Het felle licht kwam van een kleine bol die bovenop een staf was bevestigd. Deze staf leunde tegen een vergulde troon. En die troon stond op een verhoging met drie treden. Het was een merkwaardige troon, want hoewel hij nauwelijks oud leek, wist Dave zeker dat dit een troon uit een lang vergeten tijdperk was.
'De troon van koning Arthur,' zei Lyndi.
Dave was bijna vergeten dat ze bij hem was, zo gefascineerd was hij door deze nieuwe ontdekking. Al die tijd was het geheim van de legende zo dichtbij geweest. Hij had alleen maar het altaar verder moeten inspecteren. Precies wat zijn moeder had gezegd. Maar hij had haar nooit geloofd. Dit was gewoon hun schuilplek, meer niet. Geen rare connecties met het verleden. Geen gedoe over het mythische Avalon.
Voorzichtig zette Dave een stap voorbij het gebroken altaar. Hij strekte zijn armen en raakte de troon aan. Onmiddellijk ging er een tinteling door hem heen, alsof een vreemde kracht bezit van hem probeerde te maken.
'De staf van Merlijn slaapt nooit,' legde Lyndi uit en ging vlak naast Dave staan. Ze pakte zijn linkerhand beet en leidde die naar de lichtgevende bol op de staf. 'Hij bezit ongekende krachten.'
'Maar waarom ligt hij hier? En waarom staat die troon hier?'
'Omdat dit de belangrijkste plek voor koning Arthur was. Hier verbleef hij soms dagen als hij terug uit Avalon kwam. Merlijn week nooit van zijn zijde. Het is nooit echt duidelijk geweest wat er met hen gebeurd is, maar we weten wel dat Volod de Eerste iets met hun verdwijning heeft te maken. En dat Volod daardoor sterker is geworden. Het is een geluk dat Merlijns staf hier al die tijd is gebleven.'
'Hoezo?' Al kon Dave het antwoord wel raden, want zo'n staf mocht natuurlijk niet in verkeerde handen vallen.
'Precies,' zei Lyndi alleen maar. 'We hebben jarenlang naar die staf gezocht. Mijn moeder wist dat hij hier in Glastonbury moest liggen. Ze was er zo dichtbij.'
'Maar je moeder kan hem toch ophalen? Je kunt de staf aan haar geven en dan...'
'Mijn moeder is er niet meer.'
Het werd stil in de reusachtige hal. Er schoot van alles door Daves hoofd, maar hij wist niets te zeggen. Niets wat nuttig zou kunnen zijn op wat Lyndi zojuist had gezegd.
'Jij bent de laatste die haar levend heeft gezien,' ging Lyndi na een minutenlange stilte door. Al die tijd staarden ze naar de lege troon, waar ooit een machtige koning had gezeten.
'Maar heeft iemand haar dan vermoord? Was ze ziek? Heb ik iets gedaan?' Hij probeerde de vrouw weer voor zich te zien. Nee, ziek zag ze er niet uit. Hooguit een beetje verward. Toch was ze heel duidelijk geweest: ze verloor haar krachten en hij moest haar dochter vinden.
'Ze was getroffen door een vreselijke vloek. Met haar laatste krachten kon ze Avalon verlaten. Ze werd door jouw energie aangetrokken, net als ik. Als ze jou niet op tijd had gevonden, was dit hier allemaal niet mogelijk geweest.'
'Je bedoelt dat ik je dan niet had ontmoet?'
Lyndi knikte. 'Soms bepaalt het lot wat er als volgende moet gebeuren. Maar soms sta je er helemaal alleen voor.' Ze boog voorover, terwijl ze haar hoofd een beetje schuin hield. Met een onderzoekende blik raakte ze de staf aan. Om onmiddellijk een sprong achteruit te maken.
'Wat is er?' vroeg Dave geschrokken.
Lyndi's ogen waren groot geworden en haar wangen waren rood gekleurd. Ze zweette hevig.
'Die staf...' mompelde ze. 'Hij is aangeraakt door het Kwaad. Dat betekent dat Volod hier is geweest. Of...' Ze ijsbeerde door de hal, terwijl haar stem steeds onduidelijker werd.
JE LEEST
Magiërs van Avalon
FantasiaDe vijftienjarige Dave Moore haat alles in zijn leven, maar vooral het dorp waarin hij woont: Glastenbury. Er zijn te veel pijnlijke dingen gebeurd die hij nooit zal kunnen vergeten. Dan ontmoet hij op een dag een vrouw met rood haar en helder groen...