23. Tot ik hem kwijt was (part 2)

311 18 5
                                    

Newt's POV (in de Laar)

Ik zat leunend tegen een boom, na te denken over wat ik zou doen. De laatste twee weken, werd alles alleen maar erger. Het leek of ik in een zwart gat werd gezogen en er maar niet meer uit kon. Een zwart gat dat alle hoop en moed uit me weg zoog en dat ervoor zorgde dat ik niets van dit alles meer wilde. 

Ik kon het niet meer aan, niets van dit. Dit was niet het leven dat ik wilde lijden, op dat moment was er geen enkel leven dat ik mezelf toewenste. Er moet een reden zijn waarom we hier gezet zijn. Wat nu als we ontsnappen en dat het dan alleen maar erger word? 

Één ding wist ik zeker, ik zou ontsnappen. Alleen niet op de manier waarop de scheppers voorzien hadden. Ik heb geprobeerd een hele week afstandelijk te doen tegen zowat al mijn vrienden, je zou bijna denken dat het onbegonnen werk is. Maar als je bijna een hele dag in het labyrint rent en na het eten je direct opsluit in je kamer is het niet moeilijk. 

Ik kon hen gewoon niet recht in de ogen kijken, niet na het besluit dat ik heb genomen. Ik moest uit het Labyrint, nee, ik moest uit dit leven. Het leek of er geen andere keus was. Ik heb nagedacht over verschillende manieren, uithongering, overdosis medicijnen van de med-jacks, maar de meest oor de hand liggende was van shuk-muren springen. 

Ik zou het vandaag doen, kort na het rennen. Waarschijnlijk nog voor de middag en voor ik mijn vrienden kon zien. Het deed pijn elke keer wanneer ik er aan dacht, ze zouden denken dat ik te laat terugkwam en de nacht niet overleefd zou hebben. Ik nam al mijn moed bij elkaar en stond op.

Brenda's POV

Ik voelde me doods. Wat had ik zonet gehoord? Wat dit dezelfde jongen van een weken geleden? Nee dat kon beslist niet. Dit was niet dezelfde Newt. Hij was fel vermagerd, bleek en had donkere kringen onder zijn ogen. Het zicht was akelig, het was net een vampier. Hoewel vampieren er altijd knap uitzagen, Newt was ook knap maar in die twee weken was hij zo hard geëvolueerd. Het deed bijna pijn om hem zo te zien en ik voelde me slecht. 

Ik had het gevoel, dat ik hem dit alles had aangedaan. Het schuldgevoel overspoelde me, als ik hem zou laten sterven, zou ik er niet mee kunnen leven. Ik moest iets doen om hem te redden. Ik keek rond en zocht naar iets. Helemaal op de rand van bureau lag er een headset. Ik stopte de draad in een van de weinige gleufjes van het scherm en zette de headset op. De microfoon kwam vlak voor mijn mond en ik hoorde zijn gedachten nu 'de deuren gaan binnen een half uur open, ik moet me klaarmaken.' 

Nee, nee, ik kon dit niet laten gebeuren. Ik probeerde iets in de microfoon te zeggen, in de hoop dat hij het zou horen. Ik kon niets beter verzinnen dan "Spring niet." ik zag op het scherm dat hij aburpt stilstond, maar het leek niet te helpen. Het maakte zijn woede alleen nog maar erger. 

'Blijf uit mijn shuk-hoofd!' het leek of hij het naar me toeschreeuwde. Ik kon hem niet tegenhouden, niet op deze manier. Er was maar een manier; ik moest naar de Laar. Ik moest naar de Laar en ik kon niet meer terug. Ik zou Newt redden uit zijn lijden en voor afleiding zorgen. Ik zou ervoor zorgen dat hij plezier kon hebben en zou ontsnappen op de manier zoals het hoort. Ik zette de headset snel af en stond recht. Ik doorzocht alle schuiven in de hoop hier ook een kaart te vinden. 

In de bovenste schuif, naast die van de tablet lag hetzelfde geplastificeerd papier als dat van mijn kamer. Ik keek aandachtig, het was niet ver weg en ik had weinig tijd. Ik zou en moest dit halen, Newt mocht niet doodgaan. Zijn vrienden hadden hem nodig, wij hebben hem nodig. 

Ik schoof de schuif snel terug dicht en stormde mijn kamertje uit. Ik bedacht onderweg een plan, dit kon ik niet zomaar doen. Ik moest mijn geheugen wissen, het moest hetzelfde zijn als bij de andere Laarders. Ik bekeek de kaart grondig, op zoek naar een één of ander labo, waar het serum zou liggen. Er waren er in het totaal twee. Ik besloot het te wagen op degene het dichtst bij het Labyrint. Ik begon te lopen, ik kon het niet veroorloven te laat te zijn. 

De adrenaline begon te stromen door mijn lijf, dat maakte dat ik nog sneller begon te lopen. Op een of andere manier, voelde ik me hierdoor goed. Alsof door deze daad al mijn fouten vergeven werden. Ik wou dat het kon, ik wilde dat ik vergeven kon worden voor wat ik allemaal heb gedaan. Ik vertraagde toen ik Teresa zag staan in de deuropening van het labo. Dit kon natuurlijk weer alleen mij overkomen. 

Ze versperde de weg naar het Labo. Ik probeerde langs haar te gaan, maar ze strekte haar arm, zodat ik niet doorkon. "Waar ga jij naar toe?" vroeg ze met een gemene grijs. Ze begon steeds meer en meer op de mensen van WICKED te lijken. "Naar het Labo. Dat zie je toch?" ze liet een kort gemeen lachje horen "Ja natuurlijk zie ik dat, wat ik eigenlijk bedoel is; wat kom je hier uitspoken?" ze kwam dichter naar me toe. Ze kwam intimiderend over, maar ik zou het haar niet laten merken. 

Ik kwam nu ook dichter naar haar, zodat onze neuzen elkaar raakten, "Dat zijn u zaken niet." de volgende vijf minuten gebeurden snel. Ik gaf Teresa een stevige kopstoot, waardoor ze direct op de grond viel. Het deed pijn aan mijn hoofd, maar dat negeerde ik gewoon. Ik had later nog tijd zat om aan mezelf te denken. Ik checkte Teresa nog even, het zag eruit dat ze buiten bewustzijn was. Ik stormde snel het Labo binnen. Er was niemand anders meer, toch iets dat in mijn voordeel was. 

Ik wist niet waar het serum lag. Ik wist niet eens hoe het eruitzag, ik hoopte vurig dat het er gewoon op stond. Er stond één immense glazen kast, met allemaal glazen bakken in. In elke bak lag een verschillende soort spuit. Ik vloog naar de kast toe en gooide de deuren open. Er waren veel soorten serums in verschillende kleuren, maar ik had het juiste serum snel gevonden. Het stond er in drukletters op; MEMORY_WIPER. De vloeistof was waterachtig en lichtjes oranje. 

Ik nam snel een spuit uit de bak en gooide de deuren van de kast terug dicht. Ik begon terug te lopen en sprong over Teresas lichaam. De weg naar het labyrint was nu zeer gemakkelijk. Ik moest nu nog één keer naar rechts en dan rechtdoor tot het einde van de gang, waar de flattrans zou moeten zijn. Ik begon sneller te lopen, ik was mijn horloge vergeten dus wist niet echt hoeveel tijd er al voorbij was gegaan. 

De wind (die ik opwekte door te lopen) blies mijn haar weg uit mijn zweterige gezicht. Mijn hart bonsde in mijn borstkas, ik mocht en kon niet te laat zijn. Ik was bijna aan het einde van de gang, maar zag geen verschil in de muur. Ik nam de spuit al klaar om te injecteren, ik kon niet snel genoeg zijn. Ik kwam hijgend tot stilstand voor de muur, nu zag ik het verschil. Het oppervlak zag er wazig uit en het leek of er kleine golfjes op dansten. 

Er hing een groot plakkaat boven: Verboden toegang voor onbevoegden! Ik grinnikte in mezelf. Op een één of andere manier leek dit nogal ironisch. Alsof de werknemers het labyrint vrijwillig zouden ingaan. (ik was natuurlijk een uitzondering). Ik nam de spuit stevig in mijn hand, waar zou ik hem injecteren? Ik had al wel op televisie gezien, dat ze vaak in de arm injecteerden. Ik stropte de mouw van mijn T-shirt op en hield de naald dicht tegen mijn huid. Ik haalde diep adem en injecteerde de vloeistof in mijn arm. Nu moest ik snel zijn want het serum had ook een verdovende werking. Ik gooide de spuit op de grond en stapt door het koude oppervlak van de Flattrans.


Run For Your Life (newt fanfiction)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu