1. Samenvatting over mijzelf
Ik ben Létitia, ik ben 14 jaar. Ik heb 2 goede vriendinnen, ze heten Anola en Sirena. Ik ken Anola al langer, maar allebei staan ze voor mij op dezelfde plaats. Ik heb geen broertjes of zusjes, ik ben gewoon maar enigst kind. Het is best saai hoor, maar het voordeel ervan is dat je niks hoeft te delen. Ik denk dat jullie nu wel genoeg over mij weten..
2. Magisch
Ik zit in de klas, naast Anola. Dat domme wiskunde! Het liefst steek ik alles wat met wiskunde te maken heeft in de brand! Anola is er ook niet echt goed in maar iedereen is in ieder geval beter dan mij. Nog 3 minuten, dan zijn we uit. "Hey, was dat nou de bel?" zegt Sam. Het was nog gewoon stil in de klas, maar altijd als Sam dat zegt gaat de bel na 5 seconden. Trrrriinngggg! Daar is hij al. Iedereen loopt zoals gewoonlijk naar buiten, maar er is iets raars met me aan de hand. Ik kan niet opstaan en ik zie bijna alles wit. "Help! Help me, alsjeblieft! Help!!!" roep ik nog. Maar niemand hoort me, en het lijkt alsof ik alleen op de wereld ben.
Wit. Wit, wit en nog eens wit. Ik haat de kleur wit. Ik hoor allemaal rare hoge stemmetjes, maar ondertussen ook nog die van een paar kinderen uit mijn klas. Het lijkt wel één of andere grote droom. Ik stoot mijn hoofd ergens aan. AU! Hey, ik begin opeens wat meer te zien. Ik slaak een gil. Allemaal kleine elfjes om mij heen! Ik sta op en ren weg door een bos met paarse bladeren en groene boomstammen. Wát is dit in hemelsnaam?! Ik struikel over een soort van takje in de grond en val met een klap. Ik hoor hoog gelach achter me. De elfjes weer! "Hey!". Ik loop naar de elfjes toe en ze doen moeite om hun lachen in te houden. Grrr.. "Hey. Jullie daar. Ik heb 3 vragen voor jullie. Waar ben ik, wie zijn jullie en waarom lachen jullie me uit?!" Ze antwoorden niet en vliegen weg. Dit is echt bijzonder.. Ik loop nog wat verder door het bos, maar ik stap op een scherp stukje en ik vloek. Opeens besef ik dat ik in een soort oerkleren rondloop, en niet meer in mijn normale kleren. Nou, weet je, het zal allemaal wel. Dit is gewoon een droom die ontzettend echt lijkt. Maar toch ben ik wat paniekerig. Ik heb nog nooit zo'n soort droom gehad. En mijn hoofd bonkt enorm. Opeens springt er een soort klein trolletje voor mijn zicht. "Hallo, Létitia." zegt hij. "Ik dacht al dat jij hier zou komen! Je bent tenslotte de uitverkorene, maar ja, niet iedereen wist dat je zou komen en ik had al een voorgevoel, maar dus-". Ik onderbrak hem. "Wacht wacht wacht.. Ik volg het niet meer. Waar ben ik en wat doe ik hier?" "Nou, jij bent de uitverkorene en het hele land zoekt al eeuwen naar je. Ze zullen het fantastisch vinden dat je hier bent! Kom maar mee!" ratelt hij achter elkaar door. "Nee, wacht, wat-" word ik onderbroken. "Kom nou maar gewoon mee! Iedereen wacht op je!" zegt de trol overtuigend. Hij pakt mijn hand en sleept me door het prachtige bos. Tussen een paar bomen door zie ik een kampvuurtje branden. Eromheen zit een heel volk van magische wezens.
3. De uitverkorene
Alle wezens staren me aan. Ze hebben verontwaardigde en verbaasde blikken en ik voel me nogal ongemakkelijk. Een jongen met elfenoren zet een stap in mijn richting. "Le-Létitia?" vraagt hij verlegen. En hij knielt voor mijn voeten neer, de rest volgt. Ik kijk met een verbaasde blik naar iedereen. Een vrouw van ongeveer 50 jaar barst in huilen uit. "We hebben zo lang naar je gezocht! Zó lang!" zegt ze huilerig. "Maar.. Ben ik zo'n legende hier dan? En wat is er zo bijzonder aan mij? Ik ben gewoon Létitia en ik ben ook maar een mens." zeg ik. "Nee joh meisje, je bent zeker niet gewoon Létitia! Je bent inderdaad een groot legende hier! Wist je dat dan niet, lieve schat?" zegt een Surinaamse vrouw. De vrouw lijkt een gewoon mens, maar achteraf bleek ze een weerwolf te zijn die kan transformeren. Iedereen stelt zich nog even voor. De verlegen elfenoren jongen heet Solum, de Surinaamse vrouw heet Karim, de drie elfjes heten Vania, Linda en Sylvi en het trolletje heet Kalster. Onderhand lijkt alles me veel normaler te worden, alsof ik hier al jaren ben. Iedereen waardeerd me en behandelt me alsof ik de koningin ben hier. Dat is ook al bijna zo, maar de huidige koning moet eerst aftreden voordat ik echt koningin mag zijn. Deze wereld is nu vernoemd naar de koning, het heet Scott World. Misschien wordt deze wereld ook wel naar mij vernoemd als ik koningin word! "Létitia? Létitia?!" wekt Kalster mij uit mijn dagdroom. "Wow! Ja.. ja?" mompel ik. "Iedereen is al naar bed. Ik dacht dat jij ook al wel naar bed was gegaan, maar je zit hier dus blijkbaar nog, hihi." ratelt Kalster weer. Het kampvuur is al gedoofd en het is donker in het bos. "Wauw, moet je kijken!" roep ik uit. Kalster weet al meteen wat ik bedoel. Er vliegen vogels door de lucht die licht geven in het donker. En er liggen allemaal kaarsjes langs de paden. Het is indrukwekkend. "Die vogels komen alleen als het donker is. Overdag is het te gevaarlijk voor ze. En ook voor ons.." informeert Kalster mij. "Waarom is het dan zo gevaarlijk?" vraag ik. "Oke, ik weet niet of ik het wel moet vertellen maar dan ben je er in ieder geval van op de hoogte. Er bestaat een leger dat deze wereld al zolang als het bestaat wil verwoesten. Ze maken alles kapot en met hun rare beesten steken ze alles in de brand. En het ergste.. Ze willen vechten tegen jou, Létitia." "Tegen mij?! Waarom nou weer tegen mij?" "Begrijp het nou, jij bent de uitverkorene! Natuurlijk willen ze met jou vechten! Als ze jou verslaan, gaat deze hele wereld verloren en wordt hij overgenomen door het leger!" Ik ben even stil. "Dan vecht ik maar. Het lukt me wel. Maar nu ben ik te moe.. Kun je me misschien aanwijzen waar ik slaap?" vraag ik. Kalster neemt me mee naar een soort mooi tuinhuisje waar een mooi bed van zachte bladeren in staat. Ook hier staan kaarsjes. Ik laat me op het mooie bed vallen. Kalster loopt naar buiten en zegt: "Weltrusten Létitia. Ik ben blij dat we je hebben gevonden."
4. Het begin van mijn koninkrijk
Het is nu twee weken later. Vandaag word ik benoemd tot koningin! De oude koning vond het zo bijzonder dat ik hier ben gekomen, dat hij mij de troon wou wijzen. Ik ben best zenuwachtig voor vandaag, maar ik ga gewoon laten zien dat ik een goede koningin kan zijn. Eh, eens kijken, wat moet ik allemaal doen... Ik moet een speech houden, iets magisch met water en vuur om mijn eer te bewijzen.. Wat nou nog meer? Oh, nee he! Ik vraag het straks wel aan Karim, zij weet het nog wel. Vroeger op aarde was het nooit zo moeilijk.. Toen was ik nog gewoon Létitia, een standaard meisje dat op school zat. Ik denk nog best vaak na over hoe het is gegaan. Ik weet nog precies hoe het was toen ik niet kon opstaan van mijn stoel, ik voelde me zo hulpeloos. En wat zou ik op aarde nu doen? En mijn moeder en vader? Hoe zou het met ze zijn? Opeens barst ik in huilen uit. Ik mis mijn familie en vrienden, en ik betwijfel of ik ooit nog terug zal komen op aarde. Ik moet sterk zijn, vandaag is de dag dat ik een heel volk moet begeleiden, dus ik ga ervoor! Ik droog mijn tranen, doe wat make-up op, en draai mijn haren in een knot. Straks gaan Vania, Linda en Sylvi me mooi maken. Ik loop mijn huisje uit en ga aan één van de glinsterende blauwe tafels zitten. De drie elfjes komen al naar buiten met jurken, krulspelden en make-up. Ze zijn helemaal in de stemming, en daar moet ik best om lachen. "Oke, Létitia, ga maar op tafel staan, we zijn er klaar voor!" zegt Linda vrolijk. "Kom maar op!" zeg ik.
Na een tijdje zit mijn haar in de krul en heb ik een lang koningsgewaad aan. Het ziet er wel dom uit maar ik zeg niks. Iedereen loopt naar me toe en begeleidt me naar een mooie heuvel met een grote mooie stoel van bloemen en bladeren. "Is het al zover?!" roep ik een beetje zenuwachtig. Solum komt naast me lopen. "Hey, Létitia." zegt hij. "Oh! Eh, hoi Solum." "Heb je er zin in? Wel een grote verantwoordelijkheid hoor, zo'n heel volk regeren.." "Tja.. Ik ga gewoon mijn best doen en meer kan ik niet." Er klinkt luidruchtige muziek, een soort overwinnende melodie. "Het is tijd!" roept Solum blij. "Je mag op de troon gaan zitten!" Ik schrik. Waar is de stoel? Ik kijk om me heen. Oh daar, gelukkig. Solum pakt mijn hand en kijkt me aan. "Succes.." fluistert hij. "Bedankt." We glimlachen even naar elkaar. Dan loop ik naar de troon en ga zitten. Wow, de mensen geven nu al een staande ovatie! Ik lees mijn speech voor. Zo, dat is klaar. Nu het onderdeel met de magie. Ik heb daar helemaal niet voor geoefend! Ik denk: ik probeer wel iets moois te maken. Ik haal met behulp van een soort van watersturen (wat ik dus echt niet kan) wat water uit een kleine bron, en probeer een figuur te maken, maar het lijkt nergens op. De ceremoniemeester zegt kattig: "Laten we de magie met het vuur maar achterwege laten." Solum grinnikt. Ik steek mijn tong uit. En na een paar volksliederen is de ceremonie afgelopen en ik krijg een bloemenkrans op mijn hoofd gedrukt. Ik ben koningin van deze mooie wereld! Vania, Linda en Sylvi knippen een lint door. Karim zegt: "En dan nu, Létitia, wordt deze bijzondere wereld naar jou vernoemd!" Er verschijnen mooie vogels die ook weer een lint aan één van hun vleugels hebben. Er staat op: Létitia Wonderland.
5. Het gevecht
Iedereen feliciteert me en knielt voor me. De mooie vogels vliegen rondjes in de lucht. Één vogel is het meest bijzonder van allemaal. Hij is kleurig en glimmend. Maar opeens schiet er een pijl door de vogel en hij valt neer in het natte gras. "Oh nee! Wat is dit?" "Dit kan niks goeds betekenen!" roept iedereen. Ondertussen spartelt de vogel heen en weer. Wat heb ik een medelijden met dat beestje.. Als ik wil knielen om hem op te pakken word ik naar achteren getrokken door een jongen. Ik slaak een kreet en roep om hulp. Ik zie iedereen achter me aan rennen. Ik heb een idee! Zonder dat de jongen het merkt maak ik een vuurbal en duw het in zijn gezicht, daarna ren ik weg en kijk nog even achter me. Ai... Hij heeft brandwonden. Nouja, had ie me maar niet moeten meetrekken. "Kijk uit!" schreeuwt Karim. Au!!! Wat was dat nou weer?! Zoiets maakt me echt pissig. Ik schiet weer een vuurbal af en een tijdje later is het uitgegroeid tot een groot gevecht. Iedereen valt elkaar aan met magische krachten en ondertussen merk ik dat het prachtige bos zowat vernield is. Ik voel de tranen bij me opkomen. Ik ben al zo gehecht aan dit bos. Ik zie Solum bewusteloos op de grond liggen en ik ren naar hem toe. "Solum! Hey! Word wakker!" roep ik bijna huilend. Als ik me omdraai is het leger weg.
6.
Samen zit ik met Kalster rond het kampvuur. "Dus.." zegt hij. "Dan zullen we straks maar eens op gaan ruimen. Help je mee?" "Wat denk jij nou, gekkerd. Natuurlijk help ik mee." Hij glimlacht eventjes. Hij staat op en loopt naar de rivier. Daar blijft hij staan. "Er is nog nooit zoiets gebeurd!" roept hij uit. "Ik kan er gewoon niet tegen als er zoiets gebeurt. Het hele bos is gewoon verwoest!" Ik zie een traantje op de grond vallen. "Misschien is het wel jou schuld..." zegt hij schijnheilig. "Als jij niet was gekomen, was dit misschien wel niet gebeurd." Ik kijk hem verbaasd aan. Zo ken ik Kalster niet! "Nou, het had niet anders kunnen lopen, want ik ben hier gewoon gekomen." zeg ik hard.