Lentedip

365 33 21
                                    




De regen tikt als ware donderslagen tegen het enige raampje dat de kelder rijk is. Normaliter reikt het water niet zo ver als het ruitje in de deur die naar de buitenwereld boven leidt, maar ditmaal houdt de regen al zoveel dagen aan dat het geluid van de druppels onvermijdelijk tot de huiselijke setting van De Ponti gedrongen is.

'Het is lente, je zou toch denken dat het onderhand wel wat mooier weer is?' Met enig gevoel voor drama zucht Eva een keer en legt haar hoofd op haar armen. Met opgerichte ogen kijkt ze naar Wolfs, alsof hij het antwoord heeft op de retorische vraag.

Hij kan een grijns niet onderdrukken. 'Maar Eva, heb jij last van een lentedip?'

Ja, ze heeft een lentedip, nou goed. Ze heeft een hekel aan het natte en koude weer. Hebben ze eerst maanden in het donker en in de kou gezeten, krijgen ze vervolgens dit.

Wanneer ze niet reageert tikt hij een keer met zijn wijsvinger tegen haar arm. 'Hé, laten we nog een keer naar de zaak kijken. Ik geloof namelijk gewoon niet dat Barend de dader is.'

Eva trekt verbaasd een wenkbrauw omhoog. 'Alle bewijzen die we hebben wijzen naar hem, zijn alibi is zo lek als een mandje en hij heeft een dijk van een motief, wat wil je nog meer?' Zo bozig als ze klinkt voelt ze zich ook, al weet ze dat het niet eerlijk is dat ze haar chagrijn op Wolfs afreageert.

Hij negeert haar negatieve toon en brengt zijn aandacht naar zijn laptop. 'En toch klopt het niet. Die Tjeerd was veel te happig toen hij de kans kreeg om Barend's alibi te ontkrachten. Bovendien heeft ook hij er baat bij dat Sandrine dood is. Hij krijgt nu een deel van de erfenis.'

Eva schuift haar stoel wat dichter naar hem toe en wijst naar het scherm waar een foto van beide mannen op te zien is. 'Maar in tegenstelling tot Barend, heeft Tjeerd wél een goed alibi. En er zijn wel drie mensen die dat, apart van elkaar, hebben bevestigd.'

De discussie tussen de twee rechercheurs gaat door tot laat in de avond. Alle stukken worden er nog maar eens bijgepakt, getuigenverklaringen worden opnieuw onder de loep genomen en verhoorverslagen passeren voor de zoveelste keer de revue. Wolfs kan het niet laten om van tijd tot tijd een zijdelingse blik naar zijn partner te werpen. Iets wat Eva heus wel merkt, maar niks van zegt.

'Hier, dit stukje in zijn verklaring, dat strookt totaal niet met wat zijn zus later zegt.' Wolfs markeert een frase in Tjeerd's verklaring, waarop Eva op haar lip bijt en knikt. 'Dit zou betekenen dat Tjeerd pas later die afspraak in het winkelcentrum had en in principe' - nu typt ze twee adressen in op Google Maps - 'genoeg tijd had om de moord te plegen en op tijd bij zijn afspraak aan te komen.'

'Tjeerd probeert Barend voor de moord op te laten draaien,' concludeert Wolfs.

'Oppakken?'

Hij krabt aan zijn hoofd en strekt zich uit. 'Morgen. Zolang Tjeerd denkt dat hij zelf geen verdachte is, blijft hij wel zitten waar hij zit. Ik ga naar naar bed.' Hij duwt zijn laptop dicht en zet zijn glas op het aanrecht. 'Welterusten.'

Eva kijkt hem aan. 'Jij deed het erom hè?'

'Wat bedoel je?'

Ze lacht om zijn valse onschuld. 'Je wilde me uit die zogenaamde lentedip krijgen, daarom begon je over de zaak.'

Ontkennend schudt hij zijn hoofd. 'Ik wilde gewoon deze zaak oplossen, het zat me niet lekker.' Hierna geeft hij haar een knipoog.

—------------------------------

De volgende dag sluit zich het net rondom Tjeerd, en nog een dag later zetten Wolfs en Eva de laatste punt in hun verslag.

'Klaar?' vraagt Eva wat ongeduldig en met haar jas al aan wanneer Wolfs het kamertje van Zitman verlaat. Gelukkig bevestigt hij haar vraag met een hand op haar schouder, terwijl hij zijn jas van de stoel pakt. 'Klaar.'

Flikken Maastricht - In het kort gezegdWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu