Quarantaine

534 27 6
                                    

Op dag één werd ze wakker met een vervelende keelpijn. Zo'n zeurende. Zo een waarbij je niet zeker wist of een keelsnoepje voldoet, of dat je beter aan de sterkere medicatie kon. Ze weet de keelpijn aan het gebrek aan slaap en de uren die ze in de verhoorkamer had doorgebracht de afgelopen dagen. Die combinatie was funnest voor je keel.

Ze sloeg het dekbed van zich af en rekte zich uit. Doodmoe voelde ze zich, ondanks dat ze er eindelijk weer eens zeven uur slaap had weten uit te krijgen. Toch maar een zelftest doen, bedacht ze zich. In deze tijd kon je het nooit zeker weten.

Met tegenzin stond ze op en gooide ze haar haar in een staart. Ze had gelukkig nog een klein voorraadje antigeentesten in het badkamerkastje liggen, dus daar pakte ze er een uit.

Werktuigelijk volgde ze het aangegeven stappenplan. Het wattenstaafje vijf keer ronddraaien in beide neusgaten, dertig seconden in het reageerbuisje, nog een paar tikken tegen de onderkant geven en vier druppels op de teststrip. Het was niet de eerste keer dat ze zichzelf testte. Nu was het een kwestie van wachten en hopen dat het tweede streepje uitbleef.

Dat deed het uiteraard niet.

'Argh!' gromde ze geïrriteerd toen ze de positieve uitslag zag. Snel deed ze nog een test en maakte zich klaar voor de dag terwijl ze op de uitslag wachtte. Je kon immers nooit weten, toch?

Uiteraard viel ook de tweede test positief uit en de radertjes in haar hoofd begonnen te werken. Natuurlijk zou ze nog een afspraak maken voor een officiële PCR-test bij de GGD, maar ze kon er vanuit gaan dat ook die niet het gewenste antwoord zou geven. Ze zou het werk moeten inlichten, Kamphuis, haar directe collega's, Wolfs...

Laatsgenoemde had ze al gehoord beneden, rommelend in de keuken. Schoorvoetend liep ze de trap af en bleef op de onderste trede staan, op gepaste afstand van haar partner die inderdaad net eieren stond te bakken.

'Goedemorgen!' riep die behoorlijk opgewekt.

'Goedemorgen,' stamelde ze. 'Wolfs, ik... ik heb net twee zelftesten gedaan en ze zijn allebei positief. Ik heb corona.'

Even liet hij de spatel rusten tegen de rand van de koekenpan en keek op. 'Echt?'

'Tja, denk het. Ik heb ook keelpijn en voel me sowieso niet zo lekker. Ik laat me natuurlijk ook nog testen om het zeker te weten, maar... ja. Ik denk wel dat het klopt.'

Wolfs haalde zijn schouders op. 'Oké, nou goed dat we het nu weten en dan blijven we gewoon een paar dagen thuis. Laat je het me wel weten als je je niet goed voelt of iets nodig hebt?' 

Het was inmiddels al bijna twee jaar dat de coronacrisis aan de gang was en mensen waren er een soort van aan gewend geraakt. Leuk was anders natuurlijk, maar de nieuwe variant die nu rondging was blijkbaar minder ziekmakend, dus daar moesten ze maar vanuit gaan.

'Lust je wel een gebakken eitje? Ik kan je zo een ontbijtje komen brengen?'

'Uh, ja, dat zou lekker zijn, dank je. Ja dan ga ik maar weer terug naar mijn kamer.' Ze draaide zich om, maar niet voordat ze zich had verontschuldigd. 'Sorry, Wolfs.'

Vragend keek hij haar aan. 'Waarvoor?'

'Nu moet jij ook in quarantaine.'

'Ik geloof dat ik best wel een paar rustige dagen kan gebruiken,' glimlachte hij.

Eva wist dat hij dit enkel zei om haar op te beuren. Ondanks dat ze beide in quarantaine moesten wanneer bleek dat zij echt positief was, zou Kamphuis alsnog van ze verwachten dat ze volle bak aan de slag gingen. Door de omstandigheden zou dat een berg aan administratie betekenen, en dat was iets waar zowel Wolfs als Eva een hekel aan hadden.

Flikken Maastricht - In het kort gezegdWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu