30

172 15 5
                                    

Ik slenter de straten door opzoek naar een uitweg. Opzoek naar een auto die mij een nieuw leven kan aanbieden in een nieuwe omgeving. Ik kijk om me heen, kijkend of er ergens een persoon of wezen rond loopt die me zou kunnen verraden. Niemand. Niemand, die de kans kan krijgen om mij te verraden. Ik ga zitten op het bankje en begin me te voelen als een Joods meisje in de tweede wereld oorlog die aan het onderduiken, maar dan zittend op een bankje met knal rood haar en een hippie bril. Anders. Dat ben ik, tenminste nu. Waarom? Gewoon. Omdat ik een crimineel ben. Ik sta weer op. Ik grijp naar me beuk en kreun. Buikpijn. Stomme buikpijn. Als ik thuis was geweest, had mijn moeder een oplossing en had ze me een warme kop thee gegeven en zat ik onder de dekens, maar ik ben niet thuis. En ik heb ook geen thuis. Ik kijk naar de grond die verwoest en leeg en gebroken is. Het lijkt wel als of er nog ooit een leven hier komt, maar ik zei ooit.

Ik loop door, tot dat ik stop bij een benzine station. Ik doe zo onopvallend mogelijk en loop rustig door. Ik kijk naar mijn zak en zie het briefje. Nee Siara, die twintig euro moet ik gebruiken voor nood. Moedig ik me zelf aan. Ik loop rustig door en loop naar binnen. Ik bedenk me en loop terug. Ik loop naar de achterkant van het gebouw, waar de toiletten zich plaats vinden. Ik loop de lege ruimte binnen. Ik schrik. Ik wil me omdraaien, ik sta namelijk in de mannen wc. Een stevige arm houdt mij tegen. "Wacht, je hoeft niet te gaan hoor." Zegt een man, zo te horen. Ik draai me om. Ik kom oog in oog te staan met een lange man. Ik kijk hem aan. "Laat los." Zeg ik fel. Ik kijk hem aan met gespleten ogen en ga recht op staan. De man kijkt me met een grijns aan. "Aww , een pittig meisje! Daar houd ik wel van. Hoe heet je?" Vraagt hij. Ik kijk hem aan en ruk mijn schouder van zijn arm los en geef hem een harde trap op zijn voet. "Heb je nog vragen?" Zeg ik. De man schudt zijn hoofd. "Maar Siara, kom, ik moet je nog even iets vragen!" Zegt Hij. Ik sta stil en draai me om. Hoe weet hij in hemelsnaam mijn eigen naam? Ik draai me om en loop zijn richting op. "Wat?!" Zeg ik boos. "Dit," Hij geeft me een briefje. "Je mag het openen, wanneer ik weg ben." Zonder nog iets te zeggen loopt de lange man weg. Duizenden vragen komen in mij op. Hoelang was hij hier? Hoe wist hij dat ik hier was? Waarom? Ik sta stil bij het toilette.Ik wacht tot dat de auto uit het zicht verdwijnt. Ik geef een klap tegen mijn hoofd. Ik had het kenteken nummer moeten onthouden! Ik zucht. Soms, soms, dan ben ik echt zo verschrikkelijk dom! Ik loop van het pand af en loop verder naar een plek waar ik niet van weet naar waar. Ik loop terug naar het benzine terrein en vraag daar om een kaart. Ik ga zitten op een bank. En neem rustig een kijkje in de kaart. Ik ga met mijn vinger zoekend langs alle plekken. Frianelstraat. Ik slik. Daar woonde ik. Nu niet meer. Ik ga langs alle wegen. IK reken in mijn hoofd en kom dan uit op het gemiddelde. Ik heb ongeveer 26 km gelopen. Ik lach, wat heb ik toch een goede conditie!

Nog zo een 8 km en dan ben ik een stad, en daar gaat het avontuur pas écht beginnen.

Hoi hoi! Dit is echt een super mega kort deel, maar dat komt omdat ik het echt heel erg druk heb. Ik ben een proeflezen van een persoon die ik niet mag bekend maken, ik heb huiswerk, ik ben bezig met een nieuw boek en heb het nog echt heel druk met mijn andere account! :) xx

My Life With A Stalker. VoltooidWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu