Een tweede kans

282 15 3
                                    

"Ik ben blij dat we samen blijven." Ze kijkt hem door haar wimpers aan, en ziet hem glimlachend knikken.
"Ik ook."
"Kom," Ze draait zich om en steekt haar hand naar hem uit. "We gaan het vieren."

Nieuwsgierig loopt Wolfs achter haar aan het bureau uit. Als een klein jongetje laat hij zich meesleuren door Eva, richting de parkeerplaats. Hij geniet ondertussen volop van haar vrolijk zwiepende paardenstaart, haar wiegende heupen en haar ranke vingers die met de zijne verstrengeld zijn.
"Wat gaan we doen?" Vraagt hij als Eva hem naar de bijrijdersstoel dirigeert.
"Het vieren." Eva lacht geheimzinnig en neemt dan snel plaats achter het stuur.
"Hoe?"
"Dat merk je vanzelf wel. We gaan eerst een stukje rijden."
Zonder verder wat te zeggen, start Eva de auto en rijdt het parkeerterrein af.
Wolfs weet niet wat hij moet zeggen, en als hij eerlijk is tegen zichzelf, vindt hij het eigenlijk wel wat hebben. Eva die zo mysterieus doet, en hem eigenlijk dwingt zich volledig aan haar over te geven. Hij besluit dan ook om mee te spelen en niks meer te vragen.
Zwijgend, maar met een voelbare spanning tussen hen in, staren ze beiden naar buiten terwijl Eva doelgericht de stad uit rijdt.

Het begint al te schemeren als ze een uurtje later stoppen op een kleine parking aan een bosrand. Eva stapt uit en Wolfs wil hetzelfde doen, als hij merkt dat zijn deur niet opent. Verbaasd kijkt hij om zich heen en geeft met zijn schouder een duw tegen de deur, maar die blijft dicht. In de spiegel ziet hij hoe Eva iets uit de kofferbak pakt en naar zijn kant van de auto loopt. Ze verschijnt glimlachend voor zijn raampje en houdt plagerig de sleutel omhoog.
"Serieus, Eef? Kinderslot?" Wolfs kan een lach niet onderdrukken en als Eva uiteindelijk de deur van het slot haalt, stapt hij gauw uit. Hij wil een gevatte opmerking maken, maar Eva is hem voor en pakt zijn hand. Net als eerder die dag, gaat ze hem voor. Ditmaal richting het dichtbegroeide bos. Als ze bijna bij de bosrand zijn, draait Eva zich plots om en haalt iets uit haar jaszak.

"Nee, echt niet, Eef!"
"Ah, kom op. Het is maar een klein stukje. Alsjeblieft?" Met een gemaakte pruillip houdt ze de zwarte, stoffen blinddoek omhoog. "Anders is het toch geen verrassing meer?"
Wolfs wil ad-rem reageren, maar hij verdwaalt haast in haar ondeugende, twinkelende ogen.
"Vertrouw je me?" Vraagt ze hem terwijl ze achter hem gaat staan en haar handen richting zijn gezicht brengt.
"Genoeg om me geblinddoekt een bos mee in te nemen? Dat weet ik nog zo net niet hoor."
Zodra hij haar aanraking voelt op zijn wang, worden al zijn gedachten en gevoelens vervangen door haar. Door de liefde die hij voor haar voelt. Die allesomvattende, pure liefde die hij al zo lang voor haar heeft.

"Als je het echt niet wil, dan snap ik dat hè."
Eva strijkt nogmaals over zijn wang en drukt zich even stevig tegen zijn rug aan.
Alle sarcastische, speelse en dubbelzinnige opmerkingen die hij normaal gesproken zou maken, lijken te zijn verdwenen uit zijn hoofd. Het feit dat Eva het nogmaals checkt bij hem, raakt hem op de een of andere manier. Hij weet dondersgoed dat zij ook wel weet dat dit niet de eerste keer zou zijn dat hij geblinddoekt gedwongen wordt om ergens naartoe te lopen. Ze waren veel te vaak samen in zo'n situatie terecht gekomen. Het enige wat hen dan overeind hield, als de duister van een zak of doek over hun ogen viel, was het vertrouwen in en de aanwezigheid van elkaar.
"Natuurlijk vertrouw ik jou, Eef. Jou altijd."

