hoofdstuk 16 déjà vu

73 5 0
                                    

Nico
Nadat meneer D ons had vertelt wat we in mijn vaders rijk de finale zouden uitvechten, bedacht ik me dat van alle teams alleen het team van Percy nog helemaal leeft. Het word maar eens tijd dat daar verandering in kwam dacht ik omdat hun te machtig zijn samen. Onder tussen kwam Eviline ook naast me liggen en vertelde ik haar mijn plan. Ze knikte instemend en vroeg hoe ik dat aan wilde pakken. 'Ze hebben allemaal grote krachten. Maar je hebt niks aan krachten zonder een plan. Dus laten we Annabeth afmaken.' 'Het maakt mij niks uit. Ik probeer alleen zo hoog mogelijk te eindigen dus laten we morgen maar wat mensen doden. We liepen onze grot in die we geclaimd hadden die niet zo ver was van de plek waar we afscheid hadden genomen van Wieke. Ik pakte onze deken uit mijn tas en we gingen er weer samen knus onder liggen zoals we elke nacht hebben gedaan. Eviline sliep weer op mijn borst terwijl ik een arm om haar heen had geslagen. Niet veel later voelde ik hoe ze zich ontspande en hoe haar ademhaling rustig werd. Ik bekeek hoe ze lief tegen me aan lag en viel even later ook in slaap. Er klonk een geluid en ik was meteen wakker en greep een paar messen. Van mijn bewegingen werd Eviline ook wakker en toen ze zag dat ik gewapend richting de ingang van de grot keek greep ze haar boog en een paar pijlen en hield ze de ingang onder schot. We liepen geruisloos naar de ingang waar een klein zwijntje ons opwachtte. Toen hij ons zag knorde hij verschrikt en probeerde hij weg te vluchten. Hij kwam misschien een meter verderop terecht en viel daar dood neer met twee messen en een pijl in z'n nek. We keken elkaar aan en begonnen lachend het zwijntje op te halen en trokken de messen en de pijl uit zijn nek. Na een vuurtje te maken en het beest klaar hadden gemaakt om te roosteren zaten we gezellig samen in de grot te kijken hoe ons ontbeid langzaam aan gaar werd. Toen het gaar was haalde ze uit een zakje twee handen vol met aardbeien. 'Hoe kom je daar aan?' Vroeg ik toen ik dankbaar een zoete, frisse aardbij in mijn mond stopte. 'Die vond ik net onderweg naar het zwijn en toen jij bezig was met het beest te villen en ik klaar was met het vuur, ging ik terug om het hele bosje keeg te plukken.' We legden nadat we de helft op hadden de aardbijen in het zakje op de grond en begonnen van het vlees te eten. Toen we het kleine beetje eerbare vlees van het zwijn hadden gegeten wilden we straten met de aardbijen. We hadden nouwelijks de eerste aardbij in de mond of de grond begon te trillen. Ik zuchte en stond op. 'Zo te voelen vallen de goden ons weer lastig' zei ze. 'Ja ik ben bang dat er weer wat personen dood moeten.' We pakten weer eens alles in en liepen de grot uit. We waren nauwelijks de grot uit of er ontstond een grote kloof die de hele grot vernietigde. We zagen dat er een soort pad was gemaakt tussen dunne kloven en liepen die maar door. Nadat we tien meter hadden gelopen, ontstond er achter ons weer een kloof zodat we niet meer terug konden. Dat gebeurde geregeld en toen ging ik eens tellen na hoeveel stappen een nieuwe kloof ontstond. 48...49...50.. *krak* er ontstond weer een kloof. Nadat ik nog een keer ging tellen wist ik dat er elke 50 meter een nieuwe kloof zou ontstaan. We lieten het gebergte achter ons en liepen door een bos. Na een paar uur lopen kwamen we bij een sommpig stuk grasland waar het rook naar dode planten. Toen ik zag dat een hertje door de grond zakte en omgeven werd door slijk wist ik dat we in een moeras waren terecht gekomen. De aardbevingen waren opgegeven moment gestopt en we zochten een pad dat ons verder het moeras zou in lijden.

Percy

we werden deze ochtend al weer gewekt met een element die tegen ons werkte. hoewel we hadden gehoopt dat er een storm zou komen, omdat we 2 personen hadden die de wind kunnen sturen, gaven ze ons eerst het element van Gaia: aarde. al snel kwamen we er achter dat we snel weg moesten lopen omdat we anders in een ravijn zouden vallen die om ons heen uit het niets ontstonden. nadat Thalia bijna te langzaam was met lopen (het scheelde een seconde of ze viel n een kloof) besloten we om te gaan rennen. doordat wij sneller gingen begonnen de kloven ook steeds sneller te gaan zodat we telkens op een haartje na ontsnapten aan een nieuwe kloof. doordat we zo hard renden kwamen we er pas na 100 meter achter dat Gaia is gestopt met achter onze voeten kloven te maken. we stopten dankbaar en buiten adem en gingen languit liggen op de drassige ondergrond waar we zijn gestopt. nadat ik op adem ben gekomen keek ik eens om me heen om te kijken waar we vandaag heen zijn gestuurd om tegen elkaar te vechten. het was overal nogal drassig en het stonk naar rottende planten en dieren die al een paar jaar ergens dood liggen te zijn zonder dat iemand ze heeft opgeruimd. toen ik keek naar de richting waar vandaar wij zijn gekomen, zag ik dat aan beide kanten een kloof van tien meter ons weerhoudt van ontsnappen. ik liet mijn blik dwalen naar de kloof rechts waar wij vandaan kwamen en zag hoe de kloof zich weer dichtte. ik wou bijna de anderen roepen dat we weg konden toen ik zag dat Jordei en Hilja door de opening renden en dat de kloof zich weer verder liet groeien totdat de doorgang weer helemaal was dicht gegroeid. Jordei zag mij kijken en zei iets tegen Hilja wat ik niet kon verstaan. ze bogen af naar ons en liepen rustig op ons af. Anabeth hoorde mensen aan komen en greep haar messen. daardoor schrokken de rest ook en grepen ook hun wapens. voordat ze hun aan konden vallen vertelde ik hun snel wie ze waren en dat kalmeerde ze en gingen ze weer liggen. Jordei en Hilja waren ondertussen aan gekomen en kwamen bij ons liggen om uit te rusten. ik weet niet hoelang we daar hebben gelegen maar waarschijnlijk begonnen de goden zich te vervelen en begonnen de aardbevingen opnieuw. zuchtend stonden we op en liepen van de nieuwe kloven die achter ons aan kwamen weg met Percy en Anabeth voorop met Thalia en Jason daarachter en wij als hekken sluiters. we liepen een paar honderd meter totdat er voor Anabeth een Percy een kloof ontstond. ze zagen hem te laat en vielen er in. gelukkig reageerden Thalia en Jason heel snel en grepen beiden een van de mensen die vielen. 'dat moet geen gewoonte worden hoor!' riep Anabeth terwijl ze bungelend probeerde om omhoog te komen maar daardoor steeds verder weg gleed. 'eerst bij het standbeeld van mijn moeder aan een klif hangen, en nu ergens in de arena! ik vind wel dat ze een goede vorm van humor hebben om ons op deze manier weer naar de onderwereld te sturen' 'dit is niet echt het moment om grapjes te maken Anabeth!' riep Percy terwijl hij ook steeds verder naar beneden zakte... 'blijf boven aan de klif hangen' riep Thalia van boven ons 'dit is een uitstekend moment voor een cliffhanger!'

Thalia had het al doorgekregen... op dit punt zet ik er een cliffhanger in het verhaal.

ik weet niet wanneer ik het volgende hoofdstuk online ga gooien maar ik hoop voor de nieuwsgierige lezer niet al te lang. mij werd aangeraden om van Wiekes dood een cliffhanger te maken maar dat is niet door gegaan zoals jullie wel wetem. vandaar dat ik het nu doe.

mhuahahahaha....

word vervolgd

the demigods gamesWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu