01 - June

34 2 0
                                    


"Halte Binnengracht. Halte binnengracht."

Ze stond op van haar stoel in de tram, zich nog net kunnen vastklemmen aan de paal naast haar als de wagon de bocht om vloog en ze met moeite haar evenwicht kon houden.

Helaas mislukte deze poging en vloog ze over het gangpad heen naar de andere kant van de tram en belandde zo op schoot bij een wat breder gebouwd persoon. Beschaamd tilde ze haar hoofd op en veegde haar steile blonde haar uit haar gezicht om recht in twee amberkleurige ogen te kijken.

"Um," Stotterde ze terwijl ze overeind krabbelde maar haar hand nét op de verkeerde plaats neerzette en de jongeman geschokt zag kijken naar haar hand. "Ik heb mijn dag niet," Kreunde ze terwijl ze zichzelf optrok aan de paal. "Het is oké," Zei hij toen. "Je gaat me alleen iets te snel."

Een lage heldere lach klonk haar in de oren en dan besefte ze dat hij om zijn eigen grap aan het lachen was.

Can't judje him, June.

Iedereen lachte wel eens om zijn eigen grap. Niks raars aan toch?

Ze lachte verlegen terug en draaide zich toen om zodat ze uit kon checken. Tot haar grote verbazing merkte ze toen pas dat de tram begon te rijden en ze hard terugknalde op de lege stoel naast de onbekende jongen.

"Nee wacht!" Riep ze. "Ik moest er daar uit." Zei ze er iets zachter achteraan. De bestuurder hoorde haar toch niet en ging niet speciaal even voor haar stilstaan zodat ze minder ver naar mijn appartement hoefde te lopen.

Nee, dit overkwam June Merrill dan ook zeker niet voor de eerste keer.

Een oud omaatje dat haar tramkaart niet kon vinden, een klein kind dat haar moeder kwijt was in een tram, een oude klasgenoot die een dagje in Amsterdam was, dat enge mannetje wat maar naast haar bleef komen zitten, die nerd uit haar klas die voor het eerst in de tram zat en nu kon ze ook aan haar lijstje toevoegen;

Extreem knappe jongen op wie zijn schoot ze was beland.

Zeggen dat het haar meezat in de tram zou 's werelds grootste leugen zijn.

Zuchtend stond ze op en checkte alvast uit, haar voorbereidend op de grote wandeling die ze zo meteen af moest leggen naar huis. Ze nam de gelegenheid om de jongen eens goed te bekijken. Zijn heldergroene ogen waren haar al opgevallen, wat June nu nog meer opviel was dat hij pikzwart haar had wat strak opzij was gekamd. Zijn kledingstijl was kleurloos kon zij concluderen maar zijn felrode sneakers steken dan weer af bij zijn broek.

Overigens vloekten die zó erg bij zijn ogen.

De witte tanden van de jongen ontblootten zich naar haar waardoor zijn veel te volle lippen wat minder vol waren, maar nog steeds heel vol hoor, tot ze doorkreeg dat hij naar haar lachte.

Geluidloos vormden haar lippen zich tot een 'o' waardoor zijn lach nog breder werd.

Gered door de tramhalte werd ze uit deze ongemakkelijke situatie gehaald. Ze drukte op het knopje om te openen en keek dan nog een laatste keer naar de jongen. Vreemd genoeg keek hij al naar haar.

"Ik zie je nog wel," Zegt hij, voordat June de tram uit stapte.

Met haar handen diep in de zakken van haar jas en haar hoofd nét wat verder in haar sjaal gedrukt liep ze stil door de straten van Amsterdam, de tramrails terug volgen naar haar huis. Ondanks dat het pas net oktober was, kwam de temperatuur nog niet heel hoog en had June al besloten dat het volstrekt logisch was om in je winterjas te lopen met een sjaal omgebonden.

Want het was koud.

Na wel een kwartier lopen, wat voor haar gelijkstond aan de jaarlijkse marathon in Rotterdam, stond ze eindelijk voor haar portiek. Het was zo stil in de portiekwoning dat het enige geluid dat te horen was de gympjes van June op de trap waren met elke stap die ze naar boven liep. Als ze toen eindelijk voor haar deur stond begon ze in haar tas te graven op zoek naar de sleutels.

De sprekerWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu