001 || Een kreet van nood

227 25 16
                                    

Eigenlijk was het een dag net als alle andere. Dave Moore werd wakker met barstende koppijn en dronk het glas water leeg dat naast hem op het nachtkastje stond. Wat een nacht. En wat een vreemde droom.

De zomervakantie was net begonnen en Dave was blij dat hij vandaag niet naar school hoefde. Gelukkig geen klasgenoten die nare dingen naar hem riepen. Geen leraren die ondraaglijk veel huiswerk opgaven.

De woorden van Sarah galmden nog steeds in zijn hoofd. 'Je bent een freak met die vissenogen!' had ze tientallen keren door de klas geschreeuwd. En niemand had ingegrepen. Geen leraar die haar even op haar nummer had gezet. Geen ouders die haar vertelden dat ze zoiets beter niet kon roepen, omdat er tegenwoordig heel veel jongeren zelfmoord pleegden. Niet dat Dave aan zelfmoord had gedacht, zo diep ongelukkig was hij niet. Maar hij wilde gewoon weg van Glastonbury, weg uit het dorp waar het wemelde van toeristen die alleen maar oog hadden voor de legende van Koning Arthur. Rond deze tijd van het jaar zaten de hotels en bed and breakfasts helemaal vol. Zelfs zijn oma, waar hij nu al vijf jaar bij woonde, had haar twee vrije kamers afgestaan aan een jong gezin.

In de badkamer lagen nog een paar spullen van het jongste familielid; een pop met haren die in een knoop lagen en een bezoedelde pyjama, vol met resten van de heerlijke soep die zijn oma gisteravond had gemaakt.

Terwijl Dave alles opruimde en de spiegel en de tegels van de douche schoonmaakte, bleef hij een tijdje naar zijn spiegelbeeld staren. Misschien had Sarah inderdaad gelijk gehad. Die vissenogen waren vreselijk. Ze puilden zo ver uit zijn hoofd, dat het net leek alsof ze ieder moment eruit konden vallen. Maar voor de rest viel het toch mee? Hij had prachtig lichtblond haar, dat verrassend goed zat vandaag. Kort maar met een mooie slag. En ook had hij nauwelijks last van puisten, die de meeste klasgenoten van vijftien jaar wel hadden. Zelfs Sarah. Zij probeerde het wel altijd te verhullen met make-up, maar het viel gewoon op.

Na een korte en ijskoude douche liep hij de trap af. Beneden in de keuken was het een drukke boel. Het hele gezin dat bij hun logeerde zat aan tafel. Dave's oma bakte een spiegelei met bacon. Er lagen dikke sneetjes boterham op een houten plank op tafel.

'Goedemorgen,' zei hij zachtjes, in de hoop dat niemand hem hoorde. Zo vroeg in de ochtend had hij geen zin in lange praatjes. Zeker niet als er vreemden in huis waren.

'Goedemorgen Dave,' zei zijn oma opgewekt, terwijl ze met een pan in de hand naar de tafel liep en het spiegelei op een boterham liet glijden.

De moeder van het gezin veegde haar mond schoon en stond op om Dave een hand te schudden.

'Lily,' glimlachte ze. 'En dit zijn Alex, Audrey, Sidney en Abbey.' Iedereen stond om de beurt op. Dave liep een rondje om de tafel en schudde iedereen ongemakkelijk de hand. Wat had hij hier een hekel aan. Ze hadden vast geweldige verhalen over wat ze allemaal hadden beleefd in Glastenbury. Over alle mysterieuze dingen over de legende. Maar dat had hij al veel te vaak gehoord.

'Ik eet boven wel,' zei hij tegen zijn oma. 'Heb je een bord voor mij?'

'Weet je het zeker?' vroeg zijn oma beleefd. 'Dit zijn echt hele aardige mensen. Ze hebben me zojuist alles over Chalice Well verteld.'

Alsof Dave daar nog niets vanaf wist. De zogenaamd magische bron interesseerde hem helemaal niets.

'Ja, ik weet het zeker.' Hij schepte nog wat extra witte bonen op zijn bord en vertrok weer naar boven.

Rond het middaguur vulde hij zijn rugzak met een paar tijdschriften en het boek dat hij aan het lezen was. Beneden was niemand meer. Zijn oma was in de gastenkamers alles schoon aan het maken en had daardoor niet in de gaten dat hij vertrok. Zo stil mogelijk trok hij de voordeur achter zich dicht en controleerde of de sleutel nog onder de bloempot zat. Die stak hij snel in zijn broekzak en liep toen naar het einde van de Actis Road. Onderweg zwaaide hij naar meneer Thomson die, zoals hij iedere dag deed, het gras van zijn kleine voortuin maaide. De gepensioneerde man was namelijk bang dat hij op een dag het gras niet meer zou kunnen maaien en dat hij dan de rest van zijn leven in een verzorgingstehuis moest doorbrengen. Dit was voor hem het enige bewijs dat het nog lang niet zover was.

Magiërs van AvalonWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu