Dagmar - Deel 2

350 19 7
                                    

Ze waren eindelijk langs geweest, de mensen van het Regenbooghuis waar Dagmar werd opgevangen. Twee personen. De directrice en een vaste begeleider. Ze hadden wat kleding en toiletspulletjes langs gebracht, dat ze nog net niet in de handen van de verpleegster hadden geduwd. Naar het meisje omgekeken hadden ze amper. Uiteraard hadden ze gevraagd naar haar medische status, maar dat was meer uit ambtelijke plicht geweest dan uit oprechte bezorgdheid, beredeneerde Eva. Ze hadden het meisje amper een blik waardig gekeurd, en wanneer Eva het ze duidelijk had gemaakt dat ze niet hoefden te blijven, dat zij wel op Dagmar zou passen, gingen ze maar al te graag op dat aanbod in. Zij leden immers al aan personeelstekort, dus als ze ook nog een medewerker in het ziekenhuis moesten laten bivakkeren, hadden ze in het Regenbooghuis helemaal een groot probleem.

Eva had op haar tong moeten bijten om niet een betoog te houden over hoeveel zij dit meisje verschuldigd waren en of ze wel wisten hoe getraumatiseerd Dagmar was door wat haar was overkomen. Dat door hun onoplettendheid nu iets was geknakt in haar dat misschien nooit meer te repareren viel. Dat het hun taak juist was haar een veilig en geborgen gevoel te geven door er voor haar te zijn, en dat wat ze nu deden daar faliekant tegenin ging. Dat deze ongeïnteresseerde houding ongepast en ronduit onmenselijk was, en dat ze hun zorgplicht verzaakte. Dat zij voor haar hadden moeten zorgen, omdat er niemand anders was die dat deed.

Maar niks van dit alles zei ze hardop. De grote, bange ogen van Dagmar weerhielden haar hiervan.








De volgende dagen bleef ze bij Dagmar. Ze zou nergens heen gaan. Samen met het meisje keek ze tv en speelde ze spelletjes. Ze las haar boekjes voor die ze van de verpleegsters had gekregen en samen kleurden ze kleurplaten in. s' Nachts sliep ze in een stoel naast haar en soms zat ze bij haar op het bed. Dan ging ze met haar vingers door het lange, blonde haar van het meisje en wachtte ze geduldig totdat ze in slaap was gevallen. Gedurende de dag hielp ze haar geduldig met eten. Iets wat niet vanzelf ging, maar met heel veel bemoedigende woorden en wat afleiding steeds beter.

Waar Dagmar eerst nog heel erg timide was geweest, merkte Eva op dat ze zich steeds meer begon open te stellen. Ze veranderde langzaam van een gesloten en angstig meisje, naar een energiek en extrovert kind dat het leuk vond om grapjes te maken. De doffe, lege ogen transformeerden naar een paar ondeugende kijkers en haar gegiechel werkte aanstekelijk.

Maar zodra andere mensen de kamer in kwamen trok ze zich weer terug in haar schulp. Dan werd ze stil en in zichzelf gekeerd. Haar antwoorden op de vragen van de psycholoog, de dokters en verpleegsters waren kort of enkel knikjes met haar hoofd. Op dat soort momenten hield Eva haar hand vast en gaf daar geruststellende kneepjes in. Dagmar op haar beurt kroop dan dichter in haar zij.








Op de derde dag in het ziekenhuis waren ze aan het tekenen geslagen. Met een schuin oog hield Eva in de gaten wat Dagmar aan het tekenen was. Vol concentratie was het meisje, haar tong stak een stukje uit het hoekje van haar mond. Op het witte blad voor haar ontstonden groene en paarse figuurtjes. Monstertjes, voor zover Eva het kon beoordelen. Naast de monstertjes tekende het meisje een poppetje met lang, blond haar. Het handje van het poppetje werd vastgemaakt aan een andere hand van een poppetje met lang, bruin haar en een pony.

'Wie zijn dat op de tekening?'

'Dat zijn wij en samen vechten wij tegen de monsters,' antwoordde het meisje nuchter, terwijl ze ongestoord verder tekende.

Het was alsof al het zuurstof uit Eva's lichaam werd gezogen. Zonder er verder over na te denken legde ze een arm over de schouder van het meisje en drukte haar dicht tegen zich aan, zo zou ze de tranen die zich aan het vormen waren niet kunnen zien.

Dagmar giechelde. 'Wat doe jij nou, gekkie?'

Eva trok zich terug en toverde een zogenaamd verbaasde blik op haar gezicht. 'Noemde jij mij nou gekkie? Noemde jij mij nou gekkie? Dat kan niet zomaar ongestraft gaan hoor dame!' Met een grote lach op haar gezicht begon ze het meisje te kietelen en de lachstuip die daaruit voortkwam was voor Eva onbetaalbaar.








Flikken Maastricht - In het kort gezegdWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu