-9-

1.2K 62 10
                                    

'Jij bent van mij siste hij 'ja Lune?!'

Ik knikte, 'het spijt me.'

Hij snoof, gooide me over zijn schouder en liep weg. Mijn oom werd tegengehouden door drie jongens en meegetrokken. Rick liep terug naar hun deel. De andere jongens zouden mijn oom thuis brengen. Ik was bang voor wat hij ging doen als hij thuis was. toen we weer in het dorp aankwamen keken meerdere meisjes me kwaad aan. 'Wat' riep ik boos 'heb ik soms iets van je aan?!'

ze keken snel weg. Rick grinnikte. Die woede van daarnet was even weg. Ik glimlachte ook heel even. Toen we bij zijn huis kwamen zette hij me neer en duwde me tegen de deur. 'Jij luistert nu even naar mij!' 'Jij gaat naar mijn kamer en gaat daar op het bed liggen.'

Ik knikte, bang voor zijn reactie als ik dat niet deed.

Hij knikte kort, deed de deur open en liet me naar binnen lopen. Ik liep naar boven zoals hij me had opgedragen. Daar ging ik op het bed zitten en begon mijn nagels schoon te maken. Er zat allemaal aarde onder. Ik pakte de prullenbak en deed daar de aarde in. Ik wilde het liefste weer naar beneden lopen en wegrennen. Maar ik durfde niet. Ik was bang. De laatste keer was ik bang voor onweer en toen was ik tien. Ik hield niet zo van onweer. Regen, hagel, vorst kon me niks schelen.  Maar de onweer... Ik kreeg er al rillingen van als ik eraan dacht. De deur werd opengegooid en Rick kwam binnen. 'ik zei dat je moest gaan liggen.'

Ik ging snel liggen. Hij sloot de deur, deed die op slot en ging naast me liggen. 'We gaan slapen' zei hij 'en jij....'

Ik kromp een beetje ineen, 'ziet er moe uit' maakte hij zijn zin af.

ik keek hem vol ongeloof aan. Had ik daar nou net iets van bezorgdheid gehoord in zijn stem. Hij legde zijn hoofd op het kussen en sloot zijn ogen. Ik ging op mijn zij liggen met zijn rug naar hem toe. Ik viel wel in slaap maar sliep onrustig. na een tijdje schrok ik wakker van een donderslag. o nee! Waarom weergoden?! Waarom nu?! Waarom hier?! Ik ging rechtop zitten waardoor Rick wakker werd. 'Lune' zei hij slaperig en boos 'wat is er nu weer?'

Ik keek hem aan en fluisterde op mijn zachtst, 'ik ben bang voor onweer.'

Hij keek me verbaasd aan. Ik sloeg mijn ogen neer. Hij zuchtte. Het was niet zo'n zucht van irritatie maar zorgen. Hij pakte me beet en trok me weer terug op het bed. Hij trok me tegen zich aan en gaf een kus op mijn voorhoofd, 'niet bang zijn.' 'Ik ben bij je en zal je voor altijd beschermen.'

Ik knikte. Hij glimlachte even kort en legde toen zijn hoofd weer neer. Ik was zo moe dat ik weer in slaap viel. Bij iedere donderslag schrok ik wakker en keek de kamer rond. Daardoor sliep ik heel onrustig. Na twee uur stopte de onweer en sliep ik weer wat rustiger.

the white wolfWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu