H.1

41 4 0
                                    

December is aangebroken, de witte sneeuwvlokken dwarrelen rond, er zijn al mensen op de plaatselijke schaatsbaan. Ik leg mijn fleecekleed over het wit besneeuwde gras. Cici komt aanlopen met twee ijsjes, een met Bosbes en Aardbei en de ander met Pistache en Chocolade.

Cicí houdt van ijs van de Italiaan, je zou wel kunnen zeggen dat ze een vaste klant is. Ondanks dat ze in de zomer bijna elke dag ijs eet, is ze zo licht als een veertje. Ze heeft een ietwat gespierde buik, dat komt door het vele turnen. Cici turnt op topniveau bij onze turnvereniging, dat doet ze al sinds ze vier jaar is. Cici is een vrolijk en druk meisje, met een lichaam waarop ieder meisje jaloers zou worden, kortom, ze is mijn beste vriendin.

Cici houdt me een ijsje voor, waar ik naar staar. Ik trek een vies gezicht, hoe kan zij nog ijs eten in de winter? Het is veel te koud. 'Ik hoef niet hoor.' Ik duw het ijsje weg, ondanks dat ik het best lekker vind, hoef ik het niet, ik wil het immers niet nog kouder krijgen. Ze knikt. 'Dwan eewt iwk hwem wewl owp.' Brabbelt Cici met volle mond, haar aardbei/bosbessen ijsje is al bijna op. Ik lach door haar verbaasde gezicht, alsof ze niet wist dat ik het ijsje niet wou.

Ik pak een thermoskan koffie uit onze licht-roze strandtas met aqua blauwe bloemen, en vul mijn plastic bekertje. 'Wil je ook?' Vraag ik aan Cici, die bezig is om mijn 'oorspronkelijke ijsje' op te eten. Ze schud haar hoofd, waardoor haar glanzende kastanje bruine haren op en neer gaan. Ik stop de thermoskan weer in de strandtas, en neem een slok koffie, heerlijk! Nu kan ik eindelijk weer opwarmen met dit koude weer.

Ik wrijf in mijn ietwat opgewarmde handen. Cici kijkt me aan met haar stralende glimlach. 'Zullen we gaan schaatsen?' Vraag ik, wetend dat ze dat wil. Ze spring op en klapt opgewonden in haar handen. 'Ik dacht dat je het nooit zou vragen.'

Ze pakt haar lime-groene schaatsen uit de grote strandtas. We lopen naar de schaatsbaan, waar een kindje met haar moeder probeert te schaatsen. Ze klampt zich vast aan de stoel, die stroef over het ijs glijd. De stoelpoot blijft haken, en haar moeder probeert het kindje vast te pakken, maar het is echter al te laat. Het kind ploft op het ijs, en begint te huilen. Haar moeder komt naar haar toegesneld, en fluistert sussende woorden in haar oor.

We stappen op de schaatsbaan, ik lijk wel te dansen over het ijs. Ik zit al vanaf mijn achtste op kunstschaatsen en ik doe weleens mee aan Nederlands Kampioenschappen. Als ik klaar ben met mijn pirouette, krijg ik een oorverdovend applaus van de andere schaatsers. Er zijn zelfs wat foto's gemaakt!

Ik glimlach, en maak met blozende wangen al schaatsend een buiging. Ik stap samen met Cici van de schaatsbaan en loop terug naar onze zitplaats en pakken samen onze tassen in.

'Nog een wandeling in het park?' Cici kijkt me afwachtend aan. Ik knik. 'Misschien kom ik die knappe jongen wel weer tegen.' Cici glimlacht verliefd. 'Je weet wel, die met dat asblonde haar, en hemelblauwe ogen.' Ze zucht. Ik schud met mijn hand voor haar gezicht. 'Cici!' Ze schrikt op uit haar dagdroom.

We lopen met onze natte winterjassen door de sneeuw naar het dichtstbijzijnde park aan de rand van de stad. Het is een vrij groot park, van misschien wel tien hectaren. In het midden staat een kleine speeltuin, met een kleine glijbaan, twee schommels en een wipwap. Een stukje verderop is een klein geasfalteerd plein, met een grote fontein. Het plein is omringt met allerlei soorten bloemen, groot of klein, blauw, rood, geel, paars, roze of wit. Voor de bloemen staan vier houten bankjes in een vierkante vorm tegenover elkaar, terwijl je een prachtig uitzicht hebt op de fontein.

Cici en ik lopen langs de kleine speeltuin, als we een jongetje niet ouder dan vijf in het zand zien zitten, hij kijkt treurig om zich heen terwijl er een eenzame traan over zijn wang rolt. 'Wat is er aan de hand?' Ik kniel voor het kleine jongetje neer. Hij kijkt op en begint langzaam te huilen, eerst een traan, en zo volgen er een paar. 'I-ik..' Het jongetje snikt luid. 'Ik ben mijn mama kwijt.' Ik pak zijn hand en til hem op uit het zand. 'Het komt goed,' Sus ik hem. Cici komt naast me lopen, we lopen langs het grote plein. 'Kees' Een klinkt een luide stem in de verte. 'Kees, waar zit je toch?' Een vrouw met lichtbruine haren gebaart wild met haar handen terwijl ze druk in gesprek is met een man. 'Kees, mijn lieve kees.' Roept ze, ze begint te huilen. Ik en Cici lopen naar haar toe; 'Is dit Kees?' Cici kijkt de vrouw licht glimlachend aan. 'Mijn kees.' De vrouw klinkt opgelucht. 'Loop nooit meer zomaar weg.' Er loopt een traan over haar wang. 'Bedankt, wat kan ik voor jullie doen?' Ze kijkt ons aan.

'Niks hoor,' Ik glimlach. 'Het is een leuk jochie.' Ze pakt haar portemonnee en geeft een briefje van twintig euro. 'Ik weet, het is wat weinig, maar ik kan niet veel missen op het moment.' Protesterend geef ik haar het briefje terug.

'Wat nou, als wij op Kees passen en jij van deze twintig euro iets leuks gaat doen voor u zelf?' Stel ik voor. Ze glimlacht. 'Ik kan wel wat vrije tijd gebruiken,' Ze kijkt ons twijfelachtig aan. 'Weten jullie het zeker?' Ik glimlach.

'Ja, hoor, geef ons uw nummer maar.' Ze pakt een briefje van een klein kladblokje en schrijft met haar pen vermoedelijk haar nummer op. 'Bel me maar als jullie kunnen, maar ik moet er vandoor. Doeg.' Ze glimlacht klein en loopt haastig verder met het kleine jongetje in haar armen.

Ik pak het briefje; ** *** *** **, Natasja, Moeder van Kees. Het staat er haastig maar leesbaar opgekrabbeld.

'Dit was me een dag, laten we lekker naar huis gaan en onder de wol kruipen.' Cici zucht vermoeid. Ik knik en we lopen samen richting ons kleine appartementje.

***

Tips zijn altijd welkom, ik hoop dat jullie genoten hebben van dit lange hoofdstuk, het is in totaal maar liefst 1048 woorden.

Keep Smiling -x- Sanne

Murder - H.SWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu