Verlangen op drift #1

15. Wout

Het was vandaag even flink aanpoten. Een bestuurlijke vergadering aan boord van ons schip heeft ons de hele dag bezig gehouden. De catering hebben we zelf verzorgd en dat maakte dat we de hele dag met koffie, thee en frisdrank liepen te slepen, lunch verzorgden en een afsluitende borrel met hapjes uit onze mouw wisten te schudden. 

Rinke is naar huis gegaan, maar ze komt vanaf morgen het hele weekend aan boord logeren. Ik kan niet ontkennen dat ik daar enorm naar uit kijk. Ik trek een flesje bier open en plof neer op een zitzak op het dek om even van de rust te genieten voordat Krijn komt. Het blijft me irriteren dat Rinke heeft toegegeven dat ze Krijn knap vind. Daarom vind ik het ook niet zo erg dat Krijn en Fardau nieuwsgierig naar elkaar zijn. Als die twee elkaar maar niet direct bespringen, want ik zit er niet nou net niet op te wachten het hele weekend naar twee lebberende en handtastelijke mensen te moeten kijken. En dat terwijl ik me heb voorgenomen om me gedeisd te houden bij de vrouw waar ik zo warm voor loop. 

Ik strijk mijn vlakke hand gepijnigd over mijn gezicht. Verdomme, wat maakt ze het me moeilijk. Het is gruwelijk moeilijk om me te beheersen als ze in mijn buurt is. Maar volgens mij kan ik haar niet duidelijker vertellen hoe ik erin sta. Mijn gedachten worden onderbroken door een enthousiaste hond die achter de buurkat aanzit. Basket is de boom in geschoten en heeft zijn poten aan weerszijden van de stam geklauwd terwijl buurhond Boef, de hond van Jurre, blij tegen de boom op staat te springen. Vlug kom ik overeind en spring via de reling op de kade. 'Rustig jongen' ik aai hem even over zijn bol. 'Spelen met poesjes is leuk, maar ze de boom in jagen is niet zo aardig.' Een enorme vent met het haar tot op zijn schouders komt aanlopen en fluit op zijn vingers. 'Boef, hier komen, laat dat beest met rust' zegt hij met een zware stem die past bij zijn grote lijf en dito tatoeages. Deze man heeft een indrukwekkend palet aan tekeningen op zijn vel vereeuwigd. 

'Jouw kat?' vraagt hij belangstellend. 

'Nee, maar deze gaat met regelmaat als verstekeling met ons mee.' Ik wijs over mijn schouder naar de Pontus. 

'Jij vaart met het schip van Almer?' Hij haakt een riem tevoorschijn en gespt Boef vast. 'Ja, zolang hij er nog uit ligt, mag ik er met haar op uit.' Basket heeft zich intussen veilig op een tak verschanst en blaast eens boos naar Boef. 

'Cool, ik ben Rafi, maar iedereen noemt me Raf. Ik vaar met Jurre als hij me nodig heeft.' 

Ik druk hem de hand. 'Hoi Raf, ik ben Wout. Leuk je te leren kennen.' 

'Hoe gaat het? Ik hoorde van Jurre dat jullie nogal wat commotie aan boord hebben gehad. Alles weer een beetje rustig?' 

'Verdomme, dat was me een toestand. Moest me beheersen om die vent niks aan te doen.' Raf knijpt even met zijn ogen, schudt zijn hoofd nauwelijks zichtbaar en vraagt dan 'hoe gaat het met Rinke? Die meid heeft inmiddels al het nodige voor de kiezen gehad.' 

'Ze is sterk, maar laat niet het achterste van haar tong zien. Ik denk dat ze nog met een heleboel issues moet leren dealen. Maar van veel dingen weet ik de details niet.' 

Raf bromt op lage toon 'Hmmm, ze is inderdaad sterk, maar zelfs de dikste bomen kunnen knappen. Maar wij gaan elkaar nog vaak tegenkomen in de haven en op het water vriend! We gaan er wat moois van maken dit seizoen!' Hij knijpt me stevig in mijn schouder, deze man kent de sportschool waarschijnlijk beter dan zijn eigen huiskamer. 

'Ik kijk er naar uit. Heb je zin in een biertje?' 

'Nee, ik drink nauwelijks, maar een glas water lust ik wel. Ik kom zo terug, breng even Boef aan boord voor die kat hem straks wat aandoet.' 

Goeie gast, denk ik als ik naar binnen loop voor een fles water en alvast een biertje voor Krijn. Het is uitzonderlijk zacht voor de tijd van het jaar. Met een warme trui aan kun je nog prima buiten zitten. Als ik buiten nog een paar zitzakken heb neergegooid komt Krijn aanrijden. Met een scherpe bocht parkeert hij zijn Jeep in het parkeervak en springt uit de auto.