Ik ontmoet mijn vader

73 2 2
                                    

Alexis POV

"Wakker worden!" Ugh, laat me slapen. "Nee." Ik hield mijn ogen dicht. Ik had gelukkig eens zonder dromen geslapen. Ik voelde dat mijn deken van mij werd afgetrokken. Serieus Percy, serieus. Wil je het zo spelen. Ik opende mijn oog een klein beetje, zodat hij het niet zou merken. Ik trapte hem dáár. Hij kreunde en viel achterover. Ik pakte de deken en sloeg hem over me heen. Een paar seconde later sliep ik weer.

Ik werd wakker door gemompel. Ik zat recht op en zag Connor en Travis een zak cement boven de badkamer deur aan het vast maken. Ik lag weer terug en deed mijn ogen dicht. Ik hoorde ze grinnikend uit het gebouw lopen. Ik kleedde me aan en ging via het raam de badkamer in. Ik douchte en poetste mijn tanden. Ik lette op meer valstrikken. Ik haalde het cement van de deur. "STOLLS!!!" Ik liep met de zak cement in mijn hand naar buiten. Ze kwamen aan er aan rennen. Ze keken geschokt naar de zak cement naar mij en weer terug naar de zak cement. "H-hoe?" Vroegen ze. "Laat ik je een ding vertellen." Ze keken me bang aan. "Je kan me niet pranken." Ik gooide de zak naar ze toe. Ik liep naar de arena. "Laten we dat maar eens zien." Hoorde ik ze nog zeggen. Oh goden, waar heb ik me zelf aangedaan.

-----time skip-----

Nadat ik me kapot getraind had ging ik douchen. Ik pakte schone kleren en ging naar binnen. Ik rook eerst aan de zeep en shampoo. De shampoo rook niet naar shampoo. Ik gooide hem weg en haalde mijn reserve fles shampoo. "Hadden ze niks anders kunnen verzinnen." Mompelde ik. Nadat ik gedoucht had ging de hoorn. Ik liep naar buiten en zag de Stolls staan. Ze leken teleurgesteld toen ze me zagen staan. "Stop met proberen me te pranken. Het lukt toch niet." Zei ik geïrriteerd en liep naar het paviljoen.

Percy kwam naast me zitten. "Hey Ally." "Hey Prissy." "Wat is dat met de Stolls." "Ze probeerden me te pranken, maar ik had het door. Ik kan niet geprankt worden, dus dat zei ik tegen ze. Niet mijn slimste zet. Nu proberen ze me de hele tijd te pranken." Hij keek me zo van 'no way'. Ik at weer verder. We hadden het over alles en nog wat.
Ik wou mijn pyjama aan doen totdat ik iets rook. Parfum. Ik rook aan mijn pyjama. Daar kwam de geur vandaan. Ik rook nog eens een keer goed. Parfum en gif. Oh kom op! Serieus Stolls. Ik begin jullie echt te haten. Ik gooide de pyjama op de grond en liep naar de Hermes gebouw toe. Ik bonkte boos op de deur. Connor deed open. "Hey Alexis." "Gif? Serieus? Gif in mijn pyjama?! Was dat alles wat je kon verzinnen!" Hij keek me geschokt aan. "Kijk me niet zo aan! Je weet best waar ik het over heb!" Ik was razend. "Hoe weet je dat?" "Oh, kom op! Je weet best dat ik dat kon weten. Ten eerste, de parfum ruikt totaal niet op die van mij. Ten tweede, hij rook te sterk. Ten derde, hij dekte de geur van het gif niet eens! Wil je dat ik verder ga?" Hij schudde zijn hoofd. "Kan je stoppen met me proberen te pranken? Het gaat toch niet lukken." In tussen tijd was Travis er bij gekomen. Ze schudden hun hoofd, nee. "Wat nou als ik het anders zou zeggen. Stop met me proberen te pranken, zo niet beland je in de ziekenboeg." Ze keken me bang aan. Ik liep terug naar mijn gebouw.

-----time skip-----

"Alexis wakker worden." Ik schoot op. Mijn hoofd knalde hard tegen die van Percy op. Ik viel terug op mijn rug en Percy viel op de grond. Hij kreunde en wreef over zijn voorhoofd. "Help me herinneren dat ik je nooit boos moet maken. Je kan harde kopstoten geven." Ik grinnikte. Ik zag dat het 2 uur 's nachts was. "Waarom heb je me wakker gemaakt?" "Ik wou met je praten." "Twee uur 's nachts?" "Ik wilde met je privé spreken." "Legt nog steeds niet uit waarom zo laat." "Dan kan niemand ons storen." "Waar wou je het over hebben?" "Gewoon, elkaar vragen stellen. Maar je moet de waarheid spreken." Oh goden. "Oké, jij begint." "Ben je verliefd op Nico?" Ik begon te lachen. Ik lachte zo hard dat het over ging naar hoesten. Percy klopte op mijn rug. "Ik zie dat als een nee." Ik knikte. "Mijn beurt. Hoe kwam je daar bij?" "Gewoon je lijkt gelukkiger om hem heen." Ik knikte. Dat was omdat hij me begreep. "Waarom ben je gelukkiger om hem heen?" "Hij weet als geen ander hoe het voelt." Hij keek me verward aan. "Op hoeveel halfgoden, goden of mensen die door de mist heen kunnen kijken, ben je verliefd geweest? Op wie? Dat telt als een vraag. " Ik had hem te pakken. "Uh... Reyna, Rachel, Annabeth en Calypso. Dat is dus vier." Annabeth ken ik. Over Calypso en Rachel heb ik gehoord. Maar Reyna, daar weet ik niks van. Alsof hij mijn gedachte kon lezen. "Reyna is de preator van het Romeinse kamp." "Kamp Jupiter." Hij knikte. En zo ging het door. Na veel gelach en vragen, werden we moe. Ik lag half op Percy. Als ik niet zo moe was had ik me weg geduwd en hem geslagen. Zo vielen we in slaap.

Ik werd wakker op Percy. Hij had zijn arm om mijn middel geslagen. Ik probeerde los te komen maar hij hield me alleen maar strakker vast. Na veel pogingen gaf ik het op. Maar ik moest nodig plassen. "Prissy?" "Hmm?" "Wil je plas over je heen?" "Nee." "Laat me dan los." Hij liet me los en ik rende naar de toilet. Toen ik klaar was zag ik dat hij alweer sliep. "Prissy, wakker worden." "Nee." Mompelde hij. Ik zuchte. "Oké dan eet ik deze blauwe pannenkoeken wel alleen op." Hij schoot op. "Blauwe pannenkoeken? Waar?" "Heb ik niet. Nou kom op. Ik heb honger en ontbijt begint zo." Hij liep mompelend naar de badkamer. Ik pakte mijn boek en begon er in te lezen. Ik las nu een paar minuten. "Ik wist niet dat je dat leuk vond om te lezen." Ik schrok. Hij had het over het technische boek. Ik krabte ongemakkelijk in mijn nek. De hoorn klonk. "Kom." Hij sloeg zijn arm als een broer over mijn schouders.

Na het eten ging ik weer trainen. Ik trainde de hele tijd met Percy. Ik had mijn zwaard tegen zijn keel aan en zijn zwaar in zijn nek. Hij kon nergens meer heen. "Ik win." Zei ik. Ik gooide de zwaarden op de grond en plofte op de grond. Hij deed volgde mijn voorbeeld. Toen hij wat uitgerust was vroeg hij. "Zullen we zwemmen?" "Ik dacht dat je het nooit zou vragen." We renden naar ons gebouw en pakte onze zwemspullen. We hadden een water gevecht en een race. Ik won de race, maar het water gevecht won hij. Omdat hij beter met zijn krachten om kon gaan. We hadden gegeten en zijn weer terug gegaan. Nu zaten we hier, hij hielp me met mijn krachten. Ik begon er al goed in te worden. We hadden nog een watergevecht. Totdat er een flits op het strand kwam. Er stond een man op de plek waar de flits was. Poseidon waarschijnlijk, dacht ik. "Hey pap." Hoorde ik Percy zeggen toen we op het strand waren. Ik had het goed. "Poseidon." Zei ik terwijl ik mijn hoofd knikte. Ik ga hem niet als mijn vader behandelen. Helemaal niet sinds hij Percy wel hielp in zijn hoofd. Dat hij wel met Percy praatte. Ik was boos op hem. Poseidon keek me aan. "Ik weet dat je boos bent omdat-" "Nee, ik snap dat. Daar ben ik ook niet boos over." Snauwde ik hem af. Ze keken me verward aan. Ik keek Poseidon aan met zo'n 'denk eens na' gezicht. Het duurde vijf minuten totdat hij het begreep. Ik zie al waarom Percy niet zo slim is. "Dochter-" "Niks 'dochter'. Het is Alexis voor jou. Het boeit me niet dat je een god bent. Of een van de grote drie. Je bent en blijft geen vader voor mij." Hij leek verdrietig toen ik het laatste zei. Ik draaide me om en liep naar mijn gebouw. Ik hoorde mijn naam een keer vallen. Ik stopte en keek over mijn schouder. Ze stopten met praten. Ik liep weer door. Ik deed mijn pyjama aan en viel op bed. Even later sliep ik. Maar wel met een nachtmerrie.

------
Heyhey. Weer een hoofdstuk. Ik hoop dat jullie het een leuke vonden. Ik heb mijn best er in ieder geval gedaan. Vele groetjes, xlianhx

Mistakes that demigods make Boek 1Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu