Hoofdstuk 34

194 13 0
                                    

POV EVA
Vandaag is de dag dat ik naar Frank ga. Ik zie er erg tegenop. Maar ik moet het doen. Anders heb ik geen rust. Ik rij naar de gevangenis toe. Het is een lange rit. Ik ben rond 14 uur aangekomen.

Aangekomen bedenk ik me. Is dit wel wat ik wil? Wil ik hem wel onder ogen komen? Ik schakel mijn gedachtes uit en loop de gevangenis. "Goedemorgen ik kom voor Frank de Ponti." Zeg ik tegen de vrouw achter de Bali. Ik word in een kamertje neer gezet. In spanning zit ik te wachten. 10 minuten later zie ik Frank. Ik schrik ervan als ik hem zie. Hij heeft me zoveel pijn gedaan. "Heee Eefke." Zegt hij opgewekt. Ik snap niet waarom hij zo opgewekt is. "Hoi." Zeg ik terug. "Hoe gaat het Eefke." Zegt hij tegen mij. Dit maakt mij zo boos. Hij doet alsof er niks aan de hand is. "Hiervoor kom ik niet. Ik wil weten of je het meende wat in de brief staat." Zeg ik boos tegen hem. Ik besef me nu pas hoe boos ik eigelijk op hem ben. Ik nam het mezelf altijd kwalijk, maar hij had nooit het recht om zoiets te doen.
"Het spijt me echt Eef. Ik had dit nooit mogen doen. Maar ik wou je gewoon niet kwijt, een leven zonder jou kon ik me niet voorstellen. Ik kreeg een waas voor mijn ogen. Ik had het natuurlijk nooit mogen doen. Er is ook geen excuus voor." Zegt hij. Hij kijkt me met tranen in zijn aan. "Maar waarom probeerde je mijn leven te verzieken?" Vraag ik boos aan hem! " ik wou je terug. Maar als ik dit terug kon draaien had ik dat zeker gedaan. Kan je me alsjeblieft vergeven." Vraagt hij aan me. Ik weet niet heel goed wat ik moet doen. Ik wil hem aan de ene kant vergeven, maar ik ben bang dat hij het niet meent. Hij lijkt mijn gedachtes te kunnen lezen. "Eef je kent me toch, ik zal toch nooit tegen je liegen." Zegt hij tegen me. Daar maakt hij een punt. Hij heeft nog nooit tegen me gelogen. Daarom denk ik dat ik hem maar een voordeel van de twijfel geven.  "Oké! Maar ik wil dat je ons verder met rust laat. Wat je gedaan heb kan ik niet vergeten. Ook als je vrij komt wil ik ook geen contact." Geef ik bij hem aan. Ik wil niet meer aan alles denken. "Oké ik begrijp het. Ik ben al blij dat je bent geweest om met me te praten." Fluistert hij bijna. "Ja is goed. Ik ga weer aan het werk." Zeg ik tegen hem. We zeggen elkaar gedag en ik rij weer terug naar het bureau.

Onderweg naar het bureau denk ik aan ons gesprek. Ik weet het zeker, hij meende het. Maar ik kan gewoon geen contact met hem houden, daarvoor is teveel gebeurd.

Een half uur later kom ik aan op het bureau. Floris wilt gelijk weten wat er gebeurd is. We gaan samen naar de verhoor kamer. Daar neemt hij me in zijn armen. Ik vind het heerlijk om weer in zijn vertrouwde armen te hangen. "Hoe was het eef." Vraagt hij aan me terwijl hij me bezorgd aankijkt. " ja het ging goed." Zeg ik tegen hem terwijl ik hem alles uitleg. Hij vind het uiteindelijk toch wel goed dat ik gegaan ben. Daar ben ik blij om.

Na ons gesprek gaan we weer aan het werk. Het is een rustige dag, dus dat betekent dossiers bijwerken. Daar heb ik een vreselijke hekel aan. Maarja het hoort bij mijn werk.

Eva in opleiding.Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu