06. The start

45 4 5
                                    

Lara pov.

Ik zit hier maar in de donkere kamer. Ik weiger het om het mijn kamer te noemen. Hij is al 4 dagen niet terug gekomen. Ik zit hier dood te gaan. Eindelijk mijn einde. Ik heb al 4 dagen niets gedronken. Ik voel mezelf gewoon uitdrogen. Het voelt verschrikkelijk. Ik zit weer naar mijn plekje op de muur te staren. Klaasje is ook al een tijdje niet meer komen kijken voor iets te knabbelen te krijgen. Ik denk aan hoe ik hier kwam.

"Where'd you go. I miss you so. Feels like it's been forever, That you've been gone.."

-- Flashback. --

*4 weken terug*

Laatste les van vandaag. Voor het weekend. Handvaardigheid. Ik zit gezellig bij Luna, Maria en Fleur. Nou normaal gesproken is het gezellig. Ze doen al de hele week raar. Normaal zijn ze altijd super hyper. Dat ik er soms zelfs gek van word. Maar nu heb ik het gevoel dat ik de hypere ben.

"Wat is er? Heb ik iets fouts gedaan?" vraag ik. Luna schrikt op uit haar gedachten.

"Huh sorry wat? Uh ik bedoel nee je hebt niets  fout gedaan. Hoezo?" vraagt ze.

"Nou omdat jullie zo afwezig zijn en niets zeggen. Wat is er?" vraag ik nogmaals.

"Niets." zegt Fleur.

"Okay." zeg ik en ga weer verder aan mijn werkstuk.

*Na de lessen als de bel is gegaan.*

"Laar kun je even meelopen naar de auto?" vraagt Luna. Stephano, Fleur en Maria lopen naast haar.

"Huh? Ja tuurlijk." zeg ik nietwetend waarvoor. We lopen met z'n vijven naar buiten. Eenmaal buiten aangekomen staan we naast een wit busje. Ik vraag me af van wie hij is want ik herken hem niet.

"Je moet even helpen met iets naar binnen dragen." zegt Stephano. Okay vaag. Zeg gewoon wat ik naar binnen moet dragen. Doe niet zo raar. Ik knik maar even. We lopen naar de achterkant van het busje. Ik probeer door de raampjes te kijken maar er zitten zo'n zwarte schermpjes voor. Ik weet niet hoe ze heten. Nou moet dat? Denk ik. Stephano opent de deur. "Kun je die doos daar even pakken?" vraagt hij. Er staat een kleine doos ver naar voren geschoven. Ik knik weer. Waarom kun je die zelf niet gewoon pakken? Waarom moet ik met die kleine doos helpen? Waarom moet dit met vijf mensen? Dat klopt toch niet? Iets vertellen ze me niet maar wat? De vragen razen door mijn hoofd als ik de bus instap. Ik pak de doos op. Dan worden de deuren dicht geslagen. Ik ren ernaartoe en probeer ze weer te openen. Ik sla er met mijn vuisten op.

"Hey maak open! Dit is niet grappig." roep ik.

"Het spijt ons heel erg." Hoor ik Fleur  verdrietig zeggen. Wtf? denk ik. Maar ik kan geen vragen meer stellen want het busje komt in beweging en ik val om. Ik snap er echt niets van. Wat is hier nu gaande? Na ik schat ongeveer 2 uur gereden te hebben stop de bus en gaat de moter uit. Er loopt iemand naar de deurtjes. Als de deurtjes open gaan schrik ik me kapot. Ik dacht dat Stephano ofzo die deur weer zou openen. Maar nee het is een half kale man. Met donker bruin haar en een vieze kleur ogen. Hij heeft ook zo'n smerige kleding aan. Ik wil hem niet meer aankijken dus kijk ik maar even rond naar waar ik beland ben. Ik heb niet veel tijd om te kijken want de man trekt me aan mijn pols mee de bus uit naar binnen. Hij snelwandeld naar beneden. Ik denk dat het de kelder is. Hij gooit me neer op de grond.

"Je houdt je gedeist!" roept hij.

"Waar ben ik?" vraag ik.

"Dit is je nieuwe kamer."

"Wat?"

"DIT. IS. JE. NIEUWE. KAMER!" Roept hij. Waarna hij de kamer dichtgooit.

*Einde flashback*

Een dag later heeft hij erin gestampt dat niemand om me geeft en niemand me meer wil. Dat stampte hij er elke dag in zodat ik het ook echt geloofde. Zodat ik zou stoppen met huilen en stoppen met zeggen dat ik naar huis wilde. Een keer hoorde ik hem aan de telefoon zeggen dat hij Luke heette. Anders zou ik dat niet weten. Ik val huilend in slaap.

"Lara wordt wakker." zegt een zachte stem terwijl ik zacht door elkaar wordt geschud. Ik open mijn  ogen. "Wat? Waar ben ik." vraag ik zacht. "Het is tijd om naar huis te gaan." Ik kijk om me heen maar zie niemand. "Hallo?" roep ik uit. "Hallo?" roep ik nog eens. Niets. Het is wit. Maar het is niet als in een witte kamer. Nee er zijn geen muren. Ik weet niet hoe ik het kan beschrijven. Het ruikt er muf. Ik probeer op te staan. Het is vermoeiend maar het lukt me wel. Ik loop een beetje rond. Op een gegeven moment zie ik iets dat lijkt op graffiti. Ik zie niet precies wat er staat. Het lijkt op 'RUN AWAY.' Ik loop verder. 'i GOT MY EYES ON U.' Ik begin nu toch een beetje bang te worden. 'HELP ME.' Dat is geen graffiti meer. Nee het.. het is bloed. Oah god. Ik begin mijn pas te versnellen. 'FASTER.' Ik doe wat er staat. 'I'M GONNA KILL U.' *sneller!* gaat er door mijn hoofd. Ik ren zo hard als ik kan. 'BEHIND YA.' Ik durf eerst niet maar doe het toch. Ik kijk achterom. Als ik weer voor me kijk val ik neer. Als ik op kijk zie ik groen. Ik lig op gras. Het lijkt het parkje, in de buurt van mijn huis. Met een vijvertje en een bankje best wel veel boompjes en struiken. Ik weet niet waarom.. het gebeurd gewoon.. mijn benen stoppen niet.. ik ben inmiddels opgestaan. Mijn benen lopen zonder dat ik er bij na moet denken. Ze lopen richting een bos. Er klinkt gezang van vogeltjes en overal groen. Ineens hoor ik een geluid van achteren. Ik draai me met een schok om. Er is niets te zien. Als ik weer omdraai en verder wil lopen bots ik tegen een boom aan. Dat is vreemd. Ik liep net toch nog over een paadje. Als ik beter kijk zie ik allerlei bomen die er griezelig uitzien. Sommigen zijn zelfs dood. Een doffe kleur groen waar je absoluut niet blij van word. Er zit ook nog wat bruin tussen. Het geeft me geen fijn gevoel. Als ik omdraai om terug te lopen zie ik dat ik al heel ver het bos in ben gelopen. Overal griezelige bomen. Ik besluit toch maar verder te lopen. Als ik me omdraai en een paar stappen heb gezet hoor ik iets. "RUNAWAAAYY." zegt een griezelige stem. Ik begin te rennen zonder dat ik er erg in heb. Ik ben echt bang nu. "BEHIND YA." ik negeer de stem en ren door. "ALWAYS BEHIND YA." ik draai toch om en val weer op de grond met een harde klap. Ik zie een zwarte waas. Het komt dichterbij en dichterbij maar het blijft een waas. Ik zie emotionele ogen die veranderen in moordlustige dingen. Ze worden rood. De waas pakt me bij de keel vast en begint te knijpen. Het houdt me boven de grond. Ik spartel met mijn benen. Het wordt zwart voor mijn ogen.

Ik word hijgend wakker. Oah het was maar een nachtmerrie. Ik voel bezweet aan. Ik ga rechtop zitten, trek mijn benen op, sla mijn armen om mijn benen, plaats mijn hoofd op mijn knieën en begin te huilen. 

Don't Give Up Just YetWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu