‘Het festival,’ spreekt Hyacinthus’ vader, Piërus, zonder zelfs maar een poging te doen om zijn enthousiasme te verbergen, ‘is in volle gang. Kom je mee naar buiten om de zonnewende te vieren, Hyacinthus?’

‘Geef me een momentje,’ antwoordt Hyacinthus vanuit de deuropening die naar zijn vertrekken leidt. ‘Ik zal me zodadelijk bij je voegen.’

Piërus glimlacht. ‘Natuurlijk, zoon. Ik zie je wel verschijnen.’

Hyacinthus sluit zijn deur en draait zich om in de richting van Zephyros, de god van de westenwind, wie hem vanaf zijn bed met een verveelde blik in de gaten houdt.

‘De plicht roept,’ zegt Hyacinthus, zijn lippen tot een verontschuldigende glimlach gekruld.

Zephyros slaakt een vermoeide zucht. ‘Kom terug naar bed, Hyacinthus; je vader kan nog wat langer wachten.’

Hyacinthus schudt met zijn hoofd en werpt een blik in de spiegel. Zijn haar is verward en zijn kledij zit niet recht.

‘Jij mag blijven liggen, Zephyros,’ laat hij hem weten, terwijl hij zijn uiterlijk wat meer presentabel maakt, ‘maar ik heb taken te verrichten.’

‘Het bed is koud zonder jou,’ beweert Zephyros, waarna hij overeind komt en zich naar hem toe beweegt.

Hyacinthus trekt een wenkbrauw op. ‘Misschien helpt het als je je kleding aantrekt.’ Hij drukt een vluchtige kus op zijn lippen en draait zich om, klaar om te vertrekken. ‘Ik zie je vanavond, mijn lief.’

Zephyros opent zijn mond om te protesteren, maar Hyacinthus is al weg voor hij de woorden over zijn lippen kan krijgen.

Hij loopt door het kasteel heen, zijn rug recht en zijn kin geheven. Zijn voetstappen weerklinken door de gangen.

Zijn pas is langzaam, alsof hij tijd aan het rekken is.

Om eerlijk te zijn, is Hyacinthus blij dat hij even kan ademhalen; zonder iemand aan zijn zijde – niet zijn vader en niet zijn geliefde.

Soms vindt hij het heerlijk om alleen te zijn, of in ieder geval met niemand om te gaan die constant om hem heen hangt.

Hij houdt van Zephyros, maar na een paar uur begint hij te irriteren.

Zephyros is vreselijk aanhankelijk. Hij wil ieder moment van de dag bij hem zijn, en vergeet regelmatig dat rust en ruimte een relatie kunnen verbeteren.

Hij ziet zijn fouten waarschijnlijk niet eens in, maar Hyacinthus heeft het lef niet om het hem te vertellen.

Hij weet namelijk dat het zijn geliefde kwaad zal maken.

En wanneer Zephyros kwaad wordt, is zijn vriendelijke aard ver te zoeken.

☆「」☆

Na een poos komt Hyacinthus aan op het plein, waar de burgers van Sparta zich hebben verzameld voor het feest, waarmee men de zonnewende viert.

Zijn vader, bekroond en belangrijk, glimlacht breed wanneer hij zijn zoon aan ziet komen lopen.

Hyacinthus realiseert zich dat hij zelf zijn kroon niet draagt, maar het is nu al te laat om terug te gaan. Zijn vader zal het niet erg vinden – of tenminste, dat hoopt hij.

‘Is het festival niet prachtig dit jaar?’ vraagt koning Piërus, zijn bruine ogen schitterend met vermaak.

‘Absoluut,’ antwoordt Hyacinthus.

Dan pas kijkt hij om zich heen.

Hij staart naar de mensen die zo hun best hebben gedaan om er op hun best uit te zien.

Je hebt het einde van de gepubliceerde delen bereikt.

⏰ Laatst bijgewerkt: Aug 17, 2022 ⏰

Voeg dit verhaal toe aan je bibliotheek om op de hoogte gebracht te worden van nieuwe delen!

ZonnevlammenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu