ik loop in de richting van het grote landhuis.
hier zal hij wel zijn.
hij is hier altijd.
ik moet hem vinden.
het is tijd,
tijd dat hij me eindelijk eens de waarheid verteld.
de waarheid over waar ik thuis hoor, wie ik ben.
ik zucht even als ik bij de deur ben. ik klop op de houten deur en wacht tot er geopend word.
na een tijdje word de deur geopend door Draco.
hij kijkt me verbaasd aan.
'where is he Draco?!'
hij zucht even en zet een stap opzij.
'you know where to find him'