Hij brengt zijn handen naar de achterkant van zijn hoofd en maakt de blinddoek vast. De afkeer die hij even voelt als het zicht hem wordt ontnomen, maakt haast onmiddellijk plaats voor vlinders en gezonde spanning als Eva zijn hand pakt en hem voorzichtig meeneemt over het zachte bladerdek.
Ze lopen langzaam, voetje voor voetje, dieper het bos in. Als Wolfs nog een stap zet, blijft zijn linkervoet ergens achter hangen.
"Oh, pas op, hier ligt een tak!" Eva's waarschuwing komt te laat en Wolfs ligt al met zijn gezicht in de bladeren. Hij sputtert en komt half overeind. Als hij Eva hard hoort lachen trekt hij de blinddoek af en veegt de modder van zijn mond.
"Hee! Niet afzetten! Dat was niet de afspraak."
Wolfs staat moeizaam op, zijn pak nat van de koude, vochtige grond. "Zodat je me nog een keer kan laten vallen?" Hij probeert boos te kijken, maar Eva's lach werkt aanstekelijk.
"Sorry," proest ze als ze ziet hoe hij onder de modder en bladeren zit. "Ik zag het te laat."
"Lekkere gids ben jij."
Eva wil zich nog een keer verontschuldigingen, maar Wolfs heeft haar al naar zich toe getrokken. Ze laat een kreetje ontsnappen als ze de natte kou van zijn pak door haar eigen kleren voelt trekken.
"Wolfs!"
"Gedeelde smart is halve smart." Hij lacht en laat haar dan weer los. Ze bekijkt met een schuin oog haar vieze kleren en slaat haar armen demonstratief over elkaar.
"We kunnen ook terug naar huis hoor."

Wolfs haalt zijn wenkbrauwen op en kijkt haar indringend aan. Zijn mondhoeken krullen omhoog als hij ziet dat Eva uit alle macht probeert hem streng aan te blijven kijken.
Als hij haar een knipoog geeft, merkt hij dat hij door haar façade heen is gebroken.
"Ik wil gewoon graag dat het echt een verrassing voor je is." Haar stem klinkt plots wat onzeker en nerveus en haar wangen kleuren rood.
"Alleen als je belooft dat je me niet nog een keer laat vallen."
"Ik zal m'n best doen."
Met een knipoog trekt hij de blinddoek weer over zijn gezicht heen en steekt zijn hand uit.
"Lead the way, Eva van Dongen."

Ze weet niet precies hoe, maar een paar minuten later heeft ze hem veilig en heel naar het houten blokhutje geleid. Uit haar zak haalt ze de sleutel en met haar hand nog steeds in die van Wolfs loopt ze met hem naar binnen.
Het is nog precies hetzelfde als de vorige keer; een lange tafel in de ene hoek en een grote open haard in de andere. De haard brandt al, net als de vele kaarsen die door de hele ruimte staan. Ze laat Wolfs los, zegt hem dat hij moet blijven staan en loopt dan gauw naar de tafel. Er ligt een briefje op, met het bekende handschrift van haar vriendin.

'Er ligt hout voor de haard naast de kast en de wijn - en chocomel natuurlijk - staan koud. Geniet ervan en ik ben heel trots op je, Eva. Jullie verdienen het allebei.
Dikke knuffel, Marion.'

Eva glimlacht dankbaar en stopt het briefje dan snel weg. Ze zet haar rugzak af en trekt haar jas uit. Ze haalt het elastiekje uit haar haren, en laat haar lokken over haar schouders vallen. Dan haalt ze diep adem en loopt terug naar Wolfs, die nog steeds in het midden van de kamer staat. Ze gaat voor hem staan en legt een hand in de zijne. "Je mag hem afzetten, Flo."

Hij voelt een kleine schok door zijn lijf gaan bij het horen van haar stem. Het gebeurde zelden dat ze hem bij zijn voornaam of deels noemde. Langzaam laat hij zijn vingers naar de rand van de blinddoek gaan en schuift hem voorzichtig omhoog. Hij knippert tegen het plotse licht, een warm, oranje licht omring hen langs alle kanten. Hij ziet hoe Eva voor hem staat, badend in de warme gloed. Haar haren los, een fonkeling in haar ogen en een verlegen lach op haar gezicht. Hij wil net iets zeggen als hem opvalt waar ze zijn. Ze staan op precies dezelfde plek als waar ze twee jaar geleden naast elkaar voor de open haard hadden gelegen. "Eef..." begint hij stamelend, maar Eva onderbreekt hem.

"Ik wilde hier graag nog een keer met jou naartoe. Omdat ik hier dankzij jou een van de mooiste avonden van mijn leven heb beleefd."
Ze blijft hem aankijken, al voelt ze haar stem en haar hele lijf trillen. Dit was het moment.
"En ik heb het daarna zoveel ingewikkelder en moeilijker gemaakt dan nodig was. Dan de bedoeling was."
Wolfs knijpt even zachtjes in haar hand. De warmte van de open haard lijkt zich een weg naar zijn hart te hebben gebaand. Zou ze het dan toch gehoord hebben?
"En ik..." gaat Eva weifelend verder. "Ik begrijp heel goed als het nu anders is. Maar ik zou het mezelf nooit vergeven als..."
Even wendt ze haar blik af, haar wangen vuurrood en haar handen trillend. Dan voelt ze hoe Wolfs zachtjes een hand onder haar kin legt en haar gezicht optilt. Zijn heldere ogen stralen en hij drukt voorzichtig een kus op haar gloeiende wang.
"Zal ik het nog een keer vragen?" Fluistert hij, zijn mond dicht bij haar oor. Ze bijt onzeker op haar lip, maar knikt dan haast onopgemerkt.
Wolfs pakt allebei haar handen en zakt dan op één knie.

"Lieve Eva, wil je met me trouwen?"

Second chancesWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu