Vreemde ontmoeting

67 4 0
                                    

[Zoë]

Ik rende achter mijn vader aan, hij gebaarde druk naar verschillende wachten om het kasteel te bewaken. 'Pap? Is Prins Forest terug?' Onmiddellijk stopte mijn vader en draaide zich naar mij toe. 'Zoë, nu moet je goed naar me luisteren. Ik wil dat je naar je slaapkamer gaat en de deur op slot doet, je doet die deur niet open. Voor niemand, zelfs voor mij niet. Heb je dat begrepen.' Ik knikte langzaam. 'Ja pap, maar ik..' Mijn vader keek me streng aan. 'Nu Zoë!' Ik draaide me om en rende naar mijn kamertje toe. Ik sloot de deur achter me dicht. 'Hallo Zoë.' Verschrikt draaide ik me om. Er stond een man tegen de muur aangeleund. Ik draaide me razendsnel om en wilde de deur openen maar hij stond in eens voor me. Van schrik viel ik naar achter en kwam hard op de grond terecht. De man lachte luid. Ik deinsde angstig achteruit. 'Wie bent u?' De man keek me lachend aan en zette een stap dichterbij. 'U? Je ouders hebben je goed opgevoed. Je hebt sprekend het gezicht van je moeder.' Ik durfde langzaam op te kijken en keek de man aan. 'Maar goed, ik moet me voorstellen. Ik ben Prins Forest.' Al mijn alarmbelletjes gingen rinkelen bij die naam. Ik deinsde nog verder achteruit en knalde met mijn rug tegen de muur aan. 'Zo te zien hebben je ouders over me gesproken. Dat maakt het allemaal een stuk makkelijker.' Ik slikte en zocht naar een uitweg. Prins Forest zette nog een stap dichterbij. 'Wat zeg je ervan om samen met mij hier weg te gaan Zoë?' Hij knielde voor me neer. Ik schudde wild mijn hoofd. Prins Forest grijnsde. 'Kom kom Zoë, hebben je ouders je niet geleerd dat je altijd met twee woorden moet spreken?' Hij kwam nog wat dichterbij. 'Ik ga niet met je mee.' Mijn stem trilde en ik kreeg met moeite de woorden over mijn lippen. Prins Forest grijnsde gemeen en kwam nog dichterbij, onze gezichten waren nu nog maar centimeters van elkaar verwijderd. Er klonken voetstappen op de overloop. 'PA..' Prins Forest legde snel zijn hand op mijn mond. Ik beet hard op zijn vinger. 'Auw! Rotkind!' Ik sprong over hem heen en rende naar de deur. 'PAP!' Schreeuwde ik terwijl ik het slot van de deur open probeerde te maken. 'Zoë? Wat is er?' Ik kreeg het slot eindelijk open. Ik opende de deur en liet me in mijn vaders armen vallen. 'Zoë, wat is er gebeurd?' Mijn vader streelde zachtjes door mijn haren heen. 'Prins Forest, hij was in mijn kamer.' Zijn greep verstrakte. 'Hij was in je kamer.' Zijn stem klonk kil. Ik knikte. Hij stond op en wierp een blik op mijn kamertje. Prins Forest was weg. 'Kom met mij mee.' Hij pakte mijn hand vast en we liepen door de gangen heen.

We liepen de trappen af naar de kelder. Mijn vader gaf me een mantel. 'Het spijt me dat je hier moet zitten lieverd maar dit is de enige plek in het kasteel waar Forest je niets kan doen.' Ik knikte en omhelsde hem. 'Ik moet nu naar je moeder toe. Blijf hier, ik kom zo snel mogelijk weer terug.' Met die woorden sloot hij de deur. Ik ademde diep in en keek rond. De kelder was al jaren niet meer gebruikt. Er stonden lege wijnvaten en er hingen wat verroestte kettingen aan de muren. Er was een piepklein raampje. 'Dit is toch geen plek voor jou Zoë.' Ik draaide me om. 'Je vader denkt slim te zijn maar hij kent mijn nieuwe krachten duidelijk nog niet, die heb ik te danken aan degene die me terug bracht.' Ik rende naar de deur maar botste tegen Forest aan. 'Niet zo snel meisje, jij gaat met mij mee.' Hij greep mijn polsen vast en nog voor ik het goed en wel in de gaten had stonden we niet langer in de kelder. We stonden voor een groot kasteel. 'Waar zijn we?' Forest glimlachte. 'Je nieuwe thuis Zoë.' Forest liet mijn polsen los. 'Welkom Zoë, ik heb lang op je zitten wachten.' Ik keek op. Een jongeman kwam de trappen afgelopen. Hij leek ongeveer negentien. Hij was een stuk langer dan mij en had zwarte haren en donkergroene ogen. Hij pakte mijn hand vast en plante er een klein kusje op. 'Vergeef me, het was niet mijn bedoeling om je op deze manier hier te krijgen maar Forest heeft nogal zijn eigen manier van kennis maken.' Hij wierp een boze blik op Forest en keek me toen weer glimlachend aan. 'Laat me je je nieuwe kamer zien dan kun je je wat opfrissen. Ik verwacht je vanavond aan het diner.' We begonnen de trappen op te lopen. 'Oh, en Forest. Ik verwacht jou op mijn kantoor binnen tien minuten.' Toen liepen we door.

Vol ongeloof liet ik me op het bed zakken. De jongeman was net weggegaan, hij had zichzelf nog steeds niet voorgesteld. Zijn kasteel was prachtig, en ik dacht dat ons kasteel mooi was. Ik stond op en keek naar mezelf in de spiegel. Ik zag er niet uit. Ik begon mijn lange, blauwe haar te borstelen. Ik had dezelfde kleur blauw als mijn moeders haar alleen had ik nog twee andere kleuren blauw erdoor heen. Ik liet ze loshangen zoals altijd en stond op. Er stond een grote klerenkast. Ik opende de kast en mijn ogen werden groter toen ik alle prachtige jurken zag. Ik trok er een donkerblauwe jurk uit en trok hem aan. Hij zat strak tot aan mijn taille en liep toen wijd uit, de jurk had pofmouwtjes en er was een zwart lint rond de taille. Ik knoopte het lint vast en stapte in een paar bijpassende schoenen. Tijd voor dat diner.

Ik liep de trappen af, er was een uitgestrekte balzaal zichtbaar en er stond een grote tafel met daarop allerlei lekkernijen. Hij stond onderaan de trap op me te wachten. 'Je ziet er prachtig uit Zoë.' Hij pakte mijn hand voorzichtig vast en leidde me mee naar de tafel. 'Je hebt me nog niet verteld wat je naam is.' Ik keek hem nieuwsgierig aan terwijl hij tegenover me ging zitten. Hij glimlachte naar me. 'Mijn naam is Louis.' Ik glimlachte terug naar hem. Na het diner stond Louis op. 'Mag ik deze dans van je?' Ik wende mijn blik af. 'Ik kan helemaal niet dansen.' Ik voelde mijn wangen rood worden. Louis legde zijn hand onder mijn kin in en duwde me zachtjes omhoog. 'Je bent nooit te oud om te leren Zoë.' Hij pakte mijn hand vast en we liepen naar het midden van de zaal. Ik legde mijn hand voorzichtig op zijn schouder. Ik voelde hoe zijn hand rustte op mijn middel. We begonnen langzaam te dansen. Ik staarde naar de grond en voelde hoe zijn ogen op mijn brandde. 'Wanneer mag ik naar huis toe?' Zijn greep rond mijn middel verstrakte. 'Louis je doet me pijn.' Ik zei het zacht. 'Je bent ondankbaar Zoë, ik geef je toch alles hier. Een prachtig kasteel, een perfecte kamer, schitterende jurken en een geweldig diner. En dan vraag je wanneer je naar huis mag?!' Ik liet hem los. 'Ik bedoelde het niet zo, ik wil gewoon graag naar mijn ouders.' Mijn onderlip trilde. Louis leek in eens een totaal ander persoon, duister. Hij snoof en greep mijn pols vast. Hij trok me mee de trappen op en gooide me de slaapkamer in. 'Je gaat hier nooit meer weg Zoë, je blijft hier!' Met die woorden smeet hij de deur dicht, ik hoorde hoe de deur op slot ging. Snikkend liet ik mezelf in elkaar zakken. Ik trok mijn knieën op en legde mijn hoofd op ze neer. Tranen rolde over mijn wangen.

[Louis]

Ik leunde tegen de deur aan, aan de andere kant hoorde ik Zoë snikken. Ik sloot mijn ogen en balde mijn handen tot vuisten. Waarom maakte ze het zo lastig? Ik kon haar niet laten gaan. 'Je hebt het goed gedaan Louis, het meisje moet haar plek leren kennen.' Ik keek op. Forest stond grijnzend voor me. 'Dit was niet wat ik wou Forest! Ik wilde..' Forest rolde met zijn ogen. 'Jij wilde haar zacht aanpakken. Geloof me nou, dat werkt niet. Ze is precies hetzelfde als haar moeder en dat kan ik beter weten dan jij. We hebben haar nodig en met lief doen houd je haar nooit hier. Je moet haar laten zien wie de baas is.' Ik zuchtte. 'Je hebt vast gelijk Forest.' Forest grinnikte. 'Ik heb altijd gelijk Louis.' Met die woorden verdween Forest. Ik wierp nog een laatste blik op de deur, ik hoorde geen gesnik meer. Ik ademde uit en liep weg.

De trilogie: Het sterrenkindWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu