district 6: In de trein

802 30 13
                                    

Willy Brussel

Ik had het wel verwacht dat ik gekozen zou worden. Toen ik vanmorgen opstond wist ik het. En dat heb ik ook tegen mijn moeder gezegd. Ze zei dat ik niet zo raar moest doen, dat ik nooit gekozen zou worden, maar toch had ik vanmorgen al goed afscheid van haar genomen. En dat was maar goed ik.

Ik zat in de tv kamer van de trein. Ik keek alle vorige spelen terug bekeek de winaars goed. Wie weet sta ik strak tegenover hen.

De deur van de coupe ging open. Aluca kwam binnen. ‘Hoi,’ zei ze. Ik groette haar terug. ‘Jij bekijkt de concurrentie?’ vroeg ze. Ik knikte. ‘Mag ik mee kijken?’ Ik knikte nog een keer. 

Na een tijdje met me mee te hebben gekeken voelde ik opeen haar hand op mijn hand. Verbaast keek ik op. Aluca had een rood hoofd en keek van me weg. ‘Ik vind het helemaal niet erg dat we allebei zijn gekozen.’ Nu snapte ik er niks meer van. ‘Wat wil je van mee?’ vroeg ik kortaf. Ze keek me nu recht aan. ‘Ik vind je leuk.’ Zei ze zacht. 

Ik kon mijn oren niet geloven. ‘Is dit een grap?’ vroeg ik haar ze schudden haar hoofd. ‘Ik was er kapot van toen ze jou naam afriepen maar toen meteen daarna mijn naam werd afgeroepen voelden ik me ergens blij. Nu kon ik bij jou zijn.’ Ik wist totaal niet meer wat ik moest doen of zeggen. 

De deur van de coupe ging weer open en Siri en Sirius kwamen binnen. ‘A mooi jullie zitten al bij elkaar.’ zei Siri ‘We hebben een voorstel voor jullie. Wij vieren samen in de arena.’ Aluca zei meteen ja en liet mijn hand los. ‘Wat denk je anders.’ zei ze lachend. Ik keek niet begrijpend. ‘Ze zijn vriendinnen op school.’ Zei Sirius ‘Maar wat zeg je er van?’ ‘Ach waarom ook niet.’ ‘Afgesproken.’ Riep Sirius

Randy Linicos    

Ik had een verbond met 4 anderen: Dindi, Joan, Estel, en Cos. In eerste instantie zou Cos er niet bij zitten maar de meiden wilden hem er zo graag bij. Waarom weet ik niet. Hij is nog maar 13 en als ik hem zo zie is hij niet veel waard. ‘We kunne z’n kleine jongen toch niet alleen laten.’ Had Joan gezegd. Het was drie tegen een dus ik had niks meer in te brengen. Maar hij zou een blok aan ons been worden dat was zeker.

‘Dus wat word ons plan?’ vroeg Estel ‘Ik stel voor dat we pakken wat we pakken kunnen uit de hoorn en dan aan de achterkan elkaar zien en er vandoor gaan.’ Zei Joan. ‘Maar het is riskant om te lang daar te blijven staan,’ zie Dindi ‘en wat als iemand in gevecht is, of dood? Dan staan wij daar te wachten voor niks.’ Daar had ze wel een punt. ‘We kunnen een code woord afspreken.’ Zei Cos. Dat was echt kinderachtig, maar ik zei niks. ‘Dat is misschien wel een idee maar dan zitten we nog met tijd.’ zei Dindi ‘We tellen gewoon tot honderden en sta je er niet heb je pech.’ Zei ik. Ik hoopte hiermee Cos al te kunnen dumpen. Dat kind kan nooit zo snel en zo goed zijn om binnen 100 seconden alles bij elkaar te hebben.’ De rest knikte ‘100 seconden anders heb je pech.’ Herhaalde Cos. ‘Iemand een voorkeur in wapen?’ vroeg ik. ‘Ik denk dat we echt gewoon moeten pakken wat kan. En dan maar zien of we er wat aan hebben.’ Zei Joan. ‘En wat als we dan een berg wapens hebben waar we niks mee kunnen?’ ‘Er zit vast wel iets tussen wat we kunnen gebruiken.’ zei Dindi. En daarmee was de discussie afgelopen.

Nagi Mcgee            

Toen ik werd afgeroepen zakte de grond onder mijn voeten weg. Het was ook een kleine troost dat daarna Pinno werd afgeroepen, we waren al vriendinnen sinds we in de wieg lagen. Pinno noemde het ook een vreselijk toeval.

Nu zaten we samen in mijn kamer. We zeiden allebei niks. We wisten allebei dat we er samen doorheen zouden gaan, misschien zouden winnen maar uiteindelijk zouden we toch tegenover elkaar komen te staan.

‘Dan ga jij naar huis.’ Had Pinno gezegd. Daar had ik niet op gereageerd. We moesten eerst maar eens deze ronden zien te winnen. 

‘Wat gaan we doen als we in de arena staan?’ ‘We pakken niks.’ Zei Pinno we verstoppen ons in de buurt en als iedereen weg is gaan we terug en pakken wat er over is.’ ‘En als er niks overblijft?’ ‘Dat blijft er let maar op.’ ik was er niet helemaal gerust op maar ik vertrouwde Pinno. Ze wist veel van de spelen af. Ze had ieder jaar alles gezien van begin tot het eind. Je zou bijna kunnen zeggen dat ze het ‘leuk’ vond om te kijken. En als je haar dan vroeg waarom haalde ze meestal haar schouders op. 

‘Ik weet wat ik doe.’ Zei ze toen ze mijn bezorgde gezicht zag. ‘Hiervoor heb ik jaren naar alle spelen gekeken, ervaring opdoen. Ik ken de spelen van binnen en van buiten.’

Daar zou ik dan maar op moeten vertrouwen.                                                 

The 100th Hungergames '4e kwartskwelling'Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu