Jacob vertelde zijn verhaal aan de verwarde man die hopeloos in het bed lag. 'Ik moet nog één meisje en dan ben ik klaar!' Zei hij gemeen en deed zijn hand over de rand van het bed. 'En ik denk dat ik haar al gevonden heb' zei hij nog. Paar seconden later kwamen Fabian en Sydney rennend de kamer binnen.
Jacob stond achter de deur te kijken. Sydney stond helemaal te hijgen van het rennen. Fabian deed arm om haar heen. 'Alles oké?' Vroeg hij aan haar. Sydney knikte wat en hijgte nogsteeds een beetje en zag daarna ineens die man. Ze liep er naar toe en Fabian liep met haar mee. 'Aan het zuurstof..,' zeiden ze tegelijk en keken elkaar daarna aan. 'Zou hij ons kunnen horen?' Vroeg Sydney. Jacob keek naar hun en grijnste. 'Ik denk het niet' zei Fabian twijfel achtig.
Jacob had een plan bedacht, hij ging snel en stil de deur uit.
Sydney keek om want ze hoorde wat en keek weer naar de man. 'Arme man...' Zei ze zacht. Ineens kwam de verpleegster binnen. 'Wat doen jullie hier?' Vroeg ze luid. 'Uhm... Wij, wij...' Stotterde Sydney. De verpleegster keek Sydney raar aan. 'Kom later maar terug als het bezoekuur is!' Zei ze en deed de deur weer open. 'Maar dan hebben we les!' Zei Fabian snel. 'Kom later maar terug!' Zei de verpleegster nog eens en stuurde ze weg.
'Verdorie!' Zei Sydney en liep met Fabian het ziekenhuis uit.