Part 1

54 4 3
                                    

Ik pluk een bloedrode appel van de boomgaard. Alleen al bij het aanblik, loopt me het water in de mond.

Maar nee, ik mag het niet aanraken. Ik wil de straf niet riskeren.

Het is al jaren geleden dat ik zoiets verrukkelijks mocht proeven.

'Jullie kunnen gaan!' Roept de baas van de boomgaard. We krijgen eerder vrij, omdat de boetes vandaag gehouden worden.

Ik snap niet hoe het Capitool zoiets verschrikkelijks kan doen. Elk jaar worden er weer 23 kinderen uitgemoord, alleen om de Capitool bewoners te amuseren. Hoe haal je het in je hoofd? Iedereen weet ook niet beter; in District 1 en 2 trainen ze zelfs om mee te doen en te kunnen winnen.

Ik loop door de smalle straten van de Laar, zo heet de armoedige wijk in het noorden van District 11, waar ik woon. Ik loop door tot dat het bekende witte huisje met blauwe kozijnen tevoorschijn komt. Ik stap het smalle houten trappetje, die naar de voordeur leidt. De blauwe verf blakert ervan af.

Mijn broertje zit met een treurige blik op de versleten twee persoons bank, die eigenlijk veel te krap is voor een gezin van vier. Maar bekijk het positief: we hebben tenminste een bank!

'Zac, het komt goed. Je bent pas 12!' Vertel ik hem met een warme blik, terwijl ik naast hem ga zitten en mijn armen om hem heen sla.

'Maar Zarah, mijn naam zit er wel 5 keer in!' Snift hij. Zac is een behoorlijk emotioneel voor een jongen, vooral als het om familie gaat.

'Ja, maar 5 keer! Dat valt echt nog wel mee. Mijn naam zit er wel 21 keer in. Die van Jason, onze neef, zelfs 30 keer!' Stel ik hem gerust. 'De kans dat jij wordt getrokken is zo klein, er zijn nog tientallen andere kinderen.'

Hij knikt. 'Je hebt gelijk, bedankt Zarah.' Hij slaat zijn magere armpjes om me heen.

'Ik moet nu snel mijn jurk aantrekken!' Ik geef hem een kus op zijn rode wang en loop naar de kamer die ik samen met Zac deel. Het zijn eigenlijk alleen twee eenpersoons bedden, die dicht op elkaar gepropt staan in het te kleine kamertje. Onze kleren - wat misschien twee setjes zijn - liggen opgestapeld op houten planken aan de muur. 

Mijn moeder loopt de kamer binnen. Haar heldere ogen, die normaal gesproken altijd vrolijk staan, staan nu bezorgd. Iets wat maar eens in het jaar voorkomt, tijdens de boetes.

Ik trek mijn koraalrode jurk aan. Hij is strak, maar op de formele manier.

'Mag ik je haar vlechten?' Vraagt mijn moeder met een treurige glimlach.

Tuurlijk mag ze dat, ze doet het inmiddels al 4 jaar en telkens overtreft ze zich weer.

'Altijd, mam.' Ik glimlach naar haar als ze aan mijn haar begint. Dit keer houdt ze het redelijk simpel maar toch geweldig, ze vlecht mijn haar aan een kant in en verbind het met een staart.

Ik loop de kamer in waar mijn vader met Zac in de keuken op ons aan het wachten is. 'Lieverd, je ziet er prachtig uit!' Mijn vader geeft me een kus op mijn wang.

'We kunnen gaan.' Mijn moeders handen trillen licht, als ze de deur achter haar dichtdoet.

Onderweg kom ik mijn beste - en enige - vriendin Amelia tegen. Ze is er altijd voor me als er weer is iets naars gebeurt. Als iemand me uitscheld, of belachelijk maakt.

Ik omhels haar snel. 'Zenuwachtig?' Vraag ik haar. Ik hoef het eigenlijk niet eens te vragen, ik weet toch dat het zo is. Amelia is een van de meest zachte personen op de wereld. Ze zou al instorten voordat ze in het Capitool is.

Daarom hoop ik ook vurig dat ze niet getrokken word.

'Tot straks, mam, pap.' Ik geef ze snel een kus op hun wang en loop met Amelia en Zac naar de lange rij.

'Doorlopen!' Snauwt de vredesbewaker. Na het prikje gaan we in ons vak staan.

Amelia en ik staan aan de linkerkant in het vak voor alle meisjes van 16. Zac aan de rechterkant helemaal vooraan, bij de jongens van 12.

Lia loopt het podium op.

Ze ziet er precies uit als iemand uit het Capitool. Ze heeft pastel paars haar, een baby blauwe jurk met pofmouwtjes en bijpassende pastel paarse hakken met witte zool. Om het af te maken heeft ze ook nog knalroze gelakte nagels met bijpassende sieraden.

'Fijne hongerspelen en mogen de kansen immers in je voordeel zijn.' Glimlacht ze, terwijl ze in haar handen klapt. Niet dat iemand meeklapt, maar het gaat om het idee.

'We gaan nu naar de fantastische film kijken, vanuit het Capitool.' Er verschijnt een beeld op het grote witte doek en we kijken naar de film die elk jaar gedraaid wordt.

'Nou, we beginnen zoals altijd bij de meisjes!' Haar hand graait in de grote glazen bol, gevuld met honderden papiertjes.

Ze opent het gekozen papiertje. 'Amelia Thersdale.' Schalt haar stem door de microfoon.

Naast mij begint Amelia zachtjes te snikken, terwijl ze naar het podium loopt. Ik weet dat ze dit niet zal redden, dus ik doe het enige wat in me op komt.

'Ik bied me aan, als vrijwilliger!' Roep ik uit. Ik ren naar voren en knuffel de huilende Amelia. 'Nee, doe het niet!' Roept mijn moeder huilend. Gelukkig kalmeert mijn vader haar.

'Oh, wat leuk!' Roept Lia uit. 'Een vrijwilliger.'

Ze geeft me een hartelijke knuffel.

Als ik op het podium sta besef ik pas wat ik heb gedaan. Ik ben een tribuut.

De rest van de boete vliegt als een waas over me heen. Lia graait nog een keer in de glazen bol.

'Onze jongens Tribuut van dit jaar is: Collin Neville!' Er stapt een jongen uit het vak van de 17 jarige. 'Nog vrijwilligers?' Piept Lia.

Niemand reageert en Collin loop zelfverzekerd het podium op. 'Zie hier, de Tributen van District 11: Zarah Cardesh en Collin Neville!'

***

Gelukkig mag ik mijn familie nog wel even zien voordat ik naar het Capitool ga, dat is al een hele opluchting.

Mijn broertje, Zac, komt de kamer in gerent. 'Zarah! Waarom deed je dat nou?' Snikt hij, hij heeft zijn armpjes om me heen geslagen. Mijn ouders komen naast me op de houten vensterbank zitten. 'Lieverd, wat je doet staat gelijk aan zelfmoord plegen.' Huilt mijn moeder.

'Rustig allemaal!' Buldert de stem van mijn vader. 'We weten allemaal dat Zarah dit alleen doet om haar beste vriendin te beschermen.'

'Ze is slim en wie weet kan ze ook iets met een pijl en boog.' Ik kijk hem dankbaar aan.

'Zarah, probeer te winnen, voor ons.' Snikt mijn broertje. 'Ik ga mijn best doen Zac, ik beloof het je.'

Mijn familie word ruw de kamer uit gesleept door de vredesbewakers. Ik staar een beetje voor me uit en hoor een zacht klopje op de deur. 'Ja?' Vraag ik. Met een luide piep opent de deur.

Amelia.

Ze slaat haar armen om me heen. 'Waarom?' Vraagt ze. De tranen stromen geruisloos over haar wangen.

'Je zou het niet volhouden, dat weet ik.' Ze knikt.

'Hier.' Ze geeft me een zilverkleurig kettinkje met een hartje eraan. 'Vergeet me niet, je kan dit winnen.'

'Dankje Amelia.' Glimlach ik. Maar ook zij word ruw meegesleurd.

Ik besef het me nu pas: Ik moet gaan vechten, om mijn eigen leven te kunnen redden. Wil ik dat überhaupt wel als ik andere mensen daarvoor uit moet moorden?

***

Ik ben echt enorm blij dat ik deze stap heb gezet, een boek beginnen met als thema: the Hungergames. Ik wilde het al heel lang en ik heb het eindelijk gedaan.

Eerste hoofdstuk heeft al meer dan 1000 woorden! Een reactie of vote zou lief zijn!

Keep Smiling! -x- Sanne.

The 81 Hungergames. Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu