik voelde dat mijn adem op aan het raken was en dat ik het niet langer meer zou vol houden. Met al mijn macht vocht ik tegen de ijzeren greep van de vrouwen maar het hielp niet. Wanhopig keek ik om me heen, maar ik zag niks wat me kon redden. Ik begon vlekjes te zien en ik wist dat ik bijna mijn bewustzijn zou verliezen. Mijn lichaam was te zwak om nog terug te vechten tegen de wezens onder me en ik liet ze me naar beneden trekken de duisternis in. Net toen mijn beeld bijna helemaal zwart was zag ik een bekend gezicht. Het was vaag en ik kon degene niet helemaal herkennen door het donkere water om ons heen. Een felle blauwe flits verlichtte het water en kwam neer op de wezens. Ik wist niet waar de flits vandaan kwam en wat het was. Ik voelde hun grip verslappen en mijn hand werd vastgegrepen. Ik voelde dat ik omhoog werd getrokken en het water om me heen werd weer lichter. Vlak voordat we bij het wateroppervlakte waren verloor ik mijn bewustzijn en werd alles zwart.

'Kom op Zara.' hoorde ik vaag. Er werd op mijn borstkas gedrukt en ik zag een vorm van een jongen naast me zitten. Mijn zicht was nog steeds wazig, dus ik kon hem niet goed zien. Er werd weer een paar keer hevig op mijn borstkast geduwd en lippen voorzichtig op die van mij geplaatst. Ik kreeg weer wat zuurstof binnen en ik begon te hoesten. Ik probeerde rechtop te zitten en er kwam water uit mijn mond. Ik voelde een hand op mijn rug terwijl ik kuchtte. Ik opende mijn ogen en ik keek op. Ik zag Nylian naast me zitten en hij keek me bezorgd aan. Zijn zilverwitte haar was nat en zijn kleren waren doorweekt. Het benauwde gevoel ging langzaam weg en ik kuchtte wat minder. 'Hoe lang was ik bewusteloos?' vroeg ik. 'Tien minuten. Ik dacht echt even dat je niet meer leefde, maar gelukkig was ik net op tijd.' Nylian had me dus gered realiseerde ik me. 'Heel erg bedankt.' zei ik tegen Nylian. 'Ik weet niet wat me bezielde, ik sprong er gewoon opeens in.' zei ik. 'Dat waren sirenen. Het zijn mooie maar gevaarlijke wezens. Je kan maar beter niet te dicht bij hun in de buurt komen. Ze staan er om bekend dat ze de wil van mensen in hun macht kunnen krijgen en ze kunnen laten doen wat ze willen. Dat hadden ze bij jou ook gedaan, ze hadden je gehypnotiseerd.' Dat verklaarde het wazige gevoel en waarschijnlijk ook alle botten onder water. 'Ik zag onderwater ook overal botten en een skelet liggen.' zei ik. 'Ja, klopt ze eten mensen of elven. Eigenlijk alles wat ze tegen komen en wat vlees heeft. Maar ze geven de voorkeur aan mensen.' zei Nylian. Ik kreeg kippenvel aan het idee dat ze me hadden kunnen opeten. Ik had geluk gehad dat Nylian net op tijd er was en me gered had anders was ik er niet meer geweest. Ik was hem eeuwig dankbaar. 'Nogmaals bedankt. Als je er niet was geweest dan was ik nu vissenvoer geweest' zei ik. Nylian lachtte. 'Ja, gelukkig.' Ik staarde naar het meertje en zag dat het weer zo stil was als van te voren. Mooi en verradelijk, net als de wezens die er in leefde. 'Je trekt wel problemen aan he,' zei Nylian lachend. 'Eerst 'the lord of the wild hunt' en nu die sirenen. Hoe krijg je het voor elkaar.' Ik haalde mijn schouders op. 'Ik weet het ook niet. Het lijkt wel dat vanaf het begin dat ik hier ben ik problemen aantrek. Misschien zie ik er te zwak uit.' zei ik. 'Je ziet er helemaal niet zwak uit. Je hebt iets dappers over je, alsof je niet snel ten onder gaat. Alsof je veel kan hebben' zei Nylian serieus. Ik zag aan hem dat hij het echt meende. Vond hij me echt dapper? Ik had daar nog zo me twijfels over. Ik besloot het er maar ergens anders over te hebben. 'Wat bedoel je met 'the lord of the wild hunt?',' vroeg ik. 'Weet je niet wie hij is?,' vroeg Nylian verbaasd. Ik schudde mijn hoofd. 'Nee, geen idee.'. Nylian schopte een steentje weg. 'Oh ja dat is waar, ik vergeet de hele tijd dat je niet van deze wereld komt. Dat half man/half stier geval was 'the lord of the wild hunt'. Hij is een hele beroemde legende in dit rijk. Iedereen heeft wel eens van hem gehoord. Hij was ooit een dienaar van de eerste koning maar hij verzette zich en vluchtte. Sinsdien heeft hij een eigen leger verzameld en is rond gaan zwerven in het woud. Het schijnt dat hij elke volle maan in het woud gaat jagen. Als teken dat de jacht begint blaast hij altijd op zijn hoorn. Als ze eenmaal beginnen met jagen doden ze alles wat op hun pad komt. Niemand word gespaard. Er zijn al veel slachtoffers gevallen tijdens zijn jachten en daarom vlucht iedereen altijd als ze de hoorn horen.' vertelde Nylian. Geboeid luisterde ik naar zijn verhaal. Ik had inderdaad de hoorn gehoord maar ik had toen nog niet geweten wat het betekende. 'Dus het is best wel dapper dat je hem gedood hebt. Het is nog nooit iemand eerder gelukt. Dus zie je wel, je bent helemaal niet zwak. Je moet wat meer in jezelf gaan geloven Zara,' zei Nylian en hij keek me glimlachend aan. Misschien had hij gelijk. Ik moest me niet meer zo zwak voelen. Ik moest voor mezelf opkomen en me niet zwak opstellen. Dan kwam ik waarschijnlijk veel verder in dit rijk. We staarden nog een tijdje vooruit en ik luisterde naar de natuurgeluiden om me heen. 'Laten we verder gaan, weg van deze vervloekte plek.' zei Nylian na een tijdje en ik knikte instemmend. 'Is het hier ooit niet gevaarlijk?' vroeg ik tijdens het lopen. 'Ik denk het niet, er ligt altijd wel iets op de loer. Je moet in dit rijk altijd behoedzaam zijn en voorbereid zijn op het onbekende. Je weet nooit wat er kan gebeuren.' Tijdens het lopen dacht ik na over de woorden van Nylian. Flynn had hetzelfde gezegd. Ik begon door te krijgen dat ze gelijk hadden en dat ik niet zomaar iets kon gaan doen. Ik moest overal voor oppassen en voorbereid zijn. Ik was daarom ook erg dankbaar voor de boog, ik had dan tenminste nog een kans om mezelf te verdedigen. Mijn linkervoet bonkte en deed zeer terwijl ik liep. Het kwam door de nagels van de sirene. Ze had haar nagels er diep in gezet en ik wist dat het waarschijnlijk nog steeds bloedde. Nylian merkte dat ik wat minder snel liep dan voorheen en stopte. 'Gaat het wel?' vroeg hij. Ik probeerde niet zwak te lijken en knikte ondanks te pijn. 'Het gaat prima.' zei ik.

The Valor's ChildWhere stories live. Discover now