'Melissa?' zegt de stem opnieuw. Ik draai me om en zie daar Ellen staan, een meisje uit mijn klas. Ze is altijd heel erg aardig, maar ze kan ook best vervelend zijn. Ze stelt altijd veel vragen. Dit kan nog eens slecht uit de hand lopen...
'Oh, hoi Ellen' zeg ik vrolijk. Niet dat ik vrolijk ben, maar als ik me zou gedragen zoals ik me voel, gaat ze vragen stellen.
'Hey Melissa. Wat doe je hier zo vroeg?' herhaalt ze.
'Een wandeling maken' zeg ik zo onschuldig mogelijk.
'En daarom zit je neer. Op een bankje. Met een reistas bij je' zegt ze wantrouwend.
'Nou ja, ik ben even moe en ik ga bij mijn oma logeren vanavond' zeg ik. Ik ben oprecht blij dat ik altijd zo snel een leugen kan verzinnen. Dat komt altijd wel van pas.
'Oh, ik snap het' zegt ze overtuigd. Ze gelooft de leugen, dat is al goed. Nu maar hopen dat ze stopt met vragen stellen.
'Zal ik even met je meelopen?' vraagt ze. Shit.
'Nee, is niet nodig' zeg ik snel.
'Oké dan. Ik zie je later' zegt ze en ze loopt weg. Pfoew. Dat scheelde maar een haartje. Ik neem mijn reistas en doe mijn rugzak weer op mijn rug. Ik ga naar een andere plek. Een plek waar het iets rustiger is.
Hier is het beter. Hier komt niemand. Ik zit middenin een verlaten bosje. Eigenlijk is het verboden in dit bosje te komen omdat er veel dieren zouden zijn en er geen bospad is, maar ik ben niet bang voor die dieren en het maakt me niet uit dat ik door modder en over boomstronken moet lopen. Opeens hoor ik een geluid die er eerder niet was. Is dat- gefladder van vleugels? Ik kijk even om me heen en zie een uil recht op me afvliegen. Oh nee... Zo snel als ik kan loop ik door. Meestal als een uil op je afvliegt, is dat geen goed teken. Als ik even niet oplet waar ik loop, struikel ik over een boomstronk. Shit... De uil landt naast me neer op de boomstronk en steekt zijn poot uit. Dat is vreemd. Ik kijk naar zijn poot, misschien is hij wel gewond. Maar- er is geen wonde te zien. De uil is niet gewond, er hangt een briefje aan zijn poot. Als ik het briefje van zijn poot heb gehaald vliegt de uil weg. Dat is raar. Wat ook raar is, is dat de brief geen normaal papier is, maar oud perkament. Ik open het briefje en lees wat er op staat.
'Geachte juffrouw Vanhoof,
Het doet me genoegen u te kunnen mededelen dat u in aanmerking komt voor een plaats aan Zweinsteins Hogeschool voor Hekserij en Hocus-Pocus.
Bijgaand treft u een lijst aan van schoolboeken en andere benodigdheden.
Het schooljaar begint op 1 september.
Gelieve vóór 31 juli per uil te reageren.
Hoogachtend,
Minerva Anderling,
Assistent-schoolhoofd'Ok, wat voor grap is dit? Wie heeft een getrainde uil en stuurt rare brieven? Waarom sturen ze die uil naar mij? Willen ze mij van school halen? Is het iemand die ik ken? Dat moet wel, want hoe kennen ze mijn naam anders? Wat is Zweinstein? Bestaat het überhaupt? Allemaal vragen die door mijn hoofd spoken. Nee, het is waarschijnlijk gewoon een grap. Een simpele, laffe grap om mij van school te laten sturen. Maar wat als het geen grap is? Nee, het is maar een grap. Ik lees de brief nog eens. Zweinsteins Hogeschool... Het is dus een school. Als die bestaat. Gelieve vóór 31 juli per uil te reageren... Maar, ik heb geen uil, hoe moet ik dan antwoorden? En kan ik niet gewoon een brief met de post opzenden? Ik doorlees de brief nog eens en vouw hem weer op. Ik wil de brief terug in de envelop stoppen, maar dan merk ik een ander stukje perkament. Ik neem het perkament en zie nog twee andere briefjes. Ik neem er eentje en merk dat dit een lijst met benodigdheden is. Het tweede stuk perkament is weer een brief.
'Schoolspullen kunnen gekocht worden aan de Wegisweg te Londen. Ingang is te vinden aan de Lekke Ketel te Londen (vraag naar Tom voor meer uitleg).
1 september vertrekt de Zweinstein-express in Kings Kross Station naar de school om 11 uur aan perron 9¾. Treinticket is te vinden bij deze brief. Perron 9¾ kan betreden worden door recht op de muur tussen perron 9 en 10 af te lopen'Dit is dus een briefje met informatie. Nu zijn er twee mogelijkheden. Ofwel is dit allemaal echt en bestaan Zweinstein en die andere dingen echt. Ofwel heeft iemand met een grote fantasie een grap uitgehaald met me. Ik doorlees het briefje nog eens. De Lekke Ketel... Misschien kan ik daar eens naartoe gaan en zien of dat wel bestaat. Als het niet bestaat, is dit allemaal een grap. Ik kan een brief terug schrijven met een antwoord. Dan kan ik ondertussen ook wat vragen stellen. Ik neem een vel papier en een pen uit mijn rugzak en begin met schrijven. Na een tijdje is de brief klaar en herlees ik het resultaat nog eens.
'Beste Minerva Anderling,
Ik zou graag lessen volgen aan Zweinstein. Ik heb nog een paar vragen hierover. Eerst zou ik graag zeker willen weten dat dit geen grap is. Dit is wat ik eerst dacht hierover. Ik heb namelijk nog nooit over Zweinstein gehoord. Ten tweede zou ik graag willen weten of ik nog iets moet doen of als alles al geregeld is. Mijn ouders kunnen namelijk niets voor me doen, mijn moeder is zes jaar geleden overleden en mijn vader is bijna nooit thuis.
Met vriendelijke groeten,
Melissa Vanhoof'Ik doorlees de brief nog eens, volgens mij ziet het er redelijk goed uit. Nu nog uitzoeken hoe ik die moet versturen. Per uil... Ik heb geen uil. En met de post gaat ook niet, want ik heb geen adres. Misschien kan ik hulp vinden bij de Lekke Ketel. Maar hoe ga ik daar raken? Ik kan de bus naar Londen nemen en dan zie ik het wel. Ik neem mijn spullen en loop het bosje uit. Het is al iets drukker nu. Ik kijk op mijn horloge en zie dat het ondertussen al bijna acht uur is. Ik loop naar de bushalte en een paar minuten later zie ik hem al. Ik kijk wanneer er een bus naar Londen is. Nog een kwartier wachten.
Een kwartier later zit ik op de bus. De rit duurt net geen halfuur. Ik neem mijn moeders dagboek uit mijn rugzak en blader er door. Iedere keer hoop ik dat er iets instaat dat ik nog niet eerder gezien heb. Maar iedere keer ziet het er hetzelfde uit als altijd. Ik blader naar een pagina waarvan ik de inhoud bijna uit mijn hoofd ken, maar er staat niet meer wat ik me herinner dat er staat. Er staat nog iets extra bij. Iets dat er eerder niet stond.
'Liefste dagboek,
Vandaag is mijn kleine Melissa een grote meid geworden. Het is haar achtste verjaardag. Ik heb haar een cadeau gegeven waarvan ze niet snapt wat het is. Het is een Galjoen. In mijn wereld gebruiken we die om te betalen. Als iemand dit leest, zullen ze iets anders zien dan wat hier staat. Dat komt omdat ik dit boek betoverd heb. Alleen Melissa kan de inhoud zien. Maar dat kan pas vanaf dat ze haar brief voor Zweinstein krijgt. Hoe meer ze ontdekt over die wereld, Hoe meer ze uit dit dagboek zal kunnen lezen. Ik doe dit omdat ik weet dat iemand informatie van mij wil hebben. Informatie dat ik hen niet kan geven. Ik weet dat ze me binnenkort zullen vinden, daarom schrijf ik alle informatie op in dit boek. Niemand komt het te weten, alleen Melissa. Ik weet dat ze het kan en dat ze dat gaat doen. Ik ben trots op haar en dat zal ik altijd zijn. Wat ze ook doet. En ik weet dat als ze iets wil, en ze in zichzelf gelooft, dat alles gaat lukken.
Tot ziens,
Els'Dit stond hier eerder niet. Hoe wist mijn moeder dat ik een brief van Zweinstein zou krijgen? Welke informatie heeft ze het over? Wie wil die informatie? En waarom kan alleen ik lezen wat hierin staat? Ik heb geen idee. Maar mijn moeder is trots op mij. Ze gelooft in mij. Ik kijk even uit het raam en zie dat we bijna in Londen zijn. Ik stop het dagboek van mijn moeder terug in mijn rugzak en neem mijn spullen alvast. Ik begin honger te krijgen en wil iets gaan eten. Het is maar goed dat ik genoeg geld heb meegenomen.
Even later stopt de bus en stap ik zo snel mogelijk uit. Nu nog een plek vinden om te eten. Of moet ik eerst naar de Lekke Ketel gaan? Misschien hebben ze daar ook wel iets te eten. Maar waar moet ik gaan zoeken? Londen is gigantisch, en iets vinden als je niet weet waar het is, is als zoeken naar een naald in een hooiberg. Ofwel bijna onmogelijk. Misschien kan ik aan iemand vragen waar het is? Ik kan het proberen.
'Excuseer me, zou ik iets mogen vragen?' vraag ik aan een oude dame die aan de kant iets zoekt in haar handtas.
'Natuurlijk liefje, vraag maar' zegt ze.
'Weet u toevallig waar de Lekke Ketel is?' vraag ik voorzichtig.
'De Lekke Ketel? Nee, nog nooit van gehoord. Het spijt me, misschien kunnen ze je helpen in het stadhuis?' stelt ze voor. Ik knik dankbaar.
'Bedankt mevrouw. En sorry voor het storen' zeg ik verontschuldigend. Ik loop door de straten en dan zie ik opeens iets dat me kan helpen. Of beter gezegd, iemand dat me kan helpen. Een man rond de dertig heeft een gouden ronde munt laten vallen. Precies dezelfde als mijn moeder me heeft nagelaten.
JE LEEST
He's Mine~Draco Malfoy Fanfic [NL]
Fanfic'Melissa, het spijt me. Echt waar. Het spijt me voor alles. Het spijt me voor dit. Het spijt me dat ik je liet zitten. Het spijt me dat ik niet naar je luisterde. Het spijt me voor wat dan ook. Maar alsjeblieft, kan je het me vergeven? Nog een kans...