Hoofdstuk 4

718 33 10
                                    

Een zonnestraal schijnt door de  opening tussen de gordijnen, de slaapkamer van Fenna in en belandt op haar gezicht. Hierdoor wordt ze langzaam wakker. Knipperend met haar ogen probeert ze te wennen aan het licht. Als ze op haar wekker kijkt en deze 10.00 uur aangeeft, schrikt ze even. Vrijwel gelijk daarna beseft ze zich dat ze niet naar haar werk hoeft, ze zou wel willen, maar het kan niet. Dan besluit ze om nog even door te slapen. Rond 11.00 uur besluit ze toch uit bed te gaan. Ze smeert wat boterhammen met een dikke laag pindakaas. Langzaam en met kleine hapjes eet ze de boterhammen op. Het gemis naar haar werk is groot, dat thuiszitten is naar haar mening niks voor haar. Na het glas melk leeggedronken te hebben gaat Fenna richting de badkamer om zich even op te frissen. Opgefrist verlaat ze de badkamer weer en besluit ze wat te gaan hardlopen in het park om haar gedachten te verzetten.

Met een joggingbroek en een los T-shirt aan, jogt Fenna het park in. Langs de fontein, de skatebaan en een bankje waar een ouder stel zit. Ze wordt vriendelijk begroet door het echtpaar en Fenna glimlacht naar ze. De eerste zweetdruppel staat op haar voorhoofd en met de rug van haar hand veegt ze deze weg. Nu komt ze langs de speeltuin. Ongestoord wil ze verder rennen, totdat ze een huilend meisje in het zand ziet zitten. Zonder te twijfelen loopt ze op het meisje af. Zodra ze dichterbij komt kijkt het meisje haar huilend. 'Wat is er gebeurd?' vraag Fenna op een lieve, rustige toon. 'Ik ben gevallen,' zegt het meisje snikkend. 'En ik weet niet waar papa is.' Fenna kijkt meelevend naar het meisje. 'Zal ik even helpen om je papa te zoeken?' stelt Fenna voor terwijl ze haar hand naar het meisje uitsteekt. Ze knikt en legt haar handje in die van Fenna. Het zand klopt Fenna van de knietjes van het meisje en ze loopt vervolgens met haar richting de bankjes. Huh komt Evert ons nou tegemoet? 'Wat doe jij hier?' vraagt ze verrast. 'Dat kan ik beter aan jou vragen,' zegt Evert geïrriteerd. Voordat Fenna begint te praten heeft ze al door hoe het zit. Het meisje loopt namelijk naar Evert toe om hem vervolgens te vertellen dat ze gevallen is. 'Deze mevrouw heeft me geholpen om jou te zoeken. Ik was gevallen.' Hij wrijft even over haar hoofdje. 'Wat vervelend, kom maar Brecht,' zegt hij waarna hij haar handje vastpakt. 'Ehm fijne dag nog,' zegt Fenna voorzichtig. Evert kijkt om en gromt nog iets van 'dankjewel'. 'Waarom deed je zo tegen die mevrouw, papa? Ze was juist heel lief,' vraagt Brecht nog terwijl ze verder van Fenna verwijderd raken. Fenna hoort het en de vraag bezorgt haar een glimlach op haar gezicht. Wat een leuk kind, dat heeft ze vast niet van haar vader. Wat Evert verder antwoordt kan ze niet meer verstaan, maar daar heeft ze ook geen behoefte aan.


Fenna en Evert?! - MoordvrouwWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu