1

928 41 5
                                    

De Portier houdt vriendelijk de deur voor me open wanneer ik met grote passen de ingang van het hotel uit loop. Ik kan een glimlach niet opbrengen, zelfs niet naar hem. Niet nu. Alweer. Alweer heeft ze me verraden. Alweer heeft ze achter mijn rug om dingen gedaan met anderen. Waarom ik steeds naar haar terug kom, bij haar blijf en haar excuses accepteer? Ik weet het zelf ook niet. Misschien ben ik bang voor hoe het zal zijn als ik alleen ben. Al is het leven zo ook niet bepaald geweldig. Ik voel me nu ook alleen, al weet ik nu dat er weer momenten op me wachten waar ze voor de deur zal staan in haar mooiste jurk, haar haar netjes heeft gedaan en me zal inpalmen tot ik toegeef en haar weer de mijne noem.

Maar nu kan ik het even niet. Het snijdt in mijn hart elke keer als ik weer een onbekende naam haar zie bellen. Hoe ik perongeluk de melding zie van een man die haar heeft bericht of ze alleen is, of ik weg ben en of hij langs kan komen. Ze weten het allemaal ook altijd. Ze weten precies wat ze doen. Dat ze in een relatie zit. En dat ze om mij heen moeten werken om met haar te zijn. Het maakt me ook niets uit dat ze gewild is. Vroeger vond ik het zelfs wel een kick geven als mannen om haar nummer vroegen, of haar probeerden te versieren. Dan voelde ik me trots, dat ik haar vriend was. Dat ze van mij was. Iedereen mocht naar haar kijken en weg kwijnen door haar schoonheid. Het verschil is dat ze toen alleen oog had voor mij, het interesseerde haar niet, al die aandacht.

Nu doet ze met hen mee. Ze verteld ze dat ze wel wil maar een vriend heeft, en als ze zeggen dat ze het dan wel stiekem doen, stemt ze in. Misselijkmakend. Mijn chagrijnige kop trekt niet bepaald veel mensen aan, maar ik denk dat het mijn pak is waar de taxi chauffeurs toch maar voor stoppen. Geld, daar doen ze het voor. Het liefst rijden ze nog een blokje extra om of hopen ze dat ik het afhandel met een rond bedrag ver boven hun tarief.

Ik stap in de eerste taxi die voor me stopt. 'Waarheen?' Hoor ik een jonge mannen stem. 'Weg van hier, zet me maar ergens af' zeg ik. De taxi chauffeur is even stil. 'Meneer ik moet een adres of iets van een plek hebben, ik zet u niet zomaar ergens af' zegt hij. Ik zucht. 'Weet je een goede bar ofzoiets, iets dat op z'n minst nog een kwartier hiervandaan is?' Vraag ik dan. 'Daar kan ik wel wat van maken Meneer' zegt hij en hij rijdt terug de weg op. Stil zit ik in de auto, kijkend in het donker, naar de rode lichten uit het verkeer en de drukke casino verlichting die hier in de omgeving te vinden is. Alles weerspiegeld op het natte asfalt. Er is niets te horen dan de motor van de auto, en al het verkeer daaromheen. Als een soort zachte ruis door de stilte. Een zachte snik verlaat mijn mond, waar ik zelf van schrik. Ik wil hier absoluut geen duidelijke emoties tonen. 'Mag ik vragen wat u dwars zit meneer? U lijkt niet op uw gemak.'

The DriverWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu