Hoofdstuk 2 Nieuwe Wereld

18 4 0
                                    

Ik geef niet meteen antwoord. In plaats daarvan laat ik mijn blik over het gezicht van de jongeman voor me glijden. Zijn bruine krullen hangen op zijn schouders en zijn blik blijft onveranderd.

Mijn ogen glijden door de gang, die druk en rumoerig is want er komen veel mensen voorbij lopen. Ze kletsen, lachen en sommigen rennen zelfs. Alsof ze ergens te laat voor zijn.

Een enkeling kijkt onze kant op maar ze zeggen verder niets.

Ook zie ik meer mensen bij de jongeman voor me staan. Waarvan één verdacht veel op een dwerg lijkt.

Heb ik mijn hoofd gestoten en ben ik in een coma terecht gekomen? Droom ik dit en moet ik nog wakker worden in het hotel? Ik kijk opzij, van waar ik gekomen ben, maar de blauwe bolbliksem is verdwenen.

'Hallo, hoorde je me?!' word ik toegesnauwd en ik kijk de jongeman opnieuw aan.

'W-wie ben jij?' stamel ik zacht.

'Dat vraag ik aan jou!' Snauwt de jongen voor me. Zijn ogen boren zich in die van mij, 'hoe heb je me kunnen volgen? Dat portaal had gesloten moeten zijn!'

'D-dat w-' het begint me te duizelen en er komt een hoofdpijn opzetten. Dat krijg ik altijd als er een verandering is waar ik niet meteen op kan reageren...

Nu fronst de jongen voor me en ik voel hoe hij me wat losser laat.

'Borg doe voorzichtig, je ziet toch hoe geschrokken hij eruit ziet,' een meisje komt naar voren lopen en trekt zijn arm weg, zodat ik bevrijd ben. 'Hij heeft geloof ik geen idee waar hij is.'

Ze glimlacht haar tanden bloot en haar hoektanden zijn scherp en puntig. Met grote ogen staar ik ernaar en ze schiet in de lach.

'Oh, en ik denk niet dat hij ooit een vampier heeft gezien,' zegt ze en ze kijkt even om naar haar vrienden.

De jongen die mij tegen de muur pinde en dus Borg heet, slaat zijn armen over elkaar.

'N-nee dat heb ik n-'

'Ik wil nog steeds weten wie je bent,' zegt Borg stellig, hij blijft me aankijken.

'Dorian,' antwoord ik wat timide. 'Blake, Dorian Blake.'

'Nou, Dorian Blake, kun je uitleggen hoe je hier bent gekomen?' vraagt Borg door. Ik kijk hem aan. Hij doet stoer voor zijn vrienden. Maar achter zijn blik schuilt ook onzekerheid. Het zou me niets verbazen als dat komt omdat het niet de bedoeling was dat ik achter hem aan kón komen.

'Dat zul jij beter weten dan ik,' mompel ik, 'ik ben achter jou aangekomen? Waar zijn we? Of eigenlijk- waar ben ík?'

'De Zwarte Maan Academie!' zegt het vampierenmeisje meteen. 'Ik ben trouwens Jade Summer,' ze steekt haar hand uit.

'De watte?' vraag ik en ik staar haar aan. 'Ironische achternaam, trouwens.'

Ze schiet in de lach en laat haar hand weer zakken, 'dit kasteel waar je bent? Het is een Academie,' legt ze uit. 'De Zware Maan Academie. Hier zitten allemaal wonderlijke wezens. Het zou je misschien verbazen, maar wij hebben ook onderwijs nodig.' Ze grijnst en wijst naar haar hoektanden. 'Vampier.'

Nu komen de rest van haar vrienden ook in beweging. Alsof Jade's goedkeuring van mij de rest aanspoort me ook een kans te geven.

Een van de jongens lijkt verdacht veel op een waterspuwer. Van die beelden bovenop kerken. Zijn huid is lichtgrijs met stenige groeven. Maar zijn ogen zijn net zo menselijk als die van mij. Wat dan net weer het verschil maakt met de waterspuwers die ik normaal zie op kerken.

Als hij mijn gezicht ziet begint hij te lachen, 'je kent mijn versteende familie zo te zien. Ik ben Xavier Windklauw.' Even tikt hij ter begroeting tegen zijn slapen en knipoogt.

Zwarte Maan AcademieWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu