Een alternatief einde voor de keukentafel-scène uit 17X04 - Monddood.
---------------------------------------------------------------------------------------------------
'Als ik jou zo met Dee bezig zie, ben je wel een natuurtalent.' Een plagerig lachje vormt om Eva's mond. 'Niet wat betreft het eten dan.'
'Daar hebben we jou toch voor?' reageert Wolfs.
'Precies!'
Zwijgend eten de twee rechercheurs verder. Beide in gedachten verzonken, ieder zo met een eigen narratief dat zich kronkelend een weg baant en star vastzet in hun mijmeringen.
'Als dingen anders waren gelopen, hadden onze levens er vast erg anders uitgezien,' verbreekt Eva plotseling het stilzwijgen.
'Hoe bedoel je dat?'
Ze haalt diep adem voordat ze begint te praten, een indicatie dat Wolfs zich schrap moet zetten. 'Denk jij er wel eens over na hoe jouw leven er had uitgezien als je altijd in Fleur's leven was geweest? Als je wél de rol van haar vader had mogen vervullen vanaf haar geboorte?'
Zonder enkele twijfeling knikt hij. 'Iedere dag.' De meevoelende blik die hij krijgt toegeworpen knijpt zijn maag nog wat verder samen. 'Het mocht gewoon niet zo zijn.' Met zijn hand gaat hij vermoeid over zijn gezicht. 'Weet je, ik ben dankbaar voor de jaren die ik wel met haar heb mogen doorbrengen. Ook al was dat veel te kort,' voegt hij er zachtjes aan toe.
Ze kijken elkaar aan, de borden praktisch onaangeroerd. De klok aan de wand lijkt harder te tikken dan gebruikelijk, terwijl de tijd zelf voorbij lijkt te kruipen. Ze hebben het amper meer over Fleur gehad. Niet sinds... niet sinds die afgrijselijke dag nu zo'n zes jaar geleden. Als hij heel eerlijk moet zijn is zijn wereld op dat moment gestopt met draaien en hij betwijfelt of het ooit weer gaat roteren. Natuurlijk. Hij moest door, en hij is door gegaan, voor zichzelf, voor Fleur. Voor Eva. Maar zijn leven zal nooit meer hetzelfde zijn. Er is altijd die donkere wolk die boven zijn hoofd hangt en dat vreselijke gemis dat 24/7 aan hem knaagt en nooit meer zal verdwijnen.
Na een tijdje lijkt het alsof Eva door hem heen kijkt en ze zowaar in elkaar krimpt. De bezorgde blik heeft plaatsgemaakt voor een afwezige, donkere oogopslag. 'Weet je, als ik het kindje had mogen houden, hadden we nu een jongen of meisje van tien in huis gehad.' Een traan rolt over haar wang. 'Of nou ja, jij was waarschijnlijk verhuisd, want wat moest jij nou met een collega en haar kind in huis?'
Ze doet haar best het luchtig te laten klinken, maar Wolfs hoort het immense verdriet wat ze met zich meedraagt. Voelt het bijna fysiek. Zonder te aarzelen pakt hij haar handen vast en geeft er een zacht kneepje in. 'Ik had jou en je kind nooit in de steek gelaten. Ik zou alles voor jullie gedaan hebben.' Hij schrikt zelf van zijn directheid en laat haar handen los.
Eva lijkt het niet gemerkt te hebben en gaat verder. 'Ik dacht dat het wel zou slijten. Maar dat doet het niet, het verandert alleen maar naar iets wat veel dieper komt te liggen. Waarom doet het na al die jaren nog steeds zoveel pijn?' Haar handen beven en ze laat de tranen over haar wangen biggelen. 'Ik weet dat ik eerst zoveel twijfelde, maar het was zo welkom geweest. Godsamme, wat was het welkom geweest.'
Wolfs kan alleen maar ademloos en met een steen in zijn maag luisteren.
'Mechels drukte me destijds op het hart mezelf niet de schuld te geven en dat heb ik ook echt geprobeerd, maar als ik dan weer zo'n kwetsbaar meisje zie als Dee, kan ik niks anders doen dan aan mijn eigene ongeboren kind denken en me te beseffen dat het misschien wel mijn schuld is dat ik het niet heb mogen houden. Mijn straf, omdat ik zolang heb getwijfeld en zelfs heb overwogen om het weg te halen.'
Die woordenwaterval doet Wolfs ontwaken uit zijn bevroren toestand. Hij staat op en loopt om de tafel heen naar Eva toe.
Als op commando staat Eva op en laat zich in de open armen van Wolfs vallen. Haar schouders schokken, maar ze huilt in stilte.
Met haar hoofd tegen zijn borst aan laat hij zijn hand door haar haren en over haar wang glijden. 'Wil je dit soort dingen nooit meer zeggen? Wat jou is overkomen is niet jouw schuld. Hoor je me? Eef, het is niet jouw schuld.' Haar haren voelen zacht, het elastiekje in haar paardenstaart juist als ruw en als een obstakel tussen hen in.
'Sorry, ik stel me aan, ik...' stamelt ze, maar Wolfs onderbreekt haar en duwt haar een stukje van zich af. Wanneer ze elkaar weer aankijken veegt hij onder haar ogen twee net ontsnapte tranen weg. 'Jij verdient de wereld, Eva van Dongen. Laat niemand je iets anders wijsmaken. Ook jezelf niet. Het spijt me dat ik dat niet vaker tegen je gezegd heb.'
Ze duwt haar hoofd terug tegen zijn keukenschort en grijpt in de stof van zijn overhemd.
Dat gevoel van zich vast te willen klemmen als aan een reddingsboei heeft hij ook en neemt haar dan ook weer stevig in zijn armen, bang dat hij anders weg zal zinken.
Zonder Eva was hij niet doorgegaan, dat bestond niet. Hij heeft haar nodig, net zoals zij hem nodig heeft. Dit zijn een van die zeldzame momenten waarin dat besef zo hard doordringt dat het pijn doet. Hij kan niet zonder haar en hij heeft een sterk vermoeden dat dat gevoel wederzijds is. Samen houden ze elkaar op de been, ook wanneer dingen in hun leven anders lopen dan ze gehoopt hadden. Juist wanneer dingen anders lopen. 'Ik laat je nooit meer in de steek Eef, nooit.'
JE LEEST
Flikken Maastricht - In het kort gezegd
Hayran KurguEen verzameling van korte Flikken Maastricht verhalen. Want wie het kleine niet eert... Cover door: @Marleenh20