De droom

15 3 12
                                    

Ik droomde, toch? Of was dit de afschuwelijke realiteit? Het kan toch niet zomaar veranderen?

Maar toen begon ik me toch maar zorgen te maken om de kat in de bliksem, misschien was het wel een onschuldige kat en had hij/zij hulp nodig. Ik begon zachtjes ernaartoe te rennen en toen ik aan kwam zat de kat bruin met donkerbruine strepen was, zijn buik iets lichter en neigde een beetje naar oranje. Het speciaalste vond ik toch de witte kin en het kleine witte vlekje op zijn borst. 

Want ondertussen had ik gezien dat het een kater was. 'Hallo? Ik ben Leliepoot, hoe heet jij?' De kat staarde voor zich uit met zijn groene ogen en deed net of hij me niet zag. Ik vond het niet erg leuk, maar toen kwam de gedachte: Dit is MIJN droom, en IK en ook alleen maar IK bepaal wat hier gebeurd. Of tenminste dat dacht ik...

Ik ging voor hem staan en zei 'Ik ben Leliepoot. Onthul nu ook jouw naam.' Achteraf gezien was dit natuurlijk niet zo handig maar ja, wat kon ik anders? 

De kat keek me nu wel aan met iets van haat, maar ook pijn en zachtheid in zijn blik. Ik ben Schduwmist zei  hij zelfverzekerd.  Het leek er erg op dat hij zich groot probeerde te houden, maar waarom weet ik niet precies... 

Ik keek hem dan ook aan terwijl ik mijn hoofd schuin hield, 'Wat is er echt?' vroeg ik zachtjes en ging zitten met mijn staart over mijn voorpoten. Hij schudde zijn kop 'Niets, echt niets' Ik zweeg, ik wist dat er wel iets was, beter gezegd ik voelde het. We zaten daar een tijdje in stilte, niet echt ongemakkelijk of zo maar meer comfortabel met elkaars gezelschap. Wel waren we beide in gedachtes verdronken, hij in de zijne, ik in de mijne.

Wat ik eigenlijk vooral vreemd vond was dat dit een droom moest zijn, maar het niet zo voelde meer zoals een andere dimensie maar wel op dezelfde tijd. Dat ik hier was maar tegelijkertijd ook nog sliep. Het verwarde me. Wat ook raar was dat ik het idee had dat ik hem ergens van kende. 

Was hij familie? Of een oude vriend van voor Maan? Ik wist het niet. Ineens merkte ik dat ik aangestaard werd. Het was Schaduwmist.

 'Wat is er?' vroeg ik. 

Hij opende zijn mond om iets te zeggen maar er kwam geen geluid uit, ik hoorde alleen een zacht gerommel. Alleen... dat gerommel kwam steeds dichterbij! Ik raakte een beetje in paniek. Ik was opgestaan en keek om me heen om te peilen waar het geluid vandaan zou kunnen komen. 

Uiteindelijk keek ik Schaduwmist aan en alles wat ik zag in zijn ogen was herkenning, hij wist wat er zou gaan gebeuren, maar ik niet. Met paniek in mijn stem schreeuwde ik, om boven het geluid uit te kunnen komen, 'Wat gebeurt hier? Wat komt nu?' 

Schaduwmist wendde zijn kop af en zweeg nog steeds, hij was niet echt een spraakzaam type had ik het idee. Toen, plots was er alleen maar duisternis. Ik probeerde mijn ogen te openen en werd beroet door een boel licht. Ik draaide me om, ik was weer wakker en terug in het kamp.

'Nou, ook goedemorgen' klonk ineens de stem van Mistval. Ik draaide mijn kop naar waar het geluid vandaan kwam. Het was uit het hoekje van de kruiden. Ze was ze aan het sorteren. 'Oh, sorry, goedemorgen.' stotterde ik. Ik had niet verwacht dat er nu al iemand tegen me zou gaan praten. 

Ik ben zo een kat die eerst moet verwerken dat ze nog steeds leeft en dat beseffen dat ze toch echt nu actief moet worden. Mistval ''keek'' me ondertussen vreemd aan. 'Wat?' Was mijn droge antwoord. Mistval grinnikte 'Misschien wil je iets te eten, want volgens mij had je niet verwacht dat je je ogen nog zou openen, je klinkt echt als een levende geest die verwacht had dat hij nu voor de tweede keer zou zijn gestorven.'  

 Nu moest ik toch wel even lachen, ik stond voorzichtig op, alles was stijf. Ik besloot dat ik me beter eerst even kon wassen, als ik er echt zo uitzag zoals Mistval beschreef. Toen bewonderde ik het feit dat Mistval altijd precies wist te beschrijven hoe ik me voelde en ze kon me niet eens zien. Er kwam een klein glimlachje op mijn gezicht van sympathie voor de gitzwarte poes.

Nadat ik me had gewassen ging ik naar de prooistapel, ik keek om me heen het was rustig in het kamp. Ik zag Wolvenster en Lichtvoet overleggen op een rots, Maanlicht waste zich en Valkveer en Watergolf zag ik terugkomen uit het bos. Voor de rest was er niemand te bekennen, ik genoot van het zonnetje op mijn rug terwijl ik een muis pakte, terugliep, en hem opat voor het medicijnhol. 

Ineens kwam ook Grijspoot aanlopen uit het langere gras met iets van kruiden in zijn mond. Hij zwaaide met zijn staart als teken van herkenning 'Hoi'. 'Hallo Grijspoot, wat heb je bij je?' 'Madeliefjes, die moest ik gaan plukken van Mistval' Ik knikte 'En wat doen die precies?' 'Madeliefjes helpen bij verstuikingen, kneuzingen, blauwe plekken en het stilt de pijn.' 

Ik wilde weer een vraag stellen maar toen kwam Mistval aanlopen vanuit de andere kant, ze was dus allang weer uit het hol gelopen. Soms had ik echt het idee dat die poes, helderziend was en erbij ook nog kon teleporteren. 

'Bijna goed Grijspoot, alleen vergeet je nog dat het ook helpt bij vermoeide ledenmaten.' 'Grijspootknikte 'Dankje, dat zal ik onthouden!' Mistval antwoordde sarcastisch 'Je zult wel moeten, wil je de beste medicijnkat ooit worden hé?' 

Ik bedacht me net hoe vaak ze, Misval, wel niet sarcasme gebruikte. Het was bijna haar spraaktaal geworden. 

We lachten alle drie om haar opmerking. Het was een mooi moment. Rust in het kamp, iedereen tevreden, blij en gezond. Mooi weer en een lekker zonnetje op onze ruggen. Ik hield van deze kleine momentjes. En was ook heel blij dat ik het woud toch was ingegaan. Want had ik dat niet gedaan had ik nooit deze familie gevonden die me opnam als een van hun en me hielp wanneer ik het nodig had. Ik was hier gelukkig... 


Zo dat was weer een nieuw hoofdstuk, zonder al te veel drama, ik heb deze kleine hoofdstukjes nodig om het verhaal in balans te houden. Ik hoop dat jullie het leuk vinden. Heb nog een hele fijne dag!😃

Liefs 🌸❤ Palominabloem ❤🌸

Warrior Cats/ Een HartewensWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu