Ik ben terug in de tent en haal wat spullen uit mijn rugzak. Doordat ik daarjuist een stukje heb gelopen zonder te kijken, ben ik op één of andere manier dichter bij de tent gekomen en moest ik niet meer langs de plek waar ik Draco Malfidus ontmoet heb gaan. Mark was best bezorgd toen ik, lichtjes overstuur, de tent binnenkwam. Hij vroeg gelukkig niets en ik ging meteen naar mijn kamer. Of ja, het deeltje van de tent dat mijn kamer moest voorstellen. Er zijn geen muren of deuren en de ruimtes worden gesplitst door een soort van gordijnen. Ik ga op het bed liggen en rust wat uit.
Een paar uur later vertrekken Mark en ik naar de Wedstrijd. Mark heeft een raar voorwerp gekocht dat hij een Omniscoop noemt. Volgend de verkoper kan je daarmee opnieuw afspelen wat er gebeurd is, vergroten of verkleinen, en de naam bij de Zwerkbaltactieken zien. We hebben een best goed uitzicht over het veld. We zitten ongeveer in het midden van het veld, op één van de hoogste rijen. Tegenover ons staat de Topbox, waar onder andere de Minister en belangrijke mensen zitten. Ik ben best nieuwsgierig naar wie daar allemaal zit, dus ik kijk met de Omniscoop eens naar daar. Ik zie niet duidelijk wie er zit, de Omniscoop staat niet scherp.
'Mark, hoe kan je dit scherper zetten?' vraag ik.
'Door aan dit knopje te draaien' zegt hij. Ik knik en probeer het eens. Nu lukt het wel. Ik zie niet veel speciale mensen, een roodharige familie, een huiself met gesloten ogen, een paar belangrijk uitziende mannen die waarschijnlijk de Ministers zijn, en nog een paar mensen. Ik kijk verveeld langs de mensen tot mijn oog valt op een bekend gezicht. Een jongen met witblond haar staat tussen en man en vrouw. Het is die jongen van daarjuist, Draco Malfidus. Zo te zien is zijn vader in gesprek met een roodharige, kalende man. De twee mannen hebben blijkbaar een hekel aan elkaar. Dan loopt een man in een kanariegeel gewaad de Topbox binnen, plaatst hij zijn toverstok tegen zijn keel en begint hij met spreken. De wedstrijd begint.
Een paar uur later is de Wedstrijd gedaan. Kruml, de Zoeker van Bulgarije, heeft de snaai gevangen, maar toch heeft Ierland gewonnen. Ik ga samen met Mark terug naar de tent, Selena moet nog even een paar dingen doen voordat ze naar de tent kan komen.
'Wat vond je van de Wedstrijd?' vraagt Mark.
'Wel leuk, ze waren allemaal zo snel en behendig. Hoe de spelers van Ierland samenwerkte, was echt ongelooflijk' zeg ik. Mark lacht door mijn antwoord. Heb ik iets verkeerd gezegd misschien?
'Is er iets aan de hand?' vraag ik.
'Nee, ik vind het geweldig hoe jij na één Zwerkbalwedstrijd te zien, er al zo enthousiast over bent' zegt Mark.
'Oh' zeg ik. Ik voel het bloed naar mijn wangen stijgen en ik kijk naar mijn voeten.
'Daar is niets mis mee hoor' zegt Mark. Ik knik en zie dat we aangekomen zijn bij de tent. Mark en ik praten nog wat, en tegen de tijd dat Selena terug is, ben ik best al moe en ga ik gaan slapen.
'Melissa, wordt wakker' zegt een stem dringend. Ik open één oog voorzichtig.
'Melissa, haast je. Je moet hier weg' zegt Selena gehaast.
'Wat is er aan de hand?' vraag ik angstig.
'Er lopen wat dingen uit de hand. Ik kan het nu niet uitleggen. Neem je toverstok en ga naar het bos. Ik weet dat je nog geen magie kan gebruiken, maar verstop je in het bos. Nu' zegt Selena. Ik merk dat er buiten verschillende geluiden zijn die er niet horen te zijn. Ik doe snel een lange broek over mijn kort pyjama broekje aan en neem mijn jas. Zo snel mogelijk doe ik die aan terwijl ik mijn rugzak neem. Mijn toverstok zit helemaal onderaan in de zak en ik heb waarschijnlijk geen tijd om die te zoeken. Ik haast me de tent uit en zie wat er aan de hand is. Een best grote groep tovenaars marcheert over het kampeerterrein. Ze lopen achter een viertal mensen; een man, een vrouw en twee kinderen. De man wordt de lucht in getrokken door een lichtstraal die afkomstig is van de toverstok van één van de tovenaars. Ik loop snel tussen de menigte door. Steeds meer mensen beseffen dat er iets aan de hand is. Ik zie de bosrand steeds dichterbij komen. Net op het moment dat ik een tent voorbijloop, vliegt die in brand. Ik spring haastig opzij en kijk snel achterom. Meerdere tenten staan al in brand en verschillende mensen schreeuwen en gillen. Ik kijk weer vooruit en loop door naar het bos. Ik besluit om het laatste stukje een sprintje in te zetten. In het bos is het al iets kalmer, maar er is overal paniek te merken. Ik ga tegen een boom aanzitten. Vanaf hier kan ik best veel zien, bijna alles. Niemand kan mij zien zitten, behalve als ze recht mijn richting uitkijken en weten waar ik zit. Ik neem mijn rugzak en kijk wat er in zit. Bijna al mijn spullen zitten hierin, alleen mijn kleren die ik aanhad tijdens de wedstrijd liggen nog in de tent. Ik vind mijn toverstok, zoals ik al dacht lag die helemaal onderaan in de rugzak. Hoe moet ik me verdedigen als ik niet eens iets kan? Ik kijk naar het kampeerterrein en zie dat nu niet alleen de man, maar ook de vrouw en kinderen in de lucht hangen. Zeker de helft van de tenten staan nu in brand. Ik hoop dat Mark en Selena in orde zijn. Ik zie drie tieners het bos inlopen. De langste van hen struikelt en het meisje licht haar toverstok op. Dan komt een andere jongen er nog bij. Een jongen die ik al eerder gezien heb. Draco Malfidus. Hij zegt iets tegen de tieners, maar ik kan niet horen wat hij zegt. Onbewust sluip ik dichterbij, tot ik kan horen wat ze zeggen.
'-hebben we tenminste iets om te lachen' zegt Malfidus. Wat hij daarvoor zei, heb ik niet gehoord.
'Hermelien is een heks' snauwt de zwartharige jongen.
'Als jij het zegt Potter. Als je denkt dat ze geen Modderbloedjes kunnen herkennen, moet je vooral hier blijven' zegt Malfidus met een boosaardige grijns.
'Let op je woorden, jij' schreeuwt de jongen met rood haar die daarjuist gestruikeld was.
'Laat maar Ron' zegt het meisje dat waarschijnlijk Hermelien heet als de rosse jongen die dus Ron heet een stap richting Malfidus doet. Een enorm luide knal klinkt vanop het kampeerterrein, gevolgd door verschillende mensen die gillen en schreeuwen.
'Stelletje angsthazen. Jullie pappie heeft zeker gezegd dat jullie gauw de benen moeten nemen, he? Wat is hij aan het doen? Druk bezig die Dreuzels te redden?' grinnikt Malfidus.
'Waar zijn jouw ouders eigenlijk? Lopen die soms rond met maskers op?' vraagt de zwartharige jongen kwaad. Malfidus kijkt de jongen aan en blijft glimlachen.
'Nou zelfs als dat zo was, zou ik dat niet tegen je zeggen, Potter' zegt hij. Potter? Is dat dan Harry Potter?
'Kom op' zegt het meisje, die Malfidus een blik vol walging toewierp.
'Laten we de anderen gaan zoeken' vervolgt ze.
'Hou dat grote harige hoofd van je uit de vuurlinie Griffel' sneert Malfidus.
'Kom op' herhaalt het meisje en ze trekt de jongens mee over het pad. Ik wil terug naar mijn vorige schuilplaats kruipen, maar ik sta op een takje, dat verschrikkelijk luid kraakt. Malfidus kijkt mijn richting uit en ik maak me zo klein mogelijk. Ik heb nu echt geen zin in een gesprek met hem.
'Ik weet dat je daar bent' zegt hij. Geweldig, nu weet hij dat ik hem heb staan bespieden.
'Kom tevoorschijn, ik hoorde een tak kraken en ik zag je wegduiken' zegt hij. Nou, verstoppen heeft nu geen nut meer. Ik kom tevoorschijn en ik zie Malfidus met zijn toverstok op me gericht staan.
'Oh, jij bent het maar' mompelt hij als hij me ziet.
'Ja, ik ben het maar. Nog problemen?' zeg ik. Ik maak aanstalten om weer weg te gaan, maar hij zegt nog wat.
'Ja. Of nee, geen problemen, maar ik wou daarjuist nog wat zeggen. Ik had niet moeten doorvragen over je moeder. Het spijt me, ik wist het niet' zegt hij. Ik sta verbaasd aan de grond genageld. Droom ik nu, of biedt die jongen zijn excuses nu aan? Een pijnlijke stilte valt en ik denk aan wat er net gebeurd is, met die drie tieners. Zou ik er iets over vragen?
'Hé, euh. Die drie van daarnet, waarom was je zo gemeen tegenover hen?' vraag ik uiteindelijk. Meteen heb ik spijt van hoe ik het gevraagd heb, maar dat laat ik niet merken.
'Dat zijn mijn vijanden. Al sinds we op school zitten, zijn we dat' zegt hij.
'Waarom?' vraag ik.
'Maakt dat wat uit?' snauwt Malfidus.
'Sorry, het was maar een vraag' zeg ik.
'Op welke school zit jij eigenlijk?' vraagt Malfidus.
'Ik ga naar Zweinstein' zeg ik.
'Welke afdeling?' vraagt hij.
'Dat weet ik nog niet' zeg ik.
'Hm, ik hoop dat je in Zwadderich komt' zegt Malfidus. Nog geen seconde nadat hij dat gezegd heeft verschijnt een groen licht aan de hemel en begint iedereen te gillen. Ik kijk omhoog en zie een schedel met een slang door zijn mond. Ik kijk terug naar Malfidus en zie dat hij nog bleker is geworden dan hij al was.
'Ik moet ervandoor. Wees voorzichtig' zegt hij en met die woorden laat hij mij verbaasd achter.
JE LEEST
He's Mine~Draco Malfoy Fanfic [NL]
Fanfiction'Melissa, het spijt me. Echt waar. Het spijt me voor alles. Het spijt me voor dit. Het spijt me dat ik je liet zitten. Het spijt me dat ik niet naar je luisterde. Het spijt me voor wat dan ook. Maar alsjeblieft, kan je het me vergeven? Nog een kans